James Clapper, het hoofd van de Amerikaanse inlichtingendiensten, gaat na of zijn afluisterprogramma’s voldoende het evenwicht bewaren tussen de nationale veiligheid en het privéleven.
Clapper heeft daarvoor een speciale werkgroep in het leven geroepen, deelt hij mee. De oprichting van zo’n werkgroep was vrijdag gesuggereerd door de Amerikaanse president Barack Obama, toen hij meer transparantie aankondigde bij de inlichtingendiensten na de zaak-Snowden.
Vertrouwen behouden
De werkgroep moet “evalueren of, in het licht van de ontwikkelingen inzake communicatietechnologie, de Verenigde Staten hun technische mogelijkheden voor dataverzameling gebruiken op een manier die de nationale veiligheid het best beschermt, net als het buitenlands beleid, terwijl er voldoende rekening wordt gehouden met andere beleidsoverwegingen, zoals het risico op niet-toegelaten onthullingen en de noodzaak om het vertrouwen van het publiek te behouden”, luidt het in een persbericht.
Nieuw hoofdstuk
Binnen de 60 dagen moet de werkgroep een tussentijds rapport overmaken aan de president. Ten laatste op 15 december moet er een eindrapport op tafel liggen, met de nodige aanbevelingen. Obama beloofde vrijdag tijdens een persconferentie “een nieuw tijdperk” in de inlichtingenverzameling, met meer toezicht, meer transparantie en meer barrières bij de activiteiten van de geheime dienst. (Belga/TV)
