Wie is Sergej Sjojgoe, de ultieme overlever in de Russische politiek?
Ondanks het rampzalige verloop van de oorlog en de onvrede in militaire kringen blijft de Russische defensieminister Sergej Sjojgoe voorlopig in het zadel. Portret van de politieke ontsnappingskunstenaar die de sok in het Russische leger invoerde.
Een aangename bries waait over het Kathedraalplein wanneer Vladimir Poetin het woord neemt. Daar, op een inderhaast opgezet podium, dankt de Russische president op dinsdag zijn veiligheidsdiensten, die volgens hem een burgeroorlog hebben voorkomen. Zij zijn, volgens Poetin, ‘de ware verdedigers van het Vaderland’. Subtiel aanwezig aan de rand van het kleine groepje toehoorders: Sergej Sjojgoe, minister van Defensie.
Aan niets was te zien dat Sjojgoe twee dagen voordien nog de inzet was geweest van een gewapende muiterij waarbij maar liefst zes Russische legerhelikopters werden neergehaald en een belangrijke Russische garnizoensstad een dag lang bezet werd. Jevgenij Prigozjin, de balsturige baas van het Wagner-huurlingenleger die beweerde geen staatsgreep te plegen maar een ‘Mars voor de Rechtvaardigheid’ te houden, had naar eigen zeggen slechts één doel: het ontslag van defensieminister Sjojgoe en legerstafchef Valerij Gerasimov. Minder dan een etmaal later blies Prigozjin de aftocht richting Belarus. Van Prigozjins eis is dan al geen sprake meer. Sjojgoe blijft aan. Voorlopig toch.
Dat de defensieminister afgelopen dinsdag erkenning kreeg voor zijn nobele werk, is in zekere zin opmerkelijk. Sjojgoe was afgelopen weekend in geen velden of wegen te bekennen. Zowel de minister van Defensie als de stafchef van het Russische leger vond het op het moment dat een gewapend huurlingenleger richting Moskou trok kennelijk niet nodig om een teken van leven te geven. Tot op heden heeft Sjojgoe met geen woord over de muiterij gerept.
Redder in nood
Sjojgoe past de verdwijntruc wel vaker toe. Kort na het begin van de grootschalige invasie van 24 februari 2022, toen al snel duidelijk werd dat het Russische plan om Oekraïne in enkele dagen tijd te onderwerpen had gefaald, verdween hij al eens wekenlang van het toneel. Volgens de geruchtenmolen had hij hartproblemen, wat het Russische ministerie van Defensie meteen ontkende. De mop deed de ronde dat Poetin nog niet beslist had hoe ernstig Sjojgoes hartproblemen waren. Pas in juli, lang na de gênante terugtrekking van het Russische leger uit de regio rond Kiev, hervatte Sjojgoe zijn openbare leven.
Sjojgoe is de ultieme politieke overlever. Hij is al minister sinds 17 april 1991, toen Michaïl Gorbatsjov nog president van de Sovjet-Unie was. Op een korte pauze van zes maanden als gouverneur van de oblast Moskou na maakt hij onafgebroken deel uit van de Russische regering. Zijn weinig charismatische voorkomen compenseert hij feilloos met administratieve nauwgezetheid. Sjojgoe is de ultieme bureaucraat, een vergadertijger die als geen ander weet waar de knopjes van de immense Russische staatsmachine voor dienen. Hij heeft bovendien een feilloos gevoel voor pr. Hij mist zelden een gelegenheid om zijn verdiensten in de verf te zetten, maar weet nog beter wanneer hij beter even uit het zicht blijft.
Sjojgoe komt letterlijk van ver. Hij is afkomstig uit Toeva, een godvergeten en onherbergzame regio aan de grens met Mongolië. Als jongeling doorliep hij alle nodige communistische organisaties. Toen de Sovjet-Unie uit elkaar spatte, veranderde hij spontaan in een energieke overheidsmanager. Als minister van Noodsituaties – ja, Rusland ondergaat zoveel rampspoed dat het een permanente minister voor Noodsituaties heeft – bouwde hij een efficiënt overheidsagentschap uit, dat over een enorm grondgebied geregeld zijn nut bewijst. Het geeft hem de mogelijkheid om over de regio’s heen een netwerk uit te bouwen. Zijn ministerschap blijkt verre van ondankbaar: in zowat elke Russische regio is Sjojgoe bij gelegenheid de redder in nood. Niemand minder dan Poetin zal dat zorgvuldig opgebouwde imago in zijn presidentschap imiteren.
