Neen, België is niet soepeler dan andere landen tegenover immigranten en asielzoekers

België begeeft niet onder het gewicht van immigranten en asielzoekers: 'Verschillende voorbeelden tonen aan dat België moeilijk beschouwd kan worden als een land dat soepeler zou zijn tegenover immigranten en asielzoekers.' © iStock

In het boek Migratie in België in 21 vragen en antwoorden laten Jean-Michel Lafleur en Abdeslam Marfouk met medewerking van Nadia Fadil de clichés achterwege en geven ze in een toegankelijke stijl een antwoord op 21 pertinente vragen rond migratie. Knack biedt u een fragment aan.

Is België soepeler dan andere landen tegenover immigranten en asielzoekers?

Wat vinden de Belgen daarvan? 30 % van de Belgen vindt dat hun nationale regering zich genereuzer zou moeten opstellen bij de behandeling van asielaanvragen. 42 % van de ondervraagde Europeanen is dezelfde mening toegedaan. Achter de Belgische cijfers schuilen echter belangrijke verschillen tussen de gewesten. Walen (32 %) en de Vlamingen (26 %) staan minder positief tegenover de opvang dan de Brusselaars (50 %).

Een veel voorkomend idee bij politieke mandatarissen, dat ook terugkomt bij een deel van de bevolking, is dat België soepeler zou zijn dan andere Europese landen tegenover asielzoekers. Om deze vraag precies te kunnen beantwoorden, moeten we een onderscheid maken tussen enerzijds het aantal asielzoekers in België en, anderzijds, de bijstand en de rechten die aangeboden worden aan vreemdelingen.

Wat het aantal asielzoekers betreft, was er in 2015 een toename van 178 % aanvragen. Van dat aantal werden slechts 67.285 asielzoekers opgevangen tussen 2014 en 2016. Dit cijfer vertegenwoordigt 2,2 % van de 3.023.985 eerste-asielaanvragers die tijdens deze periode een aanvraag voor internationale bescherming indienden in de lidstaten van de Europese Unie. In de eu werden meer dan 4 op 10 van de aanvragen ingediend in Duitsland met 1.337.010 eerste-aanvragers. Dit komt overeen met 44,2 % van het totale aantal eerste-asielaanvragers in de eu-lidstaten). Daarna volgt Italië (268.085, of 8,9 %), Zweden (253.420, of 8,4 %), Hongarije (243.865, of 8,1 %), Frankrijk (205.405, of 6,8 %) en Oostenrijk (151.040, of 5 %).

Een veel voorkomend idee bij politieke mandatarissen, dat ook terugkomt bij een deel van de bevolking, is dat België soepeler zou zijn dan andere Europese landen tegenover asielzoekers.

Om de inspanning die elk land heeft geleverd naar de instroom van asielzoekers te kunnen meten, beschikken we over twee gegevens: het aantal aangemelde asielzoekers in elke eu-lidstaat en het aantal erkende vluchtelingen (die in verhouding staan tot het aantal aanvragen).

Het aantal nieuwe asielzoekers in België en in Europa

Met 5.976 eerste-asielaanvragers per miljoen inwoners tussen 2014 en 2016, bevindt België zich in het Europese gemiddelde (5.942). Ons land staat bijvoorbeeld ver achter landen zoals Hongarije (24.744), Zweden (25.999), Oostenrijk (17.611), Duitsland (16.466), Malta (10.959) of Luxemburg (9.694). Het is dus belangrijk om de veronderstelde “invasie van vreemdelingen” te nuanceren: het totaal aantal asielzoekers dat in België aankwam vertegenwoordigde 0,13 % van de bevolking in 2014, 0,35 % in 2015 en 0,14 % in 2016.

Het aantal erkende vluchtelingen in België en in Europa

Tijdens de periode 2014-2016 kenden de eu-lidstaten samen bescherming toe aan 1.238.195 asielzoekers. In dezelfde periode kende België een bescherming toe aan 34.825 asielzoekers. De cijfers tonen dat het globale erkenningscijfer, dit wil zeggen het aandeel positieve beslissingen in verhouding tot het totale aantal beslissingen (in eerste aanleg en in beroep), lager ligt in België (41 %) dan in de Europese Unie (48 %). België situeert zich ver boven Frankrijk (24 %) en Luxemburg (25 %) maar blijft ruim onder Duitsland (52 %), Zweden (63 %) en Nederland (72 %).

