Guy T'Sjoen

‘De huidige organisatie van zorg voor transgenders in België schiet stilaan tekort’

Guy T'Sjoen Professor endocrinologie aan de UGent en hoofd van het Centrum voor Seksuologie en Gender

De Universiteit van Vlaanderen vroeg aan endocrinoloog Guy T’Sjoen of het gevaarlijk is om van geslacht te veranderen. ‘Het is gevaarlijker om niets te doen, om zorg te ontzeggen, of om zorg ondermaats te organiseren.’

Is het gevaarlijk om van geslacht te veranderen? Wat ik vooral in bovenstaande vraag hoor, is de stem van de mensen die voor zichzelf willen verantwoorden om niets te doen, om niet betrokken of geïnteresseerd te zijn. Ze zijn nog jammer genoeg met velen, gelukkig steeds minder, die hun hulpverlenerstaak niet willen of durven nakomen. Niet alle hulpverleners moeten transgenderzorg als prioriteit opnemen, en ik ben de eerste die zal toegeven dat de aandacht voor het transgender thema in Vlaanderen in 2018 via de media buitenproportioneel geweest is. Ik kan ook de redenering volgen dat andere gezondheidsonderwerpen zoals kanker, astma of dementie meer aandacht en fondsen verdienen.

De huidige organisatie van zorg voor transgenders in België schiet stilaan tekort.

De media-aandacht voor het transgender onderwerp staat in schril contrast met de vaststelling dat er in Vlaanderen effectief slechts één multidisciplinair centrum is die een volledige zorg aanbiedt voor zij die het wensen. Hier en daar ontstaan kleine eilandjes van zorg, of is er een individuele hulpverlener geïnteresseerd. In Wallonië raakt het centrum in Luik tevens stilaan georganiseerd, al is er daar nog een lange weg af te leggen. Ik juich deze verbreding van het zorglandschap toe, want mijn team kan de grote toestroom nauwelijks aan, en mensen zorg ontzeggen is gevaarlijk. Te veel transpersonen veranderen nog van hulpverlener omwille van een gebrekkige kennis of slecht onthaal, maar het is hoopvol om te melden dat er vooral uit Vlaamse hoek een toenemend aantal zorgverleners is die transgenders niet uit de weg gaat als die zich aandienen.

In 2018 hebben we enkele van onze verhalen getoond via de televisieprogramma’s als ‘M/V/X’, en ‘Topdokters’, via de geschreven pers, en via de informatie die we gaven aan onze Gentse trots Lukas Dhont, regisseur van ‘Girl’, maar de aandachtige toeschouwer zag evengoed de kwetsbare mensen achter de successen en hoorde soms intrieste verhalen. Mensen die hulp vragen, verdienen het niet om geridiculiseerd te worden, of de misplaatste verontwaardiging van hulpverleners, Jan met de pet of de bekende politicus te ondergaan. Je moet als transgender persoon wel tegen een stootje kunnen, en dat geldt ook voor de hulpverleners in deze sector.

Mensen die hulp vragen, verdienen het niet om geridiculiseerd te worden.

Soms komt de aanval vanuit onverwachte hoek. Sommige mensen uit de doelgroep zijn sterk gekant tegen enige medische inmenging en hebben een hekel aan het woord ‘zorg’. De fout die deze ‘activisten’ maken is mijns inziens dat ze iedereen willen dwingen om hun agenda (dwz. demedicalisering) te accepteren. Te vaak gaat dit gepaard met een gebrek aan overleg, een ongenuanceerde kwaadheid, en gaan ze een respectvol debat uit de weg. Wat zij vergeten is dat de zorgsector in de voorbije 30 jaar ook een revolutie gekend heeft betreffende het transgender thema.

Ondertussen zorgen ze ervoor dat door deze attitude het onbegrip van velen verder wordt aangewakkerd. Een treffend voorbeeld is de polemiek die ontstond in de Verenigde Staten- gelukkig voorlopig minder luid in Europa- dat het toch wel niet zou kunnen dat een cisgender (dit wil zeggen, niet transgender) acteur een transgender personage vertolkt in eerder genoemde film. De solidariteit binnen de LGBTQIA-community is jammer genoeg soms ver te zoeken, en als zelfs trans-activisten mensen die zorg wensen dat aanbod willen beperken, wordt het gevaarlijk.

De vraag naar zorg zal echter enkel toenemen, dat weten we al via onze collega’s in Amsterdam, die altijd wat voorlopen op ons. De huidige organisatie van transgenderzorg in België schiet stilaan tekort. Mijn team werkt zeer hard, maar nog altijd zijn de wachttijden te lang, en dat is gevaarlijk. In het UZ Gent werken we al lang niet meer voor 30 maar ondertussen voor meer dan 450 Belgische transgender personen per jaar. Een betere accomodatie om zorg aan te bieden aan transgender personen en een gezondere werkomgeving voor de medewerkers staat hoog op mijn agenda.

Belang van verder onderzoek

Het Transgender Infopunt, wat een onthaal- en informatiekanaal is voor alles wat te maken heeft met het thema transgender in Vlaanderen, moet verder uitgebouwd worden. Alle aandacht gaat nu naar de transgender personen zelf, maar ook de zorg voor ouders, partners, kinderen,… schiet ruim te kort. Ook dat is gevaarlijk. De limiet van wat wij aankunnen is bereikt, en ook dat is een risico voor de mensen die zich dagelijks inzetten om transgender personen op te vangen, en hiervoor onmogelijke uren kloppen. Wat ik ook wil is dat veel meer collega’s artsen zich betrokken tonen, ook huisartsen. We hebben alle noodzakelijke informatie hapklaar aangeleverd via de website transgenderinfo.be en – specifiek voor hulpverleners – transgenderzorg.be. Zich wegsteken achter een te beperkte opleiding over dit thema is geen geldig argument meer.

Als hoogleraar, clinicus en researcher aan de Universiteit Gent ligt mijn focus naast aanbieden van klinische zorg natuurlijk ook op onderzoek. De resultaten van ons Vlaamse onderzoek krijgt internationale weerklank. De organisatie EPATH, -European Professional Association for Transgender Health- wil deze research verpreiden binnen Europa. Dit lijkt meer en meer te lukken. De organisatie kent een toename aan onderzoek met meer dan 50% over de laatste 2 jaar.

Om de vraag ‘Is het gevaarlijk om van geslacht te veranderen?’ beter te kunnen beantwoorden is er meer onderzoek nodig, niet alleen op korte termijn maar ook middellange- en langetermijnonderzoek. Wie onderzoek zegt, bijvoorbeeld naar de optimalisatie van de hormonale behandeling, hoort meteen ook de vraag naar fondsenwerving. Dit realiseren via de officiële competitieve onderzoekskanalen blijkt erg moeilijk, want we strijden voor hetzelfde geld met collega’s van de genetica, immunologie en oncologie. Onder meer daarom werd recent een UGent-onderzoeksfonds voor transgenderonderzoek opgestart. We gaan dus bijkomend op zoek naar alternatieve fondsenwerving, en vragen het ruime publiek om een gift. Het is onze opdracht om meer onderzoek te doen en om een vinger aan de pols te houden. Alle beetjes, groot of klein, helpen ons daarbij.

Op het einde van elk jaar zeg ik aan mijn team: ‘De mediastorm zal nu wel voorbij zijn’. Ik ben telkens weer fout. In Vlaanderen hebben we in 2018 onze rol met verve gespeeld, al zeg ik het zelf, en we zijn zeer benieuwd naar wat 2019 zal brengen. We dragen sowieso de onderzoeksagenda verder uit via het Europese congres in april 2019. We hebben nog maar het topje van de ijsberg gezien, onthou mijn woorden. Als we in België zorg ondermaats blijven organiseren en te weinig toekomstvisie hebben, dan pas wordt het gevaarlijk.

Partner Content