Een recente vriend
Voor de buitenwereld was Sjojgoe tot voor kort vooral bekend van de jaarlijkse kampeertripjes die hij voor Poetin organiseerde. Het zijn de druk gefotografeerde uitjes waarbij Poetin in bloot bovenlijf een snoek harpoeneert, op kaukasusherten jaagt en in een speedboot over een meer stuift. Sjojgoes talent als reisleider bezorgt hem een onschatbare hefboom: een directe lijn met Poetin. Tijdens de ondertussen beruchte nachtelijke hockeypartijtjes mag Sjojgoe meespelen in het team van Poetin. Hij heeft genoeg politiek instinct om het scoren aan de baas over te laten.
Naar Poetins normen is Sjojgoe een recente vriend. Beide heren leren elkaar kennen in 1999, wanneer Poetin premier en vervolgens president wordt. Boris Jeltsin overweegt Sjojgoe aanvankelijk als een mogelijke opvolger, maar kiest finaal voor Poetin. Als lijsttrekker voor de partij Eenheid behaalt Sjojgoe in 1999 een monsterscore bij de parlementsverkiezingen, en creëert zo de parlementaire meerderheid waarmee Poetin zijn eerste ambtstermijn als president kan ingaan. Eenheid gaat twee jaar later op in Verenigd Rusland, de huidige partij waartoe onder anderen Poetin behoort. Hoewel Sjojgoe eerst de fusie probeert te voorkomen, zal hij zichzelf toch opnieuw in de gratie werken. In 2000 doet hij Poetin een labrador retriever cadeau, die af zou stammen van een labrador retriever die ooit nog van Leonid Brezjnjev is geweest. Het is die hond die Poetin in 2007 gebruikt om Duits bondskanselier Angela Merkel — wier angst voor honden genoegzaam bekend is — de stuipen op het lijf te jagen.
Binnen het uiterst gesloten machtssysteem, waarin Poetin nadrukkelijk vasthoudt aan zijn oude vrienden, is Sjojgoe een absolute uitzondering. In tegenstelling tot de andere siloviki (‘krachtpasters’, de term waarmee de bazen van de veiligheidsagentschappen bedoeld worden) is hij geen oude bekende van Poetin. Zowel Aleksandr Bortnikov, de directeur van de inlichtingendienst FSB, als Nikolaj Patroesjev, de secretaris-generaal van de Russische veiligheidsraad, kent Poetin sinds zijn KGB-periode in de jaren zeventig. Aleksandr Bastrykin (de directeur van het Onderzoekscomité, zeg maar de Russische tegenhanger van de FBI) en Sergej Narysjkin (het hoofd van de buitenlandse inlichtingendienst SVR), zijn voormalige medestudenten. Viktor Zolotov, de hondstrouwe directeur van de Nationale Garde (die Poetin oprichtte als een soort keizerlijke wacht), was Poetins bodyguard in de woelige jaren negentig.
Tussen al die haviken lijkt Sjojgoe een eerder plompe patrijs. Hij geniet respect als capabel organisator, die met de blik van een ingenieur naar de problemen kijkt. Hij is geen echte militair, maar wordt desalniettemin gedoogd. Het is misschien zijn voornaamste kwaliteit als overlever in het uiterst kannibalistische Russische systeem: Sergej Sjojgoe lijkt voor niemand een bedreiging.
De invoering van de sok
In 2012 lijkt zijn carrière op een zijspoor gezet te worden. Sjojgoe wordt benoemd tot gouverneur van de oblast Moskou. Het is duidelijk een demotie naar een achterafdepartement. Toch gaat hij zonder morren aan de slag. Nauwelijks zes maanden later wordt zijn voorbeeldige houding beloond en maakt Poetin hem minister van Defensie.
Waar Sjojgoe van het ministerie van Noodsituaties een gestroomlijnde organisatie maakt, blijkt het Russisch leger moeilijker te hervormen. Veel heeft te maken met de context waarin hij aantreedt. Zijn voorganger Anatolij Serdjoekov had het totaal verkorven binnen de generale staf. In tegenstelling tot zijn voorgangers had Serdjoekov – op zijn legerdienst na – geen noemenswaardige militaire ervaring. Hij keek met een economische bril naar het leger, en zag een hopeloos corrupte en gedateerde organisatie, die ondanks een verpletterend militair overwicht ondermaats gepresteerd had bij de inval in Georgië van 2008. Hij probeerde ook te breken met de gewoonte om het leger als orderboek voor de oubollige Russische wapenindustrie te gebruiken. Als de Russische industrie er niet in slaagt om moderne wapens te produceren, kopen we ze wel in het buitenland, vond Serdjoekov. Toch zal het finaal niet zijn moderniseringsdrang zijn die Serdjoekovs lot bezegelt. Hij blijkt een buitenechtelijke affaire te hebben, een in Rusland veelvoorkomend euvel dat evenwel niet handig is wanneer je getrouwd bent met de dochter van Viktor Zoebkov, de machtige voorzitter van staatsbedrijf Gazprom.
Serdjoekovs moderniseringsdrang is een fout die Sjojgoe niet zal herhalen. Waar Serdjoekov voortdurend lijnrecht tegen de (zaken)belangen van de militaire leiding inging, toont Sjojgoe zich buigzaam als riet. Hij gaat te werk als een doorgewinterd politicus, met bijzondere aandacht voor de (financiële) belangen van de legerleiding. Bij soldaten maakt hij zichzelf populair door de sok in te voeren. Ja, tot 2013 moesten sommige Russische soldaten het nog altijd doen met portjanki, doeken die rond de voet gebonden moesten worden. Het helpt dat het ministerie van Defensie extra geld te besteden heeft. Sjojgoe laat geen kans schieten om te poseren terwijl hij alweer een hypermodern wapensysteem presenteert. In 2020 opent hij de Hoofdkathedraal van de Strijdmacht, een orthodoxe kathedraal die geheel gewijd is aan de weldaden van het Russische leger.
Bovendien komt het leger in die dagen goed uit de verf. De annexatie van de Krim in 2014 verloopt gesmeerd, zonder bloedvergieten. Ook de Russische campagne in Syrië geeft het regime een vertrouwensboost. Het Russische leger geldt, althans qua reputatie, opnieuw als het tweede leger ter wereld. In de wandelgangen circuleert Sjojgoes naam als een mogelijke opvolger voor Poetin.
Scheldberichten
Van die reputatie blijft sinds 24 februari 2022 maar weinig over. De Russische inval in Oekraïne blijkt erbarmelijk gepland. Generaals en officieren zijn niet of rijkelijk laat gebrieft over de op handen zijnde aanvalsplannen. Al gauw blijkt het leger in zijn oude kwalen te vervallen: een gebrekkige coördinatie tussen de verschillende onderdelen, gammele logistiek en een kadaverdiscipline die het moreel onder het nulpunt jaagt. In zijn sporadische persbriefings blijft Sjojgoe herhalen dat alles volgens plan verloopt en er recordaantallen Oekraïens wapentuig vernietigd worden. Oekraïners grappen dat het tweede leger ter wereld nu het tweede leger in Oekraïne is.
Voor het eerst komt er kritiek. Onder nationalistische brulboeien wordt Sjojgoe weggezet als een lulletje rozenwater dat de ballen niet heeft om door te pakken. En er is natuurlijk Jevgenij Prigozjin, de baas van de huurlingengroep Wagner die het ministerie van Defensie nadrukkelijk zal uitdagen. De voorbije maanden lanceerde Prigozjin almaar vaker scheldtirades richting Sjojgoe en legerstafchef Gerasimov, waarbij beide heren ervan beticht werden het oudste beroep ter wereld te beoefenen. Prigozjin beschuldigde Sjojgoe ervan opzettelijk munitie in te houden en zo de opmars van Wagner in Bachmoet te bemoeilijken. Sjojgoe heeft de aantijgingen altijd straal genegeerd.
In zekere zin profiteert Sjojgoe van de eis die Prigozjin op tafel legde. Zelfs als Poetin – geheel tegen zijn gewoonte in – zou overwegen om zijn defensieminister aan de kant te schuiven, heeft Prigozjin hem die mogelijkheid zo goed als ontnomen. Sjojgoe nu ontslaan zou suggereren dat Poetin naar het pijpen van Wagner danst. Het helpt dat Sjojgoe eens te meer zijn uiterste best doet om niet in de kijker te lopen, en vooral geen bedreiging te lijken. De politieke overlever gaat voorlopig nog niet met pensioen.
Oorlog in Oekraïne: alles wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier