Zuid-Afrikaans doodseskaderleider komt vrij: wie is ‘Moordenaar nummer 1’?

Eugene de Kock, de 'moordenaar nummer 1' van de Apartheid in Zuid-Afrika komt vrij. © AFP
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Eugene de Kock, de ‘moordenaar nummer 1’ van het Apartheidsregime in Zuid-Afrika, komt voorwaardelijk vrij. De ‘Prime Evil’ stond tijdens de Apartheid aan het hoofd van een moordmachine.

Voor Eugene Alexander de Kock komt zijn voorwaardelijke vrijlating als een verjaardagscadeau. Een dag na zijn 66e verjaardag maakte de Zuid-Afrikaanse minister van Justitie Michael Masutha het nieuws bekend in het kader van de ‘nationale verzoening’.

De Kock zat 20 jaar in de gevangenis voor zijn rol als Apartheidsmoordenaar. In 1996 werd hij veroordeeld tot 212 jaar en tweemaal levenslang voor het doden van de leiders van de antiapartheidsbeweging, vooral diegenen van het Afrikaanse Nationaal Congres (ANC). Het is net die ANC-regering die hem nu vrijlaat uit de gevangenis.

Stille jongen

Al van jongs af aan wilde de jonge, stille Eugene, zoon van een magistraat, politieofficier worden. Zijn poging om zich bij de elitetroepen aan te sluiten mislukte vanwege zijn slechte zicht.

In 1979 stichtte hij mee de beruchte Koevoet-eenheid, die vrijheidsactivisten van de South West Africa People’s Organisation (Swapo) doodde. Swapo vocht voor de bevrijding van het huidige Namibië. In 1983 werd De Kock overgeplaatst naar Vlakplaas, waar hij de leider werd van een antiterreureenheid die verantwoordelijk was voor het kidnappen, folteren en vermoorden van zwarte antiapartheidsactivisten.

Gruwelijkheden

Na de eerste democratische verkiezingen in Zuid-Afrika in 1994 werd De Kock gearresteerd en voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie gebracht, die werd opgericht om misdaden van de Apartheid aan het licht te brengen en eventueel te vergeven. Koelbloedig en tot in het kleinste detail beschreef De Kock de vele gruwelijkheden van zijn doodseskader. Hij omschreef zichzelf als ‘staatsmoordenaar’ en zei dat hij handelde op politiek bevel.

De commissie onder leiding van Desmond Tutu verleende hem amnestie voor een flink deel van de misdaden, waaronder twee bomaanslagen en twaalf moorden op anti-apartheidsmilitanten.

De amnestie gold evenwel niet voor de moord op vijf mannen in 1992. De commissie meende dat die slachtoffers geen link hadden met de anti-Apartheidsguerrilla en dat een politiek motief niet kon worden ingeroepen. De Kock bleef dus in de cel.

In de cel vroeg hij aan de families van zijn slachtoffers om vergiffenis, gaf de namen van zijn oversten vrij die hem bevelen gaven en werkte hij mee om de gedumpte lijken te lokaliseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content