Van Merkel tot Farage: zorgen de Europese verkiezingen voor een nationale aardverschuiving?

Europese verkiezingen © Dino
Kamiel Vermeylen

Vandaag beginnen in enkele lidstaten de Europese verkiezingen. Na 26 mei, wanneer België naar de stembus trekt, is er in elke lidstaat gestemd. Welke resultaten worden verwacht? Welke landen houden we maar beter in de gaten?

Van donderdag 23 mei tot en met 26 mei vinden in de 28 lidstaten van de Europese Unie verkiezingen plaats. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk begint men er vandaag aan. Het gros van de Europeanen, de Belgen inbegrepen, trekken op zondag naar de stembus. In Tsjechië vinden de verkiezingen zelfs op donderdag én vrijdag plaats (zie kaart).

Hoewel we enkel op kandidaten kunnen stemmen voor het Europees Parlement, hebben de Europese verkiezingen vaak nationale allures. Landelijke thema’s domineren dikwijls de campagne en steeds weer doen geruchten de ronde dat nationale politici de overstap zullen maken naar de Europese bühne. Daardoor gelden de Europese verkiezingen vooral als waardemeter voor het binnenlandse beleid. ‘Ze worden ook wel eens tweederangsverkiezingen genoemd’, licht professor Europese politiek Steven Van Hecke (KU Leuven) toe.

Maar ze missen zelden hun effect: de politieke dynamiek in een lidstaat is voor en na de Europese verkiezingen vaak verschillend. Doet een regering het allesbehalve goed op nationaal niveau, dan mag ze zich ook aan een Europese afstraffing verwachten. Regeringen, (oppositie)partijen en politici stellen onder impuls van de Europese resultaten hun koers bij of blijven bij hun programma als ze een goed rapport, lees: verkiezingsresultaat, kunnen voorleggen.

Van Merkel tot Farage: zorgen de Europese verkiezingen voor een nationale aardverschuiving?
© Philippe Baert

Wanneer de nationale verkiezingen net na de Europese plaatsvinden (zoals in Polen, Denemarken, Portugal, Griekenland en Oostenrijk), vormen ze een zeer betrouwbare opiniepeiling. Er zijn nog andere lidstaten waar de Europese verkiezingen voor een omslag kunnen zorgen op het nationale politieke niveau. Knack lijst enkele landen op die we extra in de gaten moeten houden.

Duitsland

In Duitsland loopt de huidige coalitie tussen de christendemocratische Union (CDU/CSU) van bondskanselier Angela Merkel en de sociaaldemocratische SPD van Andrea Nahles al een tijdlang stroef. De opkomst van de radicaal-rechtse AfD en de afgesprongen coalitieonderhandelingen tussen de Union, de Groenen en de liberale FDP mondde uit in een hernieuwde grote coalitie (2017), een verstandshuwelijk zeg maar. Vooral bij de SPD was men weinig enthousiast, een oppositiekuur leek beter om de partij te herprofileren. Schoorvoetend stapten de sociaaldemocraten in de regering.

Bij de Duitse sociaaldemocraten klinkt de vraag om de stekker uit de regering te trekken alsmaar luider.

De donkere wolken zijn niet verdwenen boven het Willy Brandt-Huis in Berlijn. De SPD is in alle landelijke peilingen voorbijgestoken door hun groene collega’s en de sociaaldemocratische toppolitici slagen er maar niet in om hun arbeiderselectoraat van de AfD terug te winnen. Nee, de politieke dynamiek bij de SPD komt van jongerenvoorzitter Kevin Kühnert. Met radicaal-linkse voorstellen stelt hij de centrumkoers van de partij in vraag en lokt in eigen rangen, maar ook in de pers, interessante discussies uit. Binnen de partij gaan alsmaar meer stemmen op om de regering te laten voor wat ze is.

Bij de Union is er meer reden tot optimisme. Ondanks aanzienlijk stemmenverlies ten opzichte van 2013 leidt de partij nog steeds autoritair het politieke klassement. De plooien tussen de CDU en de CSU zijn grotendeels gladgestreken, onder meer omdat Horst Seehofer niet langer CSU-voorzitter is en de Beierse deelstaatverkiezingen achter de rug zijn. Bovendien is Merkel momenteel nog steeds de populairste politica van het land – wie kan zulke resultaten na veertien jaar kanselierschap voorleggen?

Merkel krijgt van vriend en vijand nog altijd veel respect, toch is ze in eigen rangen niet langer onbesproken. Sleet? Te moe om te handelen? Voor de voorzittersverkiezingen in december 2018 moest de bondskanselier zich onder grote politieke druk uit de race voor de voorzitterverkiezingen terugtrekken. Merkel liet zich vervangen door haar vertrouwelinge Annegret-Kramp Karrenbauer. AKK, zo wordt ze genoemd, won maar nipt van de conservatief-liberale Friedrich Merz. Voor de nieuwe voorzitster van de CDU was dat het signaal voor een meer conservatieve koers om het Merkelimago van zich af te schudden én de Merz-kiezers te sussen.

