Steeds meer onderzoek wijst op gezondheidsvoordelen van zonlicht die verder gaan dan alleen die van vitamine D – denk aan bescherming tegen hart- en vaatziekten, kanker en auto-immuunziekten. Hoe dat precies werkt, hebben wetenschappers nog niet achterhaald. Goed smeren en niet overdrijven met blootstelling aan de zon blijft hoe dan ook de boodschap.
Met de komst van de herfst krijgen we, althans in het noordelijk halfrond, een sombere periode van zes maanden in waarin de nachten langer zijn dan de dagen. Opnieuw zullen miljoenen Noord-Europeanen naar de stranden van het Caribisch gebied of Noord-Afrika vluchten, op zoek naar wat winterzon.
Hun artsen zouden waarschijnlijk liever hebben dat ze thuis bleven. Naast vroegtijdige veroudering van de huid, verstoort de ultraviolette (uv) straling in zonlicht ook het DNA. Dat veroorzaakt huidkanker, waarvan het aantal gevallen wereldwijd gestaag toeneemt.
En hoewel wat zonlicht nodig is om vitamine D aan te maken, kan deze stof ook uit voedsel of pillen worden gehaald. Om die reden werd in de afgelopen decennia in adviezen over volksgezondheid de nadruk gelegd op het vermijden van de zon: door schaduw op te zoeken, zich te bedekken en zonnecrème te smeren.
Maar misschien is dat advies iets te ver doorgeschoten, in ieder geval voor inwoners van sombere landen op hoge breedtegraden. Steeds meer onderzoek wijst op gezondheidsvoordelen van zonlicht die verder gaan dan alleen die van vitamine D. Deze voordelen omvatten bescherming tegen hart- en vaatziekten, kanker en auto-immuunziekten.
Zonnebanken
Een vorig jaar gepubliceerd onderzoek onderzocht bijvoorbeeld medische gegevens van 360.000 Britten met een lichte huidskleur en ontdekte dat een grotere blootstelling aan uv-straling – hetzij door in het zonnigere zuiden van Groot-Brittannië te wonen in plaats van in het donkerdere noorden, hetzij door regelmatig gebruik te maken van zonnebanken – samenging met een respectievelijk 12 procent en 15 procent lager risico op overlijden – zelfs wanneer rekening werd gehouden met het verhoogde risico op huidkanker.
‘Verschillende grote studies naar de effecten van vitamine D-supplementen hebben teleurstellende resultaten opgeleverd.’
Dat komt overeen met de resultaten van een ander groot onderzoek dat tien jaar eerder werd gepubliceerd. Onder leiding van Pelle Lindqvist, epidemioloog aan het Karolinska Instituut in Stockholm, volgde het 30.000 Zweedse vrouwen gedurende 20 jaar.
Ook hieruit bleek dat, zelfs na correctie voor factoren als leeftijd, welvaart en gezondheid, zonzoekend gedrag gelinkt was aan een lagere kans op overlijden door alle oorzaken. Mensen die het meest aan de zon werden blootgesteld, hadden slechts de helft van het risico om te overlijden in vergelijking met degenen die het minst aan de zon werden blootgesteld.
‘Het algemene beeld is dat de voordelen van zonlicht opwegen tegen de risico’s, op voorwaarde dat je niet verbrandt’, stelt Richard Weller, dermatoloog aan de Universiteit van Edinburgh en een van de auteurs van het Britse onderzoek.
Lindqvist en Weller zijn twee van de zeventien wetenschappers die ook een overzichtsartikel hebben geschreven, gepubliceerd in juni, waarin ze volksgezondheidsinstanties aansporen om meer aandacht te besteden aan het groeiende bewijs voor de gunstige effecten van uv-straling.
Melanine
De evolutie wijst er sterk op dat zonlicht voordelen heeft. In het zonovergoten Afrika, waar de eerste haarloze mensen evolueerden, voorzag het hen van veel melanine, een pigment dat de huid helpt beschermen tegen de DNA-verstorende effecten van uv-licht.
