Beestenboel: de Antwerpse haven heeft de grootste rugstreeppaddenpopulatie van Vlaanderen

© iStock

De lelijke rugstreeppad heeft haar oorspronkelijke leefgebied noodgedwongen vervangen door lelijke terreinen.

De rugstreeppad is het beste bewijs van het feit dat je aartslelijk kunt zijn, maar toch op begrip kunt rekenen. Het dier is met zijn wratachtige huid nog lelijker dan een doorsneepad. Zijn plompe lijf is zo zwaar voor zijn lengte dat hij niet kan springen. Zijn pootjes zijn zo kort dat hij bijna niet kan zwemmen – hij heeft dus ondiep water nodig. Om toch een beetje frivoliteit in zijn voorkomen te hebben, kreeg hij een mooi afgelijnde, geelachtige streep midden op zijn rug, waaraan hij zijn naam te danken heeft.

Vroeger was de rugstreeppad een algemene soort van heidevennen en duinplasjes, van mooie gebieden in de Kempen en de kuststreek dus. Maar omdat zowel heidevennen als duinplasjes op grote schaal opgeofferd zijn aan de vooruitgang met haar hang naar voor de mens nuttige biotopen, is de rugstreeppad in de verdrukking geraakt. Ze staat op de rode lijst van bedreigde soorten in Vlaanderen en geniet Europese bescherming. Waarmee bewezen is dat natuurbescherming zich niet beperkt tot aaibare soorten.

Biologe Karen Cox van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) beschreef met haar collega’s in het blad Natuur.focus het wedervaren van de pad op de weinige plekken waar ze nog voorkomt in de kuststreek, ten westen van de IJzer. Hun belangrijkste besluit was dat de genetische veelzijdigheid van de overgebleven populaties beperkt is, wat ongunstig is voor hun overleving.

Rugstreeppadden kunnen een strandwandeling vna acht kilometer maken, maar ze nemen er wel hun tijd voor.

Door allerlei obstakels, meestal van menselijke aard, raken padden uit buurgemeenschappen niet meer bij elkaar. De belangrijkste route tussen twee populaties bleek over het strand te lopen, waarbij rugstreeppadden, als strandwandelaars, meer dan acht kilometer kunnen overbruggen – ze nemen daar wel hun tijd voor. Ze moeten hun wandeling goed plannen, want het is cruciaal dat ze uit de buurt van de vloedlijn blijven. Als ze door zeewater overspoeld worden, is het einde nabij.

Toch heeft de rugstreeppad een manier gevonden om aan de noodtoestand te ontsnappen. Ze exploreert een lelijk surrogaat voor haar mooie oorspronkelijke biotopen: opgespoten terreinen en andere plekken met open en zonnige stukken vol beschermingsmogelijkheden (zoals stenen) en niet te zware grond zodat ze zich kan ingraven. Ze heeft water nodig voor haar voortplanting, in de vorm van plasjes die snel opwarmen. Als het terrein doorgeploegd wordt door koeien of paarden wordt het nog beter, want hoefafdrukken in wat vochtige aarde bieden een rugstreeppad ideale uitgangsposities om in de grond te kruipen.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de Antwerpse haven momenteel de grootste rugstreeppaddenpopulatie van Vlaanderen heeft. Er moeten duizenden dieren leven. Op steeds meer plekken hoor je ’s nachts in de lente de monotoon ratelende zangconcerten waarmee mannelijke rugstreeppadden met hun opblaasbare keelzak zich zo interessant mogelijk maken voor vrouwelijke.

In de Waaslandhaven vind je op sommige plekken veel meer rugstreeppadden dan andere soorten. Zo kan het gebeuren dat spelende kinderen na een ravotbeurt naar huis komen met een emmer die bijna overloopt van de rugstreeppadden die ze vingen. Het spreekt voor zich dat de gevangen diertjes weer worden vrijgelaten. Op die manier ziet de toekomst er, ondanks een precair recent verleden, toch veelbelovend uit voor de soort.

Partner Content