Hormoon in ei bepaalt competitie tussen jonge vogels
Vogels geven hormonen mee in de dooier van hun eieren, die bijgevolg de embryo’s kunnen beïnvloeden.
Er zijn aanwijzingen dat de hoeveelheid mannelijke hormonen (androgenen, zoals testosteron) in een ei toeneemt met het aantal eieren dat gelegd is. (Voor een goed begrip: ook vrouwelijke dieren produceren mannelijke hormonen.)
Biologe Maud Poisbleau van de Universiteit Antwerpen onderzoekt met haar collega’s het voorkomen van androgenen in de dooier van rotspinguïns op de Falkland Islands. Dat lijkt bizar, maar de rotspinguïn is een interessant geval, omdat de eieren uitkomen in omgekeerde volgorde van de sequentie waarin ze gelegd worden. Het tweede ei in een legsel komt bij deze soort meestal uit vóór het eerste, terwijl dat voor de meeste vogelsoorten andersom is. Voor de rotspinguïn betekent dit dat het kuiken uit het tweede ei méér kans heeft om in leven te blijven dan het andere, want het eerste dat uitkomt is in het voordeel ten opzichte van de rest.
Het onderzoek, gepubliceerd in het vakblad General and Comparative Endocrinology, bevestigt dat het tweede gelegde ei op allerlei vlakken ‘beter’ is dan het eerste. Het heeft ook meer androgenen in zijn dooier. Hoe later in het seizoen een legsel gelegd wordt, hoe groter het verschil in androgenengehalte tussen de twee eieren.
Er kan verondersteld worden dat verschillen in androgenengehalte het agressief karakter van kuikens beïnvloeden, waardoor het eerste het meeste kans heeft het er goed af te brengen als het, bijvoorbeeld in tijden van voedselschaarste, in rechtstreekse competitie moet met het tweede.
In het vakblad Biology Letters toont dezelfde onderzoeksploeg aan dat er geen aanwijzingen zijn dat vrouwtjes veel energie verliezen als gevolg van het afzetten van mannelijke hormonen in de dooier van hun eitjes. Wel blijkt uit hun cijfers dat lichte vrouwtjes verhoudingsgewijs meer androgenen in het eerst uitkomende ei zetten dan zwaardere dieren. Ervan uitgaand dat lichtere vrouwtjes minder goede vissers zijn dan zwaardere, lanceren de biologen de hypothese dat die meer belang hebben bij een gezonde – mee door hormonen bepaalde – competitie tussen hun kuikens dan de andere. De kans dat hun jongen met elkaar in competitie moeten, is groter dan bij moeders die betere vissers zijn. (DD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier