Prangend rapport over folteringen in Turkije: ‘Men arresteert vrouwen vlak voor ze bevallen’

Johan Vande Lanotte. © photonews
Walter Pauli

Deze week stelt het Turkije Tribunaal, een ‘ethische rechtbank’ met ex-politicus Johan Vande Lanotte als initiatiefnemer, zijn eerste rapport voor. Het is prangende lectuur over folteringen in een lidstaat van de NAVO.

Enkele weken geleden overleed Alan Parker, de Amerikaanse regisseur die in 1978 bekend werd met Midnight Express. Zijn film was losjes gebaseerd op het verhaal van een Amerikaan die in 1970 wegens drugssmokkel werd gearresteerd en een veroordeling van dertig jaar opliep. Toen al bleek het regime in een Turkse gevangenis nog veel brutaler dan het geschokte westerse filmpubliek zich kon voorstellen.

Het was nog maar een voorproefje voor wat tienduizenden Turken nadien zou overkomen. Voor het rapport On Torture van het Turkije Tribunaal werkte Johan Vande Lanotte samen met de Zwitserse rapporteur Eric Sottas, voormalig secretaris- generaal bij de Wereldorganisatie tegen Marteling. Zij zien een belangrijke cesuur in 1980, toen de militairen de macht grepen in Turkije. Van dan af waren onwettige detentie, geweld en foltering in politiekantoren en gevangenissen aan de orde van de dag. De Turkse veiligheidsdiensten viseerden vooral Koerden, leden van extreemlinkse organisaties (vaak van Koerdische signatuur) en misdadigers van gemeen recht. Veertig jaar later richt de aandacht zich behalve op die drie categorieën ook op leden van de Gülenbeweging, en op jongeren en vrouwen van reeds gearresteerde mannen. Vande Lanotte: ‘Vaak worden zij vlak voor hun bevalling gearresteerd. Vandaar dat er in de Turkse gevangenissen ook ongeveer achthonderd jonge kinderen leven.’ Veel arrestaties zijn verkapte ontvoeringen door politiediensten, waarna een gewelddadige ondervraging volgt in politiekantoren, vaak om de arrestant zo te ‘overtuigen’ mee te werken als informant.

Het is het Turkije Tribunaal niet om de concrete geweldplegers en beulen te doen, wel om de Turkse overheid.

‘In de eerste jaren van deze eeuw was er onder Recep Tayyip Erdogan nochtans een merkbare verbetering op het vlak van mensenrechten’, zegt Vande Lanotte. ‘De situatie is intussen weer sterk verslechterd. Sinds er meer protest kwam en zowel Erdogan als leden van zijn regering in gerechtelijke procedures verwikkeld raakten, namen de schendingen van de mensenrechten hand over hand toe.’

Geen ngo’s

Dat blijkt ook uit cijfers van de Turkse overheid. Vande Lanotte en Sottas baseren zich voor hun rapport immers alleen op officiële documenten waarvan de gegevens internationaal amper gecontesteerd worden – vooral uitspraken, rapporten en bevindingen van diverse mensenrechteninstellingen en -comités van de Verenigde Naties en de Raad van Europa. Om dezelfde reden gebruiken Vande Lanotte en Sottas in hun rapport géén gegevens van in mensenrechten gespecialiseerde ngo’s, zoals Amnesty International of Human Right Watch. Niet omdat ze het werk van die organisaties niet naar waarde schatten, maar om discussies te vermijden over (on)partijdigheid. Het Turkije Tribunaal wil niet in de plaats treden van organisaties die zich inzetten voor concrete gevallen van mensenrechten. Vandaar dat het zelf geen onderzoek ter plaatse voert. Het is het Turkije Tribunaal niet om de concrete geweldplegers en beulen te doen, wel om de staat Turkije en de Turkse overheid.

Zo kon het Turkije Tribunaal op basis van cijfers van het Turkse ministerie van Justitie aantonen dat de Turkse overheid het probleem van foltering niet onder ogen wil zien. Tussen 2013 en 2018 werden jaarlijks ongeveer 3000 klachten ingediend over geweld en misbruik in Turkse gevangenissen – en dat lijkt het topje van de ijsberg, want het ligt voor een gevangene niet voor de hand om een klacht in te dienen tegen personen die je de dag nadien weer kunnen ‘ondervragen’. Van die 3000 klachten werd de helft zonder veel omhaal verworpen, de andere helft (1421 zaken) leidde tot verder onderzoek. Daarvan resulteerden amper 177 zaken – 12 procent van de oorspronkelijke klachten – tot een officiële beschuldiging. Slechts in dertien gevallen kwam het in de rechtbank tot een effectieve veroordeling: 13 veroordelingen op 177 rechtszaken (7 procent veroordeeld, 93 procent van de beschuldigden ging dus vrijuit), dat is uiteindelijk bijna 1 procent van de zaken die werden onderzocht, of minder dan een half procent van het aantal ingediende klachten.

