Wat te doen tegen fake news? ‘De zwarte doos van Facebook en Twitter moet open’

© Xavier Truant
Jeroen Zuallaert

De Brits-Russische auteur Peter Pomerantsev dook onder in de moderne informatieoorlog. ‘We kunnen de strijd tegen desinformatie niet winnen met regels alleen’, concludeert hij.

‘Heb jij er wel eens bij stilgestaan hoe normaal we het vinden dat er mensen zijn die voortdurend boze berichten online zetten? Tien jaar geleden hadden we zo iemand net niet gek verklaard. Nu doet haast iedereen het.’ Peter Pomerantsev lijkt het zelf nog niet helemaal te vatten. ‘Ik zie het aan beide kanten van mijn vriendenkring: je hebt Russen die de vreemdste samenzweringstheorieën over de Amerikaanse ex-presidentskandidaat Hillary Clinton rondpompen, maar evengoed Amerikaanse liberals die bereid zijn de ergste verhalen over president Donald Trump te geloven. Je ziet hen gewoon afdrijven.’

Poetin en Salvini begrijpen hoe politiek in de 21e eeuw werkt.

Toch verdiept hij zich al jaren in de duistere wereld van informatieoorlogen, beïnvloedingscampagnes en Facebookalgoritmen. In zijn vorige boek, Niets is waar en alles is onmogelijk, beschreef Peter Pomerantsev, zoon van Russischtalige Oekraïense dissidenten, zijn ervaringen als documentairemaker bij de Russische televisie. Vandaag is hij onderzoeker aan het Institute of Global Affairs van de London School of Economics, waar hij vooral onderzoekt hoe moderne technologieën worden aangewend door autoritaire regimes. Dit is geen propaganda, zijn nieuwste boek, is een bijwijlen verontrustend relaas van wat ondertussen het nieuwe normaal lijkt te zijn.

‘Als wij over informatieoorlog spreken, denken we spontaan aan technieken als misleidende artikels of hacking’, zegt Pomerantsev. ‘Maar als de Russen erover spreken, bedoelen ze iets veel groters. Sinds de jaren negentig gebruiken heel wat Russische academici het concept om de wereld te verklaren. Ze geloven bijvoorbeeld dat de Sovjet-Unie door “informatievirussen” is ineengestort, en niet door de economie of de enorme mensenrechtenschendingen. Ze zijn ervan overtuigd dat een concept als vrijheid van meningsuiting dient om Rusland schade te berokkenen. Het gevaarlijkste aan de informatieoorlog is dat concept zelf. Door erover te spreken, gaan we mee in een soort cynisch wereldbeeld waarin geen plaats is voor morele waarden of vooruitgang.’

Vreest u dat dat wereldbeeld zich zal verspreiden?

Peter Pomerantsev: Je ziet het al bij Donald Trump. In de controverse rond de Russische inmenging bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 zei hij: ‘Het maakt niet uit wat de Russen gedaan hebben, want wij doen hetzelfde.’ Hij vindt dus, net als de Russen, dat elke krant of zender die over buitenlandse politiek schrijft aan inmenging doet. Het probleem is dat je op die manier informatie en nieuws als een veiligheidsrisico ziet. Neem de nieuwe Franse kieswet, die alle desinformatie offline wil halen: dat is exact wat het Kremlin wil – dat we censuur beginnen toe te passen, en dat elk land op den duur soevereiniteit over het internet wil. We kunnen de strijd niet winnen met regels alleen.

Peter Pomerantsev, Dit is geen propaganda: de oorlog tegen de waarheid, Hollands Diep, 288 blz., 24,99 euro
Peter Pomerantsev, Dit is geen propaganda: de oorlog tegen de waarheid, Hollands Diep, 288 blz., 24,99 euro© GF

Hoe moeten we dan met desinformatie omgaan?

Pomerantsev: Over het algemeen vind ik het een goed principe dat we valse informatie counteren met betrouwbare. Het punt is alleen dat de tegenstander het niet erg vindt om op leugens betrapt te worden. Veel westerse overheden zijn nu op zoek naar wat een proportioneel antwoord is. Wat moet onze respons zijn als Rusland de Amerikaanse verkiezingen probeert te beïnvloeden? Vaardigen we sancties uit? Hacken we terug? Dat is het voornaamste probleem: Rusland wéét dat het straffeloos te werk kan gaan. Meer nog: het heeft er alle belang bij dat wij zijn hackingoperaties ontdekken.

Hoe bedoelt u?

Pomerantsev: Toen Rusland in crisis was in de jaren negentig, heeft het macht vervangen door informatie. Gleb Pavlovski, de voormalige spindoctor van Vladimir Poetin, heeft me eens verteld dat de Russische president vandaag overal zijn vingerafdrukken achterlaat. Rusland heeft weinig moeite gedaan om te verhullen dat het de servers van de Republikeinen en de Democraten heeft proberen hacken. Voor hen is dat een soort substituut voor echte macht.

U beschrijft in uw boek hoe de informatie ook de oorlogvoering veranderd heeft.

Pomerantsev: Vroeger werd informatie gebruikt om oorlog te voeren. Vandaag is ze het doel op zich. Bij de oorlog in Oost-Oekraïne was het fascinerend om te zien dat geen van beide partijen echt bezig was met grondgebied of het innemen van strategische posities. De strijd ging om de beeldvorming, niet om territorium. Op de Russische televisie monteerden ze beelden van protesten voortdurend aan oorlogsbeelden, wat de suggestie oproept dat betogen automatisch tot rellen en oorlog leidt. De Oekraïners probeerden dan weer te tonen dat de kant van Rusland kiezen automatisch tot oorlog en verwoesting leidt. Wie welke brug of stad innam, deed er eigenlijk niet toe. Het bloedvergieten: alleen dat is nog altijd écht.

Dat is het voornaamste probleem: Rusland wéét dat het straffeloos te werk kan gaan.

Vooral autoritaire leiders lijken van de nieuwe media te profiteren. Hoe komt dat?

Pomerantsev: Omdat de algoritmen van Google en Facebook artikels belonen die viraal gaan, en dat zijn bijna altijd de extreemste en spectaculairste. Samenzweringstheorieën vallen onder die categorie. Alle autoritaire leiders schetsen de wereld in termen van samenzweringen, want dat geeft mensen het idee dat ze machteloos zijn: hoe kun je iets veranderen als de hele wereld tegen je samenzweert? En dus heb je een sterke leider nodig.

We moeten ook erkennen dat de Poetins en de Salvini’s van deze wereld beter begrijpen hoe politiek in de eenentwintigste eeuw werkt. Ze snappen dat we in diep verdeelde maatschappijen leven, waarin je al die subgroepen moet verenigen rond een vaag gevoel. De milieubeweging is de enige linkse beweging die dat goed begrepen heeft. Zij heeft ingezien dat je verschillende groepen moet aanspreken om impact te hebben, omdat je er met liberaalgezinden alleen niet komt.

Hoe herstellen we de normaliteit?

Pomerantsev:(demonische lach) Aha, de vraag van één miljoen. Ik denk dat we onze ideeën over vrijheid van meningsuiting en democratie moeten aanpassen aan het digitale tijdperk. We hebben in de eerste plaats radicale transparantie nodig. We begrijpen niet hoe onze informatieomgeving vorm krijgt. Waarom krijg ik bepaalde artikels te zien en pakweg mijn schoonmoeder totaal andere? Zijn de berichten die we te zien krijgen ‘organisch’ of maken ze deel uit van een campagne? Zolang we daar geen duidelijkheid over hebben, raken we nergens.

Is dat niet een beetje paranoïde? Ondergraven we met zulk wantrouwen niet het vertrouwen in ons politieke systeem?

Pomerantsev: Donald Trump heeft al aangekondigd dat de komende verkiezingen in de Verenigde Staten vervalst zullen worden, omdat Google voorrang zal geven aan ‘links-liberaal’ nieuws. Het probleem is: er is geen enkele manier om te controleren of dat klopt. De algoritmen van Google, Facebook of Twitter zijn een zwarte doos. Die doos moet open.

Wat staat politici te doen die de Trumps van deze wereld willen verslaan?

Pomerantsev: Leiders als Donald Trump, Jair Bolsonaro, Matteo Salvini en Rodrigo Duterte hebben één ding gemeen: het zijn nostalgici. Wie van nostalgie een politiek project maakt, heeft geen behoefte aan ratio. Liberale democraten moeten daar een toekomstbeeld tegenover weten te stellen. Maar daarvoor heb je normen nodig, een ideaalbeeld waarnaar je streeft, en dat idee heeft de politiek allang verlaten. We zien in Syrië de gruwelijkste mensenrechtenschendingen, maar er gebeurt eigenlijk niets. Dat baart mij de meeste zorgen. Voor westerlingen betekent populisme doorgaans alleen dat onze leiders zich raar gedragen. In landen als Syrië of de Filipijnen is het vaak een kwestie van leven of dood.

Peter Pomerantsev

– 1977: geboren in Kiev als zoon van Oekraïnse dissidenten

– 1978: verhuist naar Londen

– 1995-2001: studeert Engels en Duits aan de Universiteit van Edinburgh

– 2001: verhuist naar Moskou, waar hij werkt als EU-consulent

– 2006: gaat als documentairemaker aan de slag bij de Russische televisiezender TNT

– Sinds 2017: onderzoeker aan de London School of Economics

Auteur van Alles is waar en niets is onmogelijk (2015) en Dit is geen propaganda (2019)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content