Er wordt al langer gespeculeerd dat de Europese verkiezingen wel eens het einde van de grote coalitie kunnen betekenen, zeker omdat ze samenvallen met de stembusgang in Bremen. In die stadstaat is de schuld per hoofd het grootst van alle deelstaten. De SPD regeert er sinds einde 1946, het einde lijkt in zicht. De CDU ligt in peilingen net voor. Vallen de resultaten voor de SPD in Bremen én in Europa tegen, dan kan alles snel voorbij zijn.

‘Merkel weet dat’, schrijft der Spiegel deze week. De CDU heeft vrijwel meteen na de Europese verkiezingen een gesloten zitting georganiseerd. Voor velen is dat het signaal dat er nieuwe Bondsdagverkiezingen aankomen, Merkel naar Brussel verkast en AKK de fakkel overneemt. Merkel zei vorige week aan enkele Duitse kranten dat ze haar Europese verantwoordelijkheid wil opnemen, al ontkrachtte ze vervolgens de geruchten over een eventuele overstap naar Europa.

Het Verenigd Koninkrijk

In het Verenigd Koninkrijk is de brexit uiteraard hét verkiezingsthema: de Britten moeten door het uitstel van hun vertrek alsnog deelnemen aan de Europese verkiezingen. Hoewel de peilingen over Remain en Leave al maandenlang stabiel blijven, schieten die over de Europese stembusgang alle kanten uit.

Een maand na haar ontstaan piekt de Brexit Party, de one-issuepartij van Nigel Farage, met 37 procent op eenzame hoogte boven de rest van het partijenlandschap. Dat gaat vooral ten koste van de UKIP-partij, het vorige vehikel van Farage, en de Conservatives van premier Theresa May. Die laatste behaalt nog maar zeven procent en zakt naar de vijfde plaats. De Liberal Democrats, die zoals de Greens en Change UK in de Unie willen blijven, zien hun score verdubbelen terwijl de Labourpartij van Jeremy Corbyn op een maand tijd de helft van haar kiezers is kwijtgespeeld.

Wars van enige realiteitszin besloot Theresa May dinsdag om een aangepaste versie van haar terugtrekkingsakkoord met de Europese Unie opnieuw ter stemming voor het parlement te brengen. Met enige tegenzin beloofde de Britse premier een tweede referendum over de brexit indien haar akkoord door Westminster provisoir wordt goedgekeurd.

Het vertrek van Theresa May zal de anomalie in het Britse parlement alleen maar groter maken.

Het lijkt erop dat haar manoeuvre meer kwaad dan goed heeft gedaan. Ze wilde voor iedereen enkele broodkruimels op het bord leggen, maar heeft veel parlementsleden in het Engelse harnas gejaagd. De MPs die overtuigd zijn van het akkoord, willen niet weten van een tweede referendum. Zij die een tweede referendum willen, moeten niet weten van het akkoord. De brexiteers kan ze met haar voorstel al helemaal niet overtuigen. Na furieuze reacties lijkt het erop dat May haar plannen opnieuw zal moeten intrekken.

Verwacht wordt dat Theresa May onder druk van slechte Europese verkiezingsresultaten haar koffers in Downing Street 10 moet pakken. In dat geval krijgt u de boutade ‘The end of May at the end of May’ de komende weken meermaals te zien of te horen. Als de peilingen gelijk krijgen, wordt de kans op een oplossing van de brexit vervolgens nog kleiner. De overrompeling van Farage zal er vooral toe leiden dat Mays opvolger uit machtsoverwegingen opschuift richting een no-deal-brexit. Dat is de enige manier om de verloren stemmen terug naar de Conservatives te lokken.

Theresa May
Theresa May© Reuters

Maar het huidige Britse parlement wil van een uitstap zonder akkoord niet weten, wat de spanning tussen de wetgevende en de uitvoerende macht verder zal opdrijven. Nieuwe verkiezingen dan maar? Dat zal weinig veranderen. De fragmentatie in Westminster zal nog groter worden, net als de anomalie in de Britse politiek.

Oostenrijk

In het Alpenland is het ook hommeles nadat Ibizagate de extreemrechtse FPÖ in opspraak heeft gebracht. Partijvoorzitter Heinz-Christian Strache en fractievoorzitter Johan Gudenus stapten op, uit compromitterende beelden bleek dat ze niet ongevoelig waren voor Russisch geld. Omkoopbaar, zeg maar. Op vraag van bondskanselier Sebastian Kurz (ÖVP) moest ook minister van Binnenlandse Zaken Herbert Kickl opkramen. Dat was te veel van het slechte, vond Kickl. Waarna de resterende FPÖ-ministers de eer aan zichzelf hielden.

Overleeft bondskanselier Sebastian Kurz maandag de motie van wantrouwen?