Daarnaast waren tussen 2013 en 2018 jaarlijks ongeveer 1500 klachten voor slagen en verwondingen, en dat leidde tussen 2013 en 2018 wel tot 532 rechtszaken, waarbij 238 keer een gevangenisstraf werd uitgesproken. ‘De strafmaat voor slagen en verwondingen ligt lager dan die voor marteling’, schrijven Vande Lanotte en Sottas, en het vonnis kan ook opgeschort worden, ‘vandaar dat een belangrijk aantal van deze zaken meer dan waarschijnlijk onderzocht had moeten worden als gevallen van foltering.’

In de Turkse gevangenissen leven ongeveer 800 jonge kinderen.

Vande Lanotte: ‘Om een vandaag algemeen bevattelijk beeld te gebruiken: het Turkse voorbeeld leert ons dat foltering vergelijkbaar is met een virus. Als het er is, ook op kleine schaal, is het een groot probleem want het zal onvermijdelijk en amper controleerbaar groeien. Vanaf het moment dat de Turkse veiligheidsdiensten merkten dat de overheid en het gerecht het geweld begonnen te gedogen, was het hek van de dam. Een virus een béétje verder laten bestaan is geen optie, want dat dreigt altijd de hele samenleving aan de tasten. Zo is het ook met folteren. Af en toe een oogje dichtknijpen en sommige tegenstanders van het regime – oppositieleden, academici, journalisten – toch nog een beetje laten martelen, heeft bij de Turkse veiligheidsdiensten onmiskenbaar geleid tot een algemeen aanvaarde en wijdverspreide foltercultuur.’

Het ergste, zegt Vande Lanotte, is dat de Turkse overheid het probleem straal negeert. ‘Het is een vorm van negationisme’, zegt hij. ‘De cijfers en het niet te negeren feitenmateriaal in officiële rapporten zijn er, maar men gaat er liever niet op in. Zo is er ook een ontwikkeling waarbij Ankara stilzwijgend voorbijgaat aan vonnissen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Men betwist bepaalde veroordelingen van de Turkse staat niet, maar in de zaken waarover het gaat, zitten de betrokkenen wel nog achter de tralies. In de praktijk verandert er niets.’

Ethische rechtbank

Het rapport bevat ook aanwijzingen dat de Turkse overheid haar ordediensten instructies geeft om internationale waarnemers te misleiden. Zo wordt er een brief afgedrukt uit augustus 2016, net na de vermeende couppoging van Fethullah Gülen, van het Directoraat- Generaal voor de Veiligheid aan alle detentiecentra. Daarin wordt uitgelegd dat bij het komende bezoek van het Comité ter Bestrijding van Foltering (van de Raad van Europa) ‘sporthallen en dergelijke dan zo veel mogelijk niet gebruikt mogen worden’, dat de procedures in de gevangenissen dan opnieuw conform ‘bestaande wetten en internationale standaarden’ moeten verlopen, en dat de voorzieningen in alle detentiecentra tegen dan ‘geschikt gemaakt moeten worden voor het aangekondigde bezoek’.

Het rapport over foltering is het eerste van zes rapporten die ingediend worden door het Gentse Turkije Tribunaal – een puur ‘ethische rechtbank’, zoals het ‘Brussels Tribunal’ in 2003 tegen de Irakoorlog. Het is een initiatief van het advocatenkantoor van Walter Van Steenbrugge dat zich hiermee verder profileert inzake mensenrechten. Ook de Londense ngo International Observatory of Human Rights is inmiddels een officiële partner van het project. Johan Vande Lanotte, sinds zijn afscheid van de politiek werkzaam in het kantoor van Van Steenbrugge, coördineert het Turkije Tribunaal. Door de coronacrisis is de echte zitting naar een nader te bepalen datum verschoven: de Amerikaanse, Zuid-Afrikaanse en Turkse rapporteurs en rechters kunnen (nog) niet naar Genève reizen. In de plaats daarvan komt er voorlopig een webinar waarin experts de voorgelegde rapporten bespreken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content