Raqqa na het kalifaat: ‘België moet de heropbouw van Syrië steunen’

'De inwoners van Raqqa vragen zich af of het wel nodig was om de stad met de grond gelijk te maken.' © Getty Images
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

Nu het laatste restje kalifaat op instorten staat, moet ook de internationale coalitie dringend werk maken van de heropbouw van het noordoosten van Syrië, stelt Willem Staes van 11.11.11.

Het is een kwestie van dagen en dan is het eindelijk gedaan met het ooit zo snel groeiende kalifaat van de Islamitische Staat in Syrië. In het stadje Baghouz, tegen de Iraakse grens, resten de laatste IS-strijders en hun families twee keuzes: zich overgeven of doorvechten tot de dood. De bevolking in het noordoosten van het land is intussen al bezig met het leven na de IS. De verwoesting in het gebied is enorm, met name in het voormalige IS-bolwerk Raqqa. Vraag is wie de verantwoordelijkheid wil opnemen om de boel weer op te bouwen en de bewoners een toekomstperspectief te bieden.

Willem Staes van 11.11.11 reisde in januari twee weken door het gebied om de mogelijkheden voor wederopbouw te onderzoeken, zowel via lokale als via internationale projecten. De ngo is partner van Totol, een lokaal initiatief in Raqqa, dat meewerkt aan de heropbouw in de stad. Staes was in het gezelschap van journalist Roel Nollet, die een documentaire draaide voor de VRT.

Als je de burgerbevolking laat verkommeren in ruïnes vormt dat de perfecte voedingsbodem voor een terugkeer van de IS.

Willem Staes (11.11.11)

‘De inwoners van Raqqa zeiden de internationale coalitie dankbaar te zijn voor de bevrijding van de IS. Maar ze stellen zich ook de vraag of het wel nodig was om de stad met de grond gelijk te maken. Waarbij ze terecht de bedenking maken: als de internationale coalitie de bevrijding van Raqqa claimt en de bevolking wilde helpen, waar blijft ze dan nu het over de heropbouw gaat? Waarom is er zelfs nog geen begin gemaakt met die wederopbouw, zodat de inwoners bijvoorbeeld één kamer van hun woning kunnen herstellen? Dat totale gebrek aan steun leidt tot heel wat frustratie.’

België maakt dit jaar 7,6 miljoen euro vrij voor humanitaire projecten die gelinkt zijn aan de wederopbouw van Irak. Voor de noordoostelijke regio van Syrië is er (nog) niets beslist. In de lente van 2018 beloofde Europa zich meer in te zetten voor de stabilisatie van het gebied. Tot de tweet van Donald Trump over de terugtrekking van de VS uit Syrië roet in het eten gooide. De daardoor ontstane onzekerheid deed veel landen terugdeinzen. Maar Trump trok zijn woorden al gauw weer in en veranderde zijn beslissing in een ‘gefaseerde terugtrekking’. In de praktijk houdt dat in dat er 400 Amerikaanse militairen in de Koerdische regio zullen blijven, als kleine vredesmacht. Voor hoelang is niet bekend. Er zijn ook een beperkt aantal Britse en Franse Special Forces in het gebied aanwezig.

‘Al kun je je vragen stellen in hoeverre die beperkte westerse troepenmacht de veiligheid kan waarborgen,’ stelt Staes, ‘je koopt er op korte termijn in ieder geval tijd mee. Waardoor er ruimte vrijkomt voor Europa om de heropbouw op te starten.’

Turks dreigement

Ondanks de beperkte aanwezigheid van een westerse troepenmacht blijft de toekomst in de Koerdische regio onzeker. Al is het kalifaat in het gebied op een haar na verslagen, de strijd tegen de Islamitische Staat is niet voorbij. Overal in Syrië zijn slaapcellen van de terreurbeweging aanwezig. Zo worden in Raqqa de laatste maanden opnieuw aanslagen gepleegd met bermbommen die de IS ’s nachts langs de kant van de weg plaatst.

‘In het laatste rapport van het Pentagon wordt gewaarschuwd dat de inspanningen voor heropbouw en stabilisatie dringend moeten worden opgevoerd’, zegt Staes. ‘Anders zal de IS over een half jaar wellicht een comeback maken. Je hoeft geen groot militair strateeg te zijn om in te zien dat als je de burgerbevolking laat verkommeren in ruïnes dat de perfecte voedingsbodem vormt voor een terugkeer van de IS.’

Raqqa na het kalifaat: 'België moet de heropbouw van Syrië steunen'

Ook de dreigementen van Turkije om een ‘veiligheidszone’ in het noordoosten van Syrië in te stellen, dragen bij aan de onzekerheid. Onder de aanwezigheid van de Turkse militairen in Afrin schoten de extremistische bewegingen, al dan niet in het spoor van Al-Qaeda, als paddenstoelen uit de grond. De Koerden zijn bang dat zulke militante bewegingen onrust in de hele regio zullen veroorzaken als de zogenaamde veiligheidszone wordt ingesteld.

De derde dreiging is de terugkeer van het Syrische regime in de Koerdische regio. Sinds het begin van de oorlog in 2011 hebben de Koerden de streek uitgebouwd tot een sterk onafhankelijk gebied. Nu de oorlog ten einde loopt, rijst de vraag of president Bashar al-Assad dit deel van Syrië opnieuw onder zijn gezag wil brengen. ‘De mannen tussen 18 en 42 jaar maken zich grote zorgen dat ze gedwongen ingelijfd zullen worden bij het Syrische leger’, zegt Staes. ‘Er circuleren ook nog altijd lijsten van het regime met mensen die in de oppositie zaten of van wie de familie zich tegen de regering uitsprak. Vroeg of laat zullen ze worden opgepakt. Deze mensen zitten niet te wachten op een terugkeer van het regime zonder dat er stevige veiligheidsgaranties tegenover staan.’

De toekomst in het noordoosten van Syrië mag dan onzeker zijn, dat ontslaat Europa en België, als lid van de internationale coalitie, niet van de morele verplichting om aan de heropbouw te werken, vindt Staes. Daarnaast is er de strategische noodzaak om te voorkomen dat de IS opnieuw voet aan de grond krijgt.

Luchtaanval

De ontmoeting met Dima, een jonge vrouw uit Raqqa, maakte een blijvende indruk op Staes: ‘Ik sprak haar samen met journalist Roel Nollet. Dima had nog maar drie vingers over en één been: de gevolgen van een luchtaanval van de internationale coalitie. We gingen met haar terug naar de plek van de luchtaanval, waar ze tot in de details vertelde wat ze had meegemaakt. Er zijn helaas duizenden van dit soort verhalen. Dima vertelde dat ze veel meer verloren heeft dan haar vingers en haar been. Door haar verwondingen kon ze niet meer werken, raakte ze haar job en dus haar inkomen kwijt en kwam ze in de armoede terecht. Ik voelde me heel klein tegenover wat haar was aangedaan. Klein en tegelijk schuldig omdat er nog altijd geen vergoeding voor haar is uitbetaald. Ondanks alle ellende leeft er ook hoop in de regio. Er zijn veel kleinschalige initiatieven door de bevolking op poten gezet die het leven weer wat draaglijker maken. Ze vormen een goede basis waarop wij vanuit het Westen zeker verder kunnen bouwen.’

De documentaire van Roel Nollet is te zien op 16 maart op Canvas: Vranckx op zaterdag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content