Intussen is de regering aangevuld met vier technocratische ministers, ze maken de dienst uit tot aan de vervroegde verkiezingen in september. Vraag is in welke mate het schandaal zijn weerslag zal hebben op de Europese verkiezingen en hoe die resultaten de turbulente politieke dynamiek in Oostenrijk zullen beïnvloeden. Uit een weliswaar dubieuze peiling, afgenomen meteen na Ibizagate, bleek dat de FPÖ meteen vijf procentpunten zakte. De ÖVP lijkt te profiteren en wint vier procentpunten terwijl de sociaaldemocratische SPÖ stabiel blijft.

Ondanks de positieve peilingen zit Kurz allesbehalve gerust in het zadel. De FPÖ-kopstukken zinnen op wraak: zo zet je de FPÖ niet te kijk, Herr Bundeskanzler. Bij de SPÖ vinden ze dat Kurz nooit een coalitie had mogen vormen met de Freiheitliche. Bovendien zijn de sociaaldemocraten nog niet vergeten dat Kurz de roodzwarte coalitie in 2017 opblies om voor eigen succes te gaan. Kortom, Kurz is als ex-partner van de FPÖ niet geliefd bij de andere partijen. Eigen schuld?

Volgende week maandag, daags na de Europese verkiezingen, vindt een bijzondere zitting plaats in het Oostenrijks parlement: er wordt gestemd over een motie van wantrouwen tegen de kanselier. Voorlopig is nog niet duidelijk hoe de SPÖ en de FPÖ zullen stemmen. Momenteel voert president Alexander Van Der Bellen nog gesprekken met de verschillende partijen om te voorkomen dat de politieke chaos het land lamlegt.

De resultaten van de Europese verkiezingen zullen bepalen welke kant het opgaat. Vallen de resultaten voor beide partijen de SPÖ en de FPÖ tegen, zullen ze minder geneigd zijn om Kurz met een kanseliersbonus naar vervroegde verkiezingen te laten gaan. In dat geval zou Kurz de eerste Oostenrijkse bondskanselier zijn die door een motie van wantrouwen moet ophoepelen.

Polen

In Polen valt de Europese stembusgang pal tussen de lokale (oktober 2018) en de nationale verkiezingen (november 2019). In oktober won de regerende populistische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) van voorzitter Jaroslaw Kaczynski op het platteland aardig wat zetels, terwijl het Burgerplatform er vooral in de steden op vooruitging. Het leidde ertoe dat zowel regering als oppositie de overwinning opeisten.

Sinds de PiS-partij in 2015 aan de macht kwam, zijn de verhoudingen met het gros van de andere lidstaten en de Europese Unie er niet op vooruitgegaan. Omdat de regering structureel de Poolse rechtstaat ondergraaft, kijkt ze momenteel aan tegen een resem inbreukprocedures van de Europese Commissie. Daaronder de zogenaamde bevreesde Artikel 7-procedure waarmee Polen eventueel haar rechten in de schoot van de Europese Raad kan verliezen. Bovendien weigert het land mee te werken aan een spreidingsplan voor vluchtelingen uit Griekeland en Italië.

Krijgen we in Polen binnenkort opnieuw een pro-Europese regering?

Naar aanloop van de Europese verkiezingen hebben zowat alle grote oppositiepartijen besloten om zich te verenigen in de Europese Coalitie. Bedoeling is om de relaties tussen Polen en de Europese Unie opnieuw te normaliseren en om de macht van de PiS naar aanloop van de parlementsverkiezingen symbolisch te doorbreken. De Coalitie wil er door verbeterde relaties met Brussel vooral voor zorgen dat Polen in het kader van de volgende Europese meerjarenbegroting opnieuw voldoende budget krijgt van de Europese cohesiefondsen.

Momenteel zijn de PiS en de Europese Coalitie in de peilingen verwikkeld in een nek-aan-nekrace. De PiS-partij krijgt de steun van de katholieke kerk, maar nu die laatste door het zoveelste pedofilieschandaal opnieuw in opspraak is gekomen, kan dat eerder een nadeel dan een voordeel zijn.

In ieder geval zullen de resultaten van de Europese verkiezingen bepalend zijn voor de directe politieke toekomst van het land. Bij een goed resultaat zal de oppositie, in welke vorm dan ook, in november gesterkt naar de stembus trekken en de PiS misschiel wel van de troon kunnens stoten. Bij een slechte uitslag is het daarentegen niet uitgesloten dat de kersverse coalitie vrijwel meteen implodeert en we de komende jaren een nog conservatievere en eurosceptische regering krijgen.

In al deze landen zullen de Europese parlementsverkiezingen naar alle waarschijnlijkheid een grote nationale impact hebben. Maar ook in Griekenland, Denemarken en Portugal volgen binnenkort verkiezingen die door de Europese stembusgang beïnvloed kunnen worden. En wat met Italië, waar wordt gefluisterd dat Lega-voorzitter Matteo Salvini de coalitie met de Vijfsterrenbeweging zal opblazen om een rechts front te vormen? Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content