Dirk Rochtus

Regeringsvorming in Duitsland is een zware klus

Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

Tegen woensdag zou er in Duitsland een coalitieverdrag tussen de christen- en sociaaldemocraten op tafel moeten liggen. Maar in de sociaaldemocratische achterban smeult verzet tegen een Grote Coalitie. De christendemocraten zelf zijn verontwaardigd over een opening van de sociaaldemocraten naar extreemlinks.

De verkiezingsuitslag van 22 september schijnt de christendemocraten (CDU/CSU) en de sociaaldemocraten (SPD) tot elkaar te hebben veroordeeld. Kanselier Angela Merkel (CDU) zag haar liberale wenspartner sneuvelen op de kiesdrempel van vijf procent en de ‘Union’ (de gemeenschappelijke fractie van de twee christendemocratische partijen CDU en CSU) haalde net niet de absolute meerderheid. Dus knoopte ze onderhandelingen aan met de SPD.

De kloof was diep, maar in de afgelopen weken deden de onderhandelaars er alles aan om die kleiner te maken. De bedoeling is dat er woensdag een akkoord voor een Grote Coalitie van CDU/CSU en SPD op tafel ligt.

Maar de regeringsvorming is niet zo een gemakkelijke klus. Er zijn nog een aantal geschillen die bijgelegd moeten worden. De sociaaldemocraten willen bijvoorbeeld een nationaal minimumloon van 8,5 € invoeren, de christendemocraten vinden dat de invoering ervan geleidelijk en zodanig moet verlopen dat er geen jobs sneuvelen gelet op de bijzondere situatie in bepaalde sectoren en regio’s.

De SPD wil het dubbele staatsburgerschap gewaarborgd zien, de CDU/CSU denkt aan een ‘rustend staatsburgerschap’ als compromis waarbij de burgers in kwestie de rechten van slechts een van de twee actief waarnemen, namelijk op die plaats waar zich het ‘middelpunt’ van hun leven bevindt, en het tweede bijgevolg laten ‘rusten’.

De christendemocraten willen de ‘Mütterrente’ (pensioen voor de jaren waarin vrouwen thuis gebleven zijn om de kinderen op te voeden) spijzen met gelden uit het pensioenfonds, de sociaaldemocraten willen het financieren met belastinggelden.

Kaap

Zelfs als deze geschilpunten beslecht zijn, moet de Grote Coalitie nog een moeilijke kaap ronden. De SPD legt namelijk begin december haar leden de vraag voor of ze überhaupt een Grote Coalitie van christen- en sociaaldemocraten wensen. In de sociaaldemocratische partijbasis leeft er volgens recent onderzoek van het gezaghebbende weekblad Der Spiegel nogal wat ongenoegen over een Grote Coalitie. Met de laatste, die van 2005-2009, had de SPD geen goede ervaring. Ze kreeg bij de voorlaatste verkiezingen (in 2009) zware klappen en belandde in de oppositie. Vele sociaaldemocraten, zowel kaders als gewone militanten, hadden het gevoel dat de christendemocratische kanselier hun partij had ‘opgepeuzeld’.

In een nieuwe uitgave van de Grote Coalitie vrezen velen onder hen dat hun partij als juniorpartner verder in de verdrukking zouden komen. Christendemocraten wijzen die vrees als ongegrond van de hand. De ‘Union’ zou volgens de christendemocratische EU-commissaris Günther Oettinger de SPD al in aardig wat punten tegemoet gekomen zijn. Met dat gegeven voor ogen ergeren de christendemocraten zich nog meer aan de opening van de SPD naar de links-radicale hoek in het politieke spectrum toe.

Taboebreuk

Op haar partijcongres midden november heeft de SPD de volgende resolutie laten goedkeuren: ‘Für die Zukunft schließen wir keine Koalition (mit Ausnahme von rechtspopulistischen oder -extremen Parteien) grundsätzlich aus.’ (In de toekomst sluiten we principieel geen enkele coalitie uit, met uitzondering van rechts-populistische en extreemrechtse partijen). De SPD zegt dus impliciet dat ze voortaan, dus bij de volgende Bondsdagverkiezingen in 2017, ook met de links-radicale Die Linke (goed voor 8% van de stemmen) in zee wil gaan. Een taboebreuk. De christendemocraten zijn verontwaardigd. Die Linke is voor hen als opvolgster van de vroeger communistische partij van de DDR des duivels.

Ook de SPD heeft zich altijd geweerd tegen de idee van een coalitie met Die Linke op federaal vlak (in sommige Oost-Duitse deelstaten vormden of vormen SPD en Linke wel coalities). Maar de uitslag van de laatste Bondsdagverkiezingen heeft de SPD weer duidelijk voor ogen gevoerd dat ze met een ‘njet’ tegen de optie rood-rood-groen (dus een coalitie van SPD met Linke en Grüne) het overwicht van de ‘Union’ niet kan breken en niet zelf de kanselier kan leveren. Een opening naar Die Linke maken betekent eigenlijk zeggen dat de Grote Coalitie slechts een ‘abonnement tot 2017’ is om de woorden van Severin Weiland (Spiegel online, 13 november 2013) te bezigen.

Draad

Wat als de partijbasis van de SPD de installatie van een Grote Coalitie afwijst? Rood-rood-groen dan maar? Nee, daarvoor is het nog iets te vroeg. De SPD maakt wel een opening naar Die Linke, maar dat betekent ook dat ze deze oproept om te veranderen, om af te stappen van dogmatische standpunten die beide linkse partijen nog van elkaar scheiden. Indien de Grote Coalitie er niet komt, nemen de christendemocraten en Groenen weer de draad op van de gesprekken die ze in een verkenningsronde in oktober hebben gevoerd. Groene politici lieten al verstaan dat ze de deuren van hun partij niet verbarricaderen voor de CDU/CSU.

Indien ook dat niet lukt, volgen er nieuwe verkiezingen. Maar of de christendemocraten zich daar zorgen over moeten maken? Niet bepaald. Hun kanselier is nog altijd populair en bovendien zouden ze dan volop kunnen inspelen op de angst van grote delen van de bevolking voor een eventuele rood-rode alliantie van SPD en Die Linke. Het meest vervelende zou wel zijn dat de Bondsrepubliek Duitsland zich dan voor het eerst in haar geschiedenis met een omslachtige regeringsvorming zou geconfronteerd zien en die nu al het record van 1976, dat op 74 dagen staat, doet sneuvelen. Voor een land dat zoveel waarde hecht aan politieke stabiliteit zou dat geen prettig vooruitzicht zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content