VS deporteren in ijltempo Cambodjaanse migranten: ‘Mijn thuisland wil mij niet meer’
In oktober werd de Cambodjaanse gemeenschap in de Verenigde Staten opgeschrikt door de grootste razzia tot dan toe. De immigratiedienst heeft meer dan honderd Cambodjanen met een strafblad opgepakt om ze uit te wijzen. Daarmee drijft president Donald Trump de druk op migranten op. Maar de Amerikaanse Cambodjanen kennen hun moederland niet. In Cambodja wacht hen werkloosheid, depressie en wantrouwen.
Drie stoere kerels zitten ontspannen op een binnenkoer. Ze praten Engels met een sterk Amerikaans accent en spreken de harde taal van achtergestelde buurten. Hun tattoos verwijzen naar een leven op de straat. De ene noemt Massachusetts zijn thuis, de twee anderen zijn van Georgia.
Maar thuis ligt aan de andere kant van de wereld. Ze wonen al enkele jaren in Cambodja, tegen hun zin. Ze werden door justitie uitgewezen naar hun land van herkomst, een land dat ze niet kennen en waarvan ze de taal niet of nauwelijks spreken.
Deportees
Deze Amerikaanse Cambodjanen behoren tot een groep van meer dan 500 ‘deportees’ die sinds 2002 zijn teruggestuurd. Ze hebben heel hun leven in de VS gewoond. Hun ouders zijn in de jaren ’80 gevlucht toen hun land geteisterd werd door de genocidale Rode Khmer en de burgeroorlog die er op volgde. Tussen 1975 (begin Rode Khmer) en 1994 (einde burgeroorlog) werden 158.000 Cambodjanen in de VS toegelaten.
‘Ik ben in Thailand geboren, in een vluchtelingenkamp. Voor ik werd uitgewezen, was ik nog nooit in Cambodja geweest’, vertelt Chhean (35). ‘Ik wist niets van dit land. Ik sprak geen Khmer. Ik ben opgegroeid in Amerika, ik ben een Amerikaan.’
Chhean was 4 jaar toen hij naar de VS verhuisde. Zijn verarmde en getraumatiseerde familie kwam in de marginaliteit terecht. ‘Het was hard. Ik behoorde tot een minderheid van een minderheid. Het was moeilijk om te overleven, er was veel geweld. Ik moest me beschermen. Zo ben ik bij een bende terechtgekomen.’
‘Ik heb domme keuzes gemaakt. Ik was ‘een bedreiging voor de samenleving’. Er zijn geen excuses voor, ik kan alleen mezelf de schuld geven.’ Nadat hij een celstraf had uitgezeten, werd hij uitgewezen door de immigratiediensten.
Vechtpartij
Inwoners van de VS die geen staatsburger zijn en een veroordeling oplopen, kunnen teruggestuurd worden. Er is geen beroep mogelijk. De aard van het misdrijf speelt geen rol. ‘De immigratiedienst kwam me thuis oppakken’, herinnert Jock (49) zich. ‘Ik was ooit veroordeeld voor een vechtpartij op school, ik was toen achttien. Twintig jaar later werd ik daarvoor gedeporteerd.’
Jock spreekt vol ongeloof over wat hem overkwam. ‘Ik heb toen vijf jaar in de cel gezeten, ze dachten dat ik anders zou vluchten. Vijf jaar! Voor een vechtpartij! In de cel heb ik jaren gesmeekt: ‘Deporteer me alsjeblief’.’ Zijn vriend Chhean heeft ‘maar’ twee jaar vastgezeten voor hij op het vliegtuig werd gezet.
Jock is nu zes jaar in Cambodja. Ook hij kende het land niet. ‘Ik heb lang gehuild toen ik hier aankwam. Ik dacht dat mijn leven voorbij was. Iemand die een bank overvalt, komt na vijftien jaar vrij en kan opnieuw beginnen. Ik niet.’
De uitgewezen Cambodjanen vinden moeilijk werk. Dit arme land heeft een torenhoge werkloosheid. Ze kennen de taal niet goed en ze missen de nodige vaardigheden. Cambodja is een agrarisch land, maar dit zijn stadsjongens. Bovendien botsen ze op veel wantrouwen. Ze kleden en gedragen zich anders. Hun tattoos worden in Cambodja beschouwd als een teken van zware criminaliteit.
‘Ik heb hier zes jaar op rijstvelden gewerkt. Dat is eenvoudig maar hard werk. Ik vond niets anders’, vertelt een uitgewezen Cambodjaan die anoniem wil blijven. Hij heeft vorig jaar een certificaat voor leraar Engels behaald en geeft nu les.
‘In de VS werkte ik in de bouw, maar hier verdient dat slecht. Daarom ben ik boer geworden’, zegt Jock. ‘Als ik mango’s aan het plukken ben, kan ik ophouden met nadenken.’ Chhean kende dezelfde problemen. ‘Toen ik hier aankwam, kreeg ik angstaanvallen. Ik ben nog altijd niet helemaal aangepast. Op papier ben ik Cambodjaan, maar ik voel dat niet. Mijn thuisland wil mij niet meer. Cambodja is nu mijn ‘land of opportunity’. Ik moet er het beste van maken. Maar grootse plannen voor het leven heb ik niet.’
Psychiatrie
De Amerikaanse regering wil dat Cambodja meer van zijn kinderen terugneemt. Dat wordt door de internationale wetgeving verplicht als ze uitgewezen worden. Maar Phnom Penh staat er weigerachtig tegenover. Deze mensen hebben geen voeling met het land en kunnen zich moeilijk integreren in de maatschappij. Soms hebben ze zware psychiatrische aandoeningen, weet Jock. ‘Ik ken een zieke ‘deportee’ hier in de buurt. We noemen hem Smiley. Hij loopt de hele dag over straat. Hij beseft niet waar hij is, hij denkt dat hij nog in VS woont. Dat soort mensen moeten ze niet deporteren.’
De gevluchte gezinnen die in de jaren ’80 in de VS een nieuwe thuis vonden, brachten ook hun oorlogstrauma’s mee. ‘Mijn ouders hebben hongersnood en massamoord overleefd’, vertelt de leraar. ‘Ze vertellen er niet veel over. Ze willen het liever vergeten.’
In een onderzoek van het Amerikaanse Leitner Center in New York leed 62 procent van de Cambodjanen in Californië aan het posttraumatisch stresssyndroom. 51 procent had een zware depressie. Velen waren niet in staat om voor zichzelf of voor hun kinderen te zorgen. Ze kwamen in achtergestelde buurten terecht waar criminaliteit de norm was.
Daarom vinden hun psychiaters en advocaten dat vluchtelingen uit Cambodja een aparte behandeling verdienen. Maar president Trump wil de deportaties opdrijven. Er wachten nu in totaal 1900 Cambodjanen in de VS op hun uitwijzing. In het ‘Koninkrijk der Wonderen’ – zoals de Khmer hun land noemen – wacht hen vaak depressie, drank- en drugsmisbruik. Minstens zes uitgewezen Cambodjanen hebben zelfmoord gepleegd.
‘Ik mis mijn drie kinderen (24, 18 en 13)’, zegt Jock. ‘Een keer per week bel ik hen. Ik vertel hen niet hoe het hier met me gaat, ik wil ze niet ongerust maken.’ Ook de leraar heeft een kind in de VS. ‘Ik spreek met haar via Messenger. Meer kan ik niet doen. Ik kan haar missen zo veel ik wil, maar dat verandert niets.’
Eens uitgewezen is er geen weg meer terug. Ze kunnen het land waar ze zijn opgegroeid nooit meer bezoeken. ‘Hell yeah! Ik zou onmiddellijk teruggaan als ik kon. Niet morgen maar vandaag. Maar dat zal nooit gebeuren’, zegt Chhean lachend. Zijn vriend Jock ziet het anders. ‘Als je in de VS een strafblad hebt, laten ze je niet met rust. Ik wil nooit meer terug. Punt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier