Ruim 27.000 kinderen van vermoedelijke jihadisten die momenteel worden vastgehouden in het kamp Al-Hol in het noordoosten van Syrië moeten worden gerepatrieerd vanwege de erbarmelijke, onmenselijke en mogelijk dodelijke omstandigheden daar. Dat heeft Amnesty International dinsdag gezegd.
Die minderjarigen uit Syrië, Irak en meer dan 60 andere landen worden willekeurig van hun vrijheid beroofd, hebben beperkte levensmiddelen en mogen zelfs binnen het kamp niet vrij bewegen. Daarbovenop komt het klimaat van alomtegenwoordig geweld, hekelt de ngo in een persbericht. “Ze krijgen te maken met ellende, trauma’s en dood”, zegt Diana Semaan, Syrië-onderzoeker bij Amnesty International. “De regeringen moeten ophouden hun verplichtingen op het vlak van mensenrechten niet na te komen en het recht van deze kinderen op leven, overleven en ontwikkeling respecteren. Hun repatriëring moet snel en prioritair georganiseerd worden.”
Sinds de val van terreurgroep Islamitische Staat (IS) in 2019 worden tienduizenden mensen vastgehouden in het vluchtelingenkamp Al-Hol. Het gaat vooral om vrouwen en kinderen die min of meer verbonden zijn met IS maar ook om duizenden anderen die er gestrand zijn nadat ze gevlucht waren voor het conflict in Syrië”, aldus Amnesty op basis van getuigenverklaringen.
Ons land repatrieerde in juli zes IS-vrouwen en tien kinderen uit een ander kamp, het kamp Al-Roj in Noord-Syrië.