Maar toen een deel van die mensen naar het noorden migreerde, naar plaatsen met minder zon, daalde het melaninegehalte van hun nakomelingen, waardoor er meer uv-straling kon binnendringen.
Een lichte huid is minstens twee keer geëvolueerd – eenmaal bij de moderne Europeanen en nogmaals bij de Oost-Aziaten – en de evolutionaire druk die dat veroorzaakt heeft, behoort tot de sterkste die in het menselijk genoom is waargenomen, aldus David Whiteman, specialist op het gebied van huidkanker bij het QIMR Berghofer Medical Research Institute in Brisbane.
Dit alles wijst erop dat uv-straling een functie heeft in de menselijke biologie – en dat zowel te weinig als te veel zonlicht ongewenst is.
Een van de voordelen van zonlicht is algemeen bekend. Ultraviolette straling is nodig voor het lichaam om vitamine D aan te maken. Een tekort aan dit nutriënt kan bij kinderen leiden tot zachte botten en skeletafwijkingen. Hogere vitamine D-waarden in het bloed worden in verband gebracht met allerlei potentiële gezondheidsvoordelen, van een betere hartgezondheid tot een lager risico op kanker.
Maar verschillende grote studies naar de effecten van vitamine D-supplementen hebben teleurstellende resultaten opgeleverd, zegt Amaya Virós, een huidkankeronderzoeker aan de Universiteit van Manchester. (In 2022 stelde een editorial in het New England Journal of Medicine dat artsen, gezien deze bevindingen, hun patiënten niet langer zouden moeten aanraden om deze supplementen voor algemeen gebruik in te nemen.)
Hoge bloeddruk
Sommige onderzoekers denken nu dat het verband tussen vitamine D en een goede gezondheid in feite verklaard kan worden door andere chemische processen die worden beïnvloed door zonnestralen. Aan kandidaten geen gebrek: zonlicht lijkt de expressie van veel verschillende genen te beïnvloeden.
Een mechanisme dat in het oog springt, heeft betrekking op stikstofmonoxide, een signaalmolecuul dat onder andere de bloedvaten ontspant en de bloeddruk verlaagt. In 2009 toonde een groep onderzoekers in Duitsland aan dat uv-straling chemische stoffen in de huid omzet in stikstofmonoxide, dat vervolgens in het bloed terechtkomt, en dat blootstelling van het hele lichaam een snelle en aanzienlijke daling van de bloeddruk veroorzaakte.
Alles wijst erop dat uv-straling een functie heeft in de menselijke biologie, en dat zowel te weinig als te veel zonlicht ongewenst is.
Dat ligt in de lijn van bestaande gegevens waaruit blijkt dat de bloeddruk de neiging heeft te stijgen naarmate men verder van de evenaar komt. In een artikel uit 2017 werd een stijging van ongeveer 5 mm kwik (de eenheid waarin de bloeddruk wordt gemeten) vastgesteld voor elke duizend kilometer ten noorden van de evenaar.
Hoge bloeddruk is een risicofactor voor hartziekten, en het sterftecijfer als gevolg van hartziekten in landen op hoge breedtegraden vertoont ook een opvallend seizoenspatroon, met een piek in de winter en een dieptepunt in de zomer. Dat is deels te wijten aan kouder weer, veranderingen in het voedingspatroon en dergelijke. Maar sommige onderzoekers vragen zich af of het ook gedeeltelijk te wijten zou kunnen zijn aan een gebrek aan zon.
Een andere intrigerende reeks bewijzen betreft de effecten van uv-straling op het immuunsysteem. Bij multiple sclerose (MS) lijkt het verlichting te bieden (net als hoge bloeddruk lijkt MS vaker voor te komen op hogere breedtegraden). Sommige wetenschappers onderzoeken of de effecten van uv op het immuunsysteem ook het vermogen om kanker te bestrijden kunnen verbeteren.
