Vrouwen dan toch niet in meerderheid in parlement IJsland

De Ijslandse premier Katrín Jakobsdóttir © belga

Het nieuwe parlement van IJsland zal dan toch niet uit meer vrouwen dan mannen bestaan. Na een hertelling van de definitieve resultaten blijkt nu dat minder dan 50 procent van de parlementsleden een vrouw is. Dat meldt persagentschap AFP.

Eerder op zondag werd bekendgemaakt dat IJsland het eerste land in Europa was dat meer vrouwelijke dan mannelijke parlementsleden zou tellen. Maar door de hertelling, die een paar stemmen in een van de zes kiesdistricten veranderde als gevolg van het complexe kiesstelsel, verloren drie vrouwen hun beloofde zetel. Daardoor daalde het aantal vrouwen in het nieuwe parlement van 33 naar 30, wat overeenkomt met een percentage van 47,6 procent van het totale aantal zetels.

Volgens gegevens van de Wereldbank heeft geen enkel land in Europa ooit de symbolische drempel van 50 procent overschreden. Zweden staat op kop met 47 procent vrouwelijke parlementsleden.

Wereldwijd zijn er vijf andere landen waar het parlement uit minstens de helft vrouwen bestaat: Rwanda (61 pct), Cuba (53 pct), Nicaragua (51 pct) en Mexico en de Verenigde Arabische Emiraten (50 pct), blijkt uit gegevens van de Interparlementaire Unie (IPU).

Hoewel verschillende partijen op eigen houtje een minimumaantal vrouwelijke kandidaten aanwijzen, is er geen wet die een quotum voor vrouwen bij de parlementsverkiezingen in IJsland voorschrijft. IJsland was ook het eerste land dat in 1980 democratisch een vrouwelijk staatshoofd verkoos.

Bij de verkiezingen van zaterdag heeft de uittredende regeringscoalitie goed gescoord. De Links-Groene partij van premier Katrín Jakobsdóttir doet het wat minder goed dan in 2017. Haar coalitiepartners, de conservatieve Onafhankelijkheidspartij en de agrarisch-liberale Progressieve Partij gaan er wel op vooruit.

Partner Content