Is er in de toekomst opnieuw plaats voor leeuwen en hyena’s in ons landschap?

© Getty Images/iStockphoto
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De Britse bioloog en milieuactivist George Monbiot barst niet alleen van de briljante ideeën, maar is ook een begenadigd verteller. Vrijdag sprak Monbiot in een volle aula van de Universiteit Antwerpen over ‘rewilding’: het opnieuw plaats maken in ons landschap voor grote dieren.

Als George Monbiot het heeft over het opnieuw introduceren van grote dieren in ons landschap, dan gaat het niet om bevers en otters (‘kleintjes’), maar om bizons, beren en zelfs olifanten. Geen nood: het hoeft niet per se volgend jaar al te gebeuren, maar als toekomstproject kan het tellen.

Zonder PowerPoint en zonder tekst sprak Monbiot vrijdag over aanpassingen die planten als buxus en sleedoorn bij ons vandaag nog hebben, omdat ze zich ooit moesten verweren tegen begrazing door olifanten en neushoorns. Hij sprak over beenderen van reuzennijlpaarden die in Londen onder het huidige Trafalgar Square gevonden werden bij het plaatsen van het beroemde standbeeld van Lord Nelson. Hij sprak over leeuwen en reuzenhyena’s in onze contreien – dieren die tot na de laatste grote ijstijden universele soorten waren, en niet grotendeels beperkt waren tot het Afrikaanse continent zoals vandaag.

De meeste van die soorten verdwenen zo’n 30.000 jaar geleden, vlak na de komst van de moderne mens met zijn wapens en eenvoudige technologieën, waar ze geen verweer tegen hadden. Helaas is er momenteel geen ruimte voor hun terugkeer, gesteld dat we de maatschappij ervan zouden kunnen overtuigen dat zoiets een goede zaak zou zijn: er is al veel weerstand tegen ‘kleine’ soorten als de vos en de wolf die zich mooi lijken in te passen in een door mensen gedomineerd landschap.

Landbouwgrond

De oplossing ligt volgens George Monbiot in het opnieuw wild laten worden van onze natuur (en in mensen die hun ‘wilde’ aard opnieuw wat naar boven laten komen). Dat kan alleen als er massaal landbouwgrond uit productie wordt genomen. Volgens George is het conflict tussen mensen en wilde dieren eerder een conflict tussen het vee van mensen en wilde dieren. Een wolf gaat geen mensen aanvallen, wel schapen. En het grootste deel van de landbouwgrond is ingeschakeld in de productie van vee.

De grote hoop van George, zelf een overtuigd veganist, maar realistisch genoeg om te beseffen dat niet iedereen even gemakkelijk dierlijke producten zal kunnen afzweren, is dat we op relatief korte termijn geen vee meer zullen moeten kweken om in vlees te voorzien, maar het vlees zelf gaan kweken, in stamcelculturen of culturen waarin bacteriën plantaardige eiwitten omzetten in dierlijke.

Er zijn dus geen dieren meer nodig, maar wat eenvoudig te kweken cellen. Die technologieën zijn in de maak en bieden een toekomstperspectief met een sterk verminderde druk van de mensheid op zijn leefomgeving, waardoor echte natuur weer veel meer ruimte zou krijgen. Je zou er zelfs optimistisch van gaan worden.

Een groot voordeel van de terugkeer van grote roofdieren zou ook zijn dat er geen menselijke jagers meer nodig zijn, die hun storende aanwezigheid in ons landschap vandaag systematisch proberen te vergoelijken door de stelling dat ze het bestand van hun prooien moeten reguleren, omdat er geen andere roofdieren meer zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content