Lieven Buysse
‘Terugkeer David Cameron is veel meer wanhoopsdaad dan meesterzet’
‘De keuze voor David Cameron als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken laat de bloedarmoede zien van de Conservatives’, schrijft Lieven Buysse. ‘Wat blijft er nog over van de geloofwaardigheid van Rishi Sunak?’
Helemaal uniek is de Camback niet, maar de comeback van Brits oud-premier David Cameron naar het politieke voorplan als minister van Buitenlandse Zaken is best wel opmerkelijk. Meer dan een jaar na zijn aantreden en meer dan een jaar voor de verkiezingen slaagt premier Sunak er maar niet in de opiniepeilingen voor zijn partij op te krikken. De nieuwe verschuivingen in zijn kabinet moeten het tij keren, maar het blijft dansen op een slappe koord.
Sunak moest maandag absoluut ingrijpen. Zijn Binnenlandminister Braverman had net niet openlijk om haar ontslag gesolliciteerd door haar politiediensten frontaal aan te vallen, een hard opiniestuk te publiceren tegen het advies van de premier in, en een opeenvolging van polariserende uitspraken. Nu doet Sunak haar een cadeau: in de regering kon ze haar forse retoriek nooit waarmaken, maar als Downing Street vervroegd vrij zou komen, staat Braverman alvast op de eerste rij om er in te trekken.
Zijn herschikt kabinet verraden een kleine wending naar een gematigdere toon. Sunak haalt het populisme weg van de prestigieuze ministerportefeuilles, maar compenseert dat door bijvoorbeeld Esther McVey een vrije rol te geven als minister zonder portefeuille. Zij gaat er prat op de taal van de Brit uit de straat te spreken, en moet Sunaks spreekbuis worden van een anti-wokeagenda.
Sunak mist autoriteit. Hij werd premier dankzij zijn parlementsfractie, niet dankzij een ruimere achterban of een verkiezingsoverwinning. Radicalere stemmen zoals Braverman overstemden de zijne, en onbekwame kabinetsleden zoals milieuminister Coffey schaadden het sérieux van zijn regering. Zij ruimen nu baan. Met David Cameron in zijn ploeg lijkt Sunak op zoek te gaan naar meer standvastigheid en ernst in zijn kabinet. Tenslotte was Cameron tussen 2010 en 2016 de laatste relatief stabiele Britse regeringsleider vóór Theresa May ondermijnd werd door harde brexiteers, Boris Johnson zijn onbekwaamheid etaleerde en Liz Truss in enkele weken tijd de Britse economie bijna torpedeerde. Maar hoe lang kan een premier zijn autoriteit ontlenen aan een voorganger?
(Lees verder onder de preview.)
Ongetwijfeld zal Cameron zich perfect van zijn taak kwijten, en een minister van Buitenlandse Zaken loopt zelden in de weg van de binnenlandse agenda van de premier (al zal May daar anders over denken na Johnsons passage in haar kabinet). Maar de radicale rechtervleugel van zijn partij zal zijn aanstelling luidkeels aanvechten. Sinds het door Cameron opgezette brexitreferendum (en zeker sinds ’s mans ontslag als premier) houdt precies die factie de Conservatieven gegijzeld met rechts radicale en stevig neoliberale eisen. Nu die prominente tegenstander van de Brexit en voorstander van een gematigdere liberale koers door de poort zien terugkeren, wringt zwaar voor hen.
Wat blijft er nog over van Sunaks geloofwaardigheid? Zijn narratief van verandering was al niet eenvoudig te verkopen voor een partij die de afgelopen dertien jaar het land regeerde. Met Cameron aan boord ligt de kritiek op dat verhaal voor het rapen. Sunak wil bovendien integriteit uitstralen, maar Cameron is niet geheel onbesproken door de lobbyactiviteiten die hij sinds zijn premierschap ontwikkelde.
De keuze voor Cameron legt ook de bloedarmoede van de partij bloot. Vond Sunak werkelijk geen enkele geschikte kandidaat voor zo’n topfunctie onder zijn 351 (!) partijgenoten in het Lagerhuis? Het is de prijs die de Conservatieven betalen voor hun interne gevechten van de laatste jaren. Johnson zuiverde hen van gevestigde waarden die hem te zeer de spiegel van de redelijkheid voorhielden, en politici van tweede garnituur namen hun plaats in.
Cameron is niet de enige oud-premier die weer op het voorplan treedt. Recent wordt ook Tony Blair (de laatste succesvolle Labour-premier) vaak in de buurt gesignaleerd van de Labour-top. Een terugkeer van Blair is weinig waarschijnlijk in een partij die de wind in de zeilen heeft, maar hij kan de partij wel bijstaan in haar pogingen om het politieke centrum te veroveren. Tegelijk is het – net als de rentrée van Frank Vandenbroucke en de aanstelling van niet-verkozen ministers in Vlaanderen – misschien wel tekenend voor de moeilijke zoektocht naar duurzaam politiek talent dat voorbij de waan van de dag kijkt.
Voor Rishi Sunak zal de Camback niet de verhoopte herlancering opleveren. Zijn beleid noch zijn stijl weet de kiezer te beroeren en de tijd is te kort om zijn beloftes gerealiseerd te zien. Met de Cameron-kaart legt hij zijn laatste troef op tafel. Een wanhoopsdaad eerder dan een meesterzet. Het zou wel eens de vonk kunnen zijn die zijn interne tegenstanders doen ontbranden om openlijk het verzet tegen hem te organiseren in de hoop nog snel met (weer) een nieuwe partijleider naar de verkiezingen te trekken. Sommige comebacks luiden een afgang in.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier