Geen GGO-gewassen op ons bord: terecht of niet?

© getty
Marleen Finoulst
Marleen Finoulst Arts en journalist

Een appel die niet bruin verkleurt na het doorsnijden, tomaten die veel meer antioxidanten bevatten dan de gangbare, aardappelen die tegen een stootje kunnen…: die GGO-gewassen bestaan, maar op ons bord komen ze niet. Hoe komt dat?

Zonder het te beseffen komen we dagelijks met genetisch gewijzigde gewassen in contact, want ruim 70% van alle katoen is afkomstig van genetisch gemodificeerde planten. Tenzij u enkel biologische of organische katoen koopt, al is niet zeker dat die duurzamer is. ‘Dankzij genetische modificatie zijn katoenplanten beter bestand tegen insecten, waardoor boeren minder insecticide hoeven te gebruiken’, steekt moleculair bioloog René Custers, al iets meer dan 20 jaar verbonden aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), van wal. Custers houdt zich vooral bezig met veiligheid, wetgeving en de maatschappelijke aspecten van moderne biotechnologie.

Veredeling

Alle gewassen die we vandaag consumeren zijn het resultaat van menselijke selecties en tussenkomsten. Dat gebeurde zowel vroeger als vandaag met gewasveredelingsmethoden: eetbare gewassen verbeteren om meer en beter voedsel te kunnen produceren. Aanvankelijk bestond veredeling uit de selectie van zaden van de beste planten, om ze vervolgens te telen, en uit het kruisen van verwante planten. Die klassieke veredelingsmethoden zijn gebaseerd op het bijeenbrengen van verschillende erfelijke eigenschappen en op het selecteren van spontane mutaties: af en toe doen zich kleine wijzigingen voor in het genetisch materiaal die soms leiden tot verbetering. ‘De minder bitter smakende (‘zoete’) spruitjes zijn bijvoorbeeld een product van klassieke veredeling’, legt Custers uit. Door de vele mutaties ontstaat ook een diversiteit aan planten. ‘Alle koolsoorten zijn afkomstig van 1 wilde moedersoort. Spruitjes of ‘Brussels sprouts’ werden voor het eerst door een boer in het Brusselse gevonden, terwijl broccoli ergens in Italië is ontstaan. Een bloemkool is eigenlijk een vergroeide, woekerende bloemknop. Laat je ze doorgroeien, dan zullen er ook echte bloemen aan verschijnen.’

De groenten en fruit die u kunt kopen op versafdelingen in de supermarkten van de Europese Unie bevatten in de regel geen GGO’s.

René Custers, Vlaams Instituut voor Biotechnologie

Ongeveer driekwart eeuw geleden begon men zelf mutaties op te wekken door planten bloot te stellen aan chemische stoffen of radioactieve straling. Dat noemt men mutatieveredeling. ‘Mutatieveredeling is een blinde benadering’, zegt Custers. ‘Je lost bij wijze van spreken een schot hagel op het erfelijk materiaal, waarmee je in een keer duizenden willekeurige mutaties genereert. Je selecteert vervolgens de planten met de interessantste nieuwe eigenschappen. Ongemerkt neem je echter ook nog andere wijzigingen mee die je op het eerste gezicht niet ziet. Een voorbeeld van mutatieveredeling is de roze pompelmoes. Een mutatie in het genetisch materiaal is verantwoordelijk voor de roze kleur en verminderde bitterheid, wat bij veel consumenten beter in de smaak valt.’ Er zijn nog veel meer groenten en fruit die ergens in hun veredelingshistoriek een stukje mutatieveredeling hebben zitten.

Genetische modificatie

Vandaag kan men dankzij genetische technieken zeer gericht wijzigingen aanbrengen in het genoom van een plant, waardoor men in het labo bijvoorbeeld uit een gele doelgericht een roze pompelmoes kan maken. Het maakt mutatieveredeling of ‘blind schieten’ met radioactiviteit of chemische stoffen grotendeels overbodig, terwijl het uiteindelijke resultaat hetzelfde kan zijn. ‘Bij genetische modificatie zoals die tot voor kort vooral werd toegepast wordt erfelijk materiaal van de ene naar de andere soort overgeplant. Gevoelsmatig wordt voor sommige mensen daarmee een grens overschreden.’

Misschien herinnert u zich de veldproeven met GGO-aardappelen in Wetteren die in 2011 leidden tot rellen, waarbij activisten de plantjes uittrokken en de emoties hoog oplaaiden op het proefveld en in de media. ‘Het ging nochtans om aardappelen waarin erfelijk materiaal uit wilde aardappel was geïntroduceerd’, herinnert Custers zich. ‘Ze waren resistent tegen de beruchte aardappelziekte, een schimmel die ertoe leidt dat boeren ieder jaar meer dan 10 keer moeten spuiten om hun oogst te vrijwaren. Het bedrijf BASF had ook zo’n resistente aardappel ontwikkeld, maar besloot die GGO-aardappel uiteindelijk niet te commercialiseren.’

Politiek klimaat, perceptie en publieke opinie steken de GGO-verbetering van gewassen zeer geregeld stokken in de wielen. Tegenstanders willen niet dat de landbouw in handen valt van enkele grote multinationals, een begrijpelijke bezorgdheid. Ze zien het ook als een bedreiging van de biologische landbouw. Sommige mensen maken zich daarnaast volgens Custers nog onterecht ongerust over de impact op de gezondheid. ‘Vandaag zijn genetisch gemodificeerde gewassen qua veiligheid de meest gecontroleerde gewassen die er bestaan’, klinkt het. ‘Zeker in Europa, waar de wetgeving uiterst streng is. We weten meer over GGO-gewassen dan over de conventioneel veredelde gewassen die we dagelijks eten.’

De versafdeling

‘De groenten en fruit die u kunt kopen op versafdelingen in de supermarkten van de Europese Unie bevatten in de regel geen GGO’s’, verzekert Custers. ‘Buiten Europa bestaan ze wel. In de Verenigde Staten en Canada is er al enkele jaren een GGO-appel op de markt die niet bruin verkleurt na het doorsnijden. Van zowel de Golden, de Granny Smith als de Fuji- appel bestaat een ‘arctic’ variant. Voor deze eigenschap werd 1 enzyme uitgeschakeld.’ De appel is niet alleen interessant voor consumenten die een appel in het slaatje snijden, maar ook voor producenten van voorverpakte slaatjes en andere vormen van ‘processed food’ met verse appel. Landbouwafhankelijke toepassingen zoals deze, waarbij genetische wijzigingen aan gewassen worden aangebracht die vervolgens geteeld worden, zijn in de Europese Unie niet toegelaten. Worden ze goedgekeurd voor import, dan moeten ze een GGO-label dragen. ‘In België vind je in de supermarkt zo goed als geen gelabelde GGO-producten terug.’

Er bestaan ook GGO-toepassingen waarbij GGO’s een rol spelen in het productieproces, en die zijn wel toegestaan in Europa, zelfs zonder labeling. Een voorbeeld is fruitsap. Custers: ‘Bij de productie van fruitsap voegt men hulpstoffen toe: enzymes die de wanden van appelsiencellen verzwakken, waardoor ze meer sap loslaten bij het persen en je dus meer sapopbrengst hebt.’ Zulke enzymes worden gewonnen uit micro-organismen die genetisch gemodificeerd zijn om het enzyme op een zo efficiënt mogelijke manier te produceren. Er zijn ook toepassingen van GGO-gewonnen enzymes in onder andere kaas, bier, wijn en zuivel.

Te veel onzekerheid

De Europese regelgeving voor GGO-gewassen legt producenten op vooraf tests te doen die de veiligheid garanderen. Pas daarna kunnen ze een marktvergunning aanvragen. De dossiervereisten zijn zeer streng (en dus zeer duur), waardoor enkel grote bedrijven het zich kunnen veroorloven een GGO-gewas te ontwikkelen. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) kan op basis van het ingediende dossier beslissen dat een GGO-gewas veilig is voor de gezondheid, maar dat leidt niet automatisch tot een vergunning.

De Europese landen beslissen vervolgens of het gewas op de Europese markt mag, maar daarbij bereiken ze zelden een consensus. Daarom worden de dossiers doorgeschoven naar de Europese Commissie, die dan zelf beslist of het product kan worden toegelaten of niet. ‘Langs deze weg kreeg al een 60-tal GGO-producten een vergunning voor import in de Europese Unie. Het gaat vooral om gewassen die in veevoeder verwerkt worden, zoals soja, maïs en koolzaad.’ Er is maar 1 teelttoelating in Europa en die is voor een insectenresistente maïs. Die wordt in slechts enkele EU-lidstaten verbouwd, onder meer in Spanje. Het spreekt voor zich dat bedrijven nog weinig investeren om GGO-producten op de Europese markt te brengen.

Geen GGO-gewassen op ons bord: terecht of niet?
© GETTY

CRISPR

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat GGO-producten schadelijk zijn voor de gezondheid. ‘Dat is een achterhaald argument’, bevestigt René Custers. Soms is zelfs het tegendeel waar. ‘In de VS zijn er aardappelen op de markt die minder asparagine bevatten, waardoor er bij verhitting minder van het kankerverwekkende acrylamide wordt gevormd.’ Het bedrijf dat die ‘gezondere’ aardappel op de markt heeft gebracht, krijgt echter moeilijk voet aan de grond in de VS. ‘Grote ketens zoals McDonald’s gebruiken ze liever niet en worden daarin waarschijnlijk gedreven door marketingoverwegingen. Ook in de VS groeien de ‘organic market’ en de ‘vegan’ beweging, die vaak lijnrecht tegenover GGO’s staan.’

Het is frustrerend voor wetenschappers die de verbeterde gewassen ontwikkelen. Zij houden hun hart vast voor de perceptie van de baanbrekende CRISPR-technologie, de nieuwste techniek om veilig en zeer precies genetische wijzigingen in gewassen te introduceren. Er is veel tegenwind, en Europa lijkt van zins de zaak te bemoeilijken. ‘Als in een ananasplant op een veld een spontane mutatie plaatsvindt die tot gevolg heeft dat de ananas roze wordt, dan mag de ananas meteen verkocht worden. Doet men exact hetzelfde door de mutatie gericht aan te brengen met CRISPR, met exact dezelfde ananas als resultaat, dan moet die ineens een uiterst strikte GGO-toelatingsprocedure doorlopen. En die procedure werkt in de praktijk, zeker voor de teelt, als een blokkade’, licht Custers toe. ‘Vanuit wetenschappelijk oogpunt is dat moeilijk te begrijpen.’

Wat biedt de GGO-versafdeling buiten Europa?

– Virusresistente papaya’s: de papayateelt op Hawaï was met uitsterven bedreigd door een virusziekte

– Arctic appels, die niet bruin verkleuren bij het doorsnijden

– Roze ananas, die zoeter smaakt en meer van het antioxidant lycopeen bevat

– Virusresistente squash (een soort courgette)

– Aardappelen die weinig (kankerverwekkend) acrylamide vormen bij verhitting

Geen GGO-gewassen op ons bord: terecht of niet?
© GETTY

Verregaande veredeling

Klassieke en mutatieveredelingstechnieken zullen ook in de toekomst nog uiterst belangrijk blijven, en Europa zal bij gebrek aan andere mogelijkheden daarop moeten inzetten. Ook met die technieken kan al heel veel, en dat laat zich voelen in onze versafdelingen. Enkele decennia geleden vond je bijvoorbeeld maar een beperkt aantal tomatensoorten in de supermarkt, vandaag is het tomatenaanbod bijzonder groot. Ook de diversiteit aan sla wordt steeds groter, en tegenwoordig kun je ook groene of paarse bloemkolen kopen.

Geen GGO-gewassen op ons bord: terecht of niet?
© GETTY

Gemodificeerd veevoeder

GGO-gewassen worden weliswaar zuinig geteeld in Europa, ze worden wel vlot ingevoerd voor niet-humane consumptie, zoals GGO-soja en -maïs. Die producten zijn vooral te vinden in veevoeder. Koop je een zak mengvoeder voor je kippen, dan is de kans groot dat er GGO-ingrediënten bij zitten (staat steeds op het etiket). Ongeveer 80% van de mengvoeders voor vee bevat GGO’s.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content