In nog niet gepubliceerd onderzoek hebben Virós en Weller een specifiek immuunmechanisme (dat geen verband houdt met vitamine D) bij zowel mensen als laboratoriummuizen bestudeerd dat het risico op uitzaaiing van kanker naar andere delen van het lichaam mogelijk vermindert.
Andere studies melden een verband tussen blootstelling aan de zon en lagere percentages diabetes (met bewijs van muizen dat opnieuw wijst op stikstofmonoxide). Een gebrek aan zonlicht wordt beschouwd als een belangrijke reden waarom in sommige Aziatische steden meer dan 80 procent van de tieners nu een bril nodig heeft. Fel licht – van het soort dat binnenshuis moeilijk te genereren is – lijkt van vitaal belang te zijn voor de regulering van de groei van de ogen van kinderen.
Australië
Dit alles voedt de roep van sommige onderzoekers om de richtlijnen voor de volksgezondheid aan te passen, zodat er minder nadruk wordt gelegd op het vermijden van de zon en wordt erkend dat de risico’s en voordelen verschillen tussen mensen met een lichtere of donkerdere huid. ‘Je kunt iemand van Afrikaanse afkomst niet vertellen dat hij dezelfde risico’s en voordelen heeft bij blootstelling aan de zon als iemand met een Schotse achtergrond’, zegt Virós. In Groot-Brittannië sterven jaarlijks veel meer mensen (ongeveer 170.000) aan hart- en vaatziekten dan aan huidkanker, waaraan ongeveer 3000 mensen overlijden, aldus Weller.
‘Het idee dat zonlicht zowel voordelen als risico’s heeft, maakt het lastig om een boodschap over volksgezondheid over te brengen.’
Niet iedereen is even enthousiast. Veel van het nieuwe onderzoek dat wijst op voordelen is alleen uitgevoerd bij mensen met een lichte huidskleur in landen waar weinig zon is. De positieve resultaten op het gebied van bloeddruk, kanker enzovoort lijken biologisch aannemelijk, zegt Whiteman.
Maar door de aard van epidemiologisch onderzoek is het moeilijk om er zeker van te zijn dat onderzoekers écht aan alle andere mogelijke verklaringen hebben gedacht. Biologische mechanismen voor veel van de duidelijke verbanden tussen zonlicht en gezondheid ontbreken nog steeds of worden slecht begrepen. ‘Ik denk dat we nog niet echt bewijs hebben’, zegt hij.
In Groot-Brittannië concludeerde het National Institute for Health and Care Research eerder dit jaar dat het bewijs niet sterk genoeg was om het officiële advies om tussen maart en oktober sterk zonlicht te vermijden, te wijzigen.
Maar elders veranderen de zaken. Australië zit vol met mensen van Europese afkomst die evolutionair gezien niet geschikt zijn voor het klimaat waarin ze nu leven, zegt Whiteman. Als gevolg daarvan heeft het land een van de hoogste percentages huidkanker ter wereld en was het een pionier in het uitdragen van de boodschap om de zon te vermijden, die nu de norm is geworden. Toch heeft het land vorig jaar zijn richtlijnen aangepast om rekening te houden met de voordelen van zonlicht en het belang van huidskleur.
Het idee dat zonlicht zowel voordelen als risico’s heeft, maakt het lastig om een boodschap over volksgezondheid over te brengen, zegt Antony Young, bioloog gespecialiseerd in licht en huid aan het King’s College in Londen. Toch ziet hij het begin van een verschuiving op dit gebied. ‘Niemand zegt dat je moet verbranden. Maar sommige van mijn collega’s die nooit enige vorm van opzettelijke blootstelling aan de zon hebben bepleit, beginnen misschien wat milder te worden.’
© The Economist