Het idee dat België terughoudender is in de toekenning van het vluchtelingenstatuut dan andere Europese landen wordt bevestigd wanneer we naar het erkenningscijfer per nationaliteit kijken. Met uitzondering van het erkenningscijfer van Syrische asielaanvragers (96 %), dat bijna identiek is aan het Europese gemiddelde (97 %), staat België onder het Europese gemiddelde voor 17 van de 25 meest vertegenwoordigde nationaliteiten bij de asielaanvragen (zie grafiek 7). Uiteraard kan de oververtegenwoordiging van bepaalde nationaliteiten een effect hebben op het globale erkenningscijfer. Zo vertegenwoordigden de Congolezen – bij wie het erkenningscijfer vrij laag is – 5 % van de totale aanvragen in de periode 2014- 2016, terwijl ze slechts 1 % van de aanvragen op Europees niveau vertegenwoordigen. De vergelijking van erkenningscijfers per nationaliteit tussen landen moet verder ook voorzichtig gebeuren, want deze vergelijking veronderstelt ze dat de persoonlijke situatie van de asielzoekers met dezelfde nationaliteit dezelfde is in de verschillende landen waar de aanvraag gebeurt.

Het idee dat België terughoudender is in de toekenning van het vluchtelingenstatuut dan andere Europese landen wordt bevestigd wanneer we naar het erkenningscijfer per nationaliteit kijken.

Zicht hebben op het aantal erkende vluchtelingen per land volstaat verder niet om een definitieve conclusie te trekken over de inspanningen die een land levert met betrekking tot asielzoekers. Een land kan immers een relatief hoog cijfer erkenningen hebben, maar slechts weinig aanvragen krijgen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Nederland dat een erkenningscijfer van 72 % opgeeft, maar nauwelijks meer aanvragen krijgt dan België dat veel minder inwoners telt. Om de inspanning van elk land te kunnen beoordelen, is het dus beter om het totale aantal positieve oordelen te vergelijken per inwoner. Met 3.097 positieve oordelen per miljoen inwoners in de periode 2014-2016, bevindt België zich boven het Europese gemiddelde (eu 28: 2.435) of landen zoals Frankrijk (1.232) en Luxemburg (1.972), maar ver achter de Noordse landen (7.490) of Duitsland (7.876).

De sociale uitkering aan asielzoekers, vluchtelingen en immigranten in België

Een vaak voorkomende vraag is hoeveel sociale uitkering asielzoekers krijgen. Om een juist beeld te hebben van de hulp en de rechten die België toekent aan vreemdelingen, is het belangrijk om rekening te houden met een aantal recente veranderingen in het opvangbeleid. Ondanks de aangekondigde toestroom van duizenden vluchtelingen in de zomer van 2015 uit andere Europese landen op de Balkanroute, bleken de Belgische autoriteiten weinig voorbereid te zijn op de binnenkomst van immigranten en asielzoekers. Deze situatie zorgde ervoor dat de burgersamenleving, bij gebrek aan noodopvang door de overheid, een tijdelijk onthaalkamp installeerde in het Maximiliaanpark in Brussel. Door de oprichting van meerdere opvangcentra kon worden ingespeeld op de directe materiële noden van de nieuwkomers. Deze opvangcentra voldeden aan alle basisnoden van de nieuwkomers (huisvesting, voeding, medische zorg) en de gerechtigden kregen ook wekelijks 7,40 euro voor het dekken van andere kosten (bv. telefoontjes naar dierbaren in het herkomstland). Zo’n tijdelijke opvang geldt voor asielzoekers die wachten op een beslissing over hun dossier. Als hun aanvraag wordt aanvaard, en ze het vluchtelingenstatuut verkrijgen, moeten ze het opvangcentrum onmiddellijk verlaten en financieel voor zichzelf zorgen. Als ze geen job kunnen vinden en niet kunnen voldoen aan hun noden, kunnen ze gaan aankloppen bij het ocmw.

Neen, België is niet soepeler dan andere landen tegenover immigranten en asielzoekers
© Universitaire Pers Leuven

Mensen van wie de asielaanvraag niet werd erkend en die geen verblijfsvergunning hebben maar zich in België bevinden, hebben geen enkel recht op bijstand, met uitzondering van medische noodhulp. Volgens schattingen van het Internationaal Monetair Fonds (imf), kwamen de kosten voor de opvang van asielzoekers voor de Belgische staat in de periode 2014-2016 overeen met een bedrag dat 0,07 % tot 0,11 % van het bruto binnenlands product (bbp) vertegenwoordigt. Verder draagt de opvang bij tot de economische activiteiten van het land omdat wordt voorzien in een onderkomen en voedsel voor die mensen in België en er lonen moeten worden uitbetaald aan de werknemers die hun aanvraag behandelen en hen opvangen.

Voor vreemdelingen die legaal en duurzaam verblijven in België, voerden de autoriteiten in de afgelopen jaren een reeks hervormingen door waardoor ze veel strenger worden behandeld. We staan even stil bij drie belangrijke hervormingen. Ten eerste werden de toegangsvoorwaarden voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit verstrengd sinds 2012. Voortaan moeten vreemdelingen vijf jaar (in plaats van drie jaar) in België verblijven en hun sociale en economische integratie alsook hun kennis van een van de twee landstalen bewijzen. Ten tweede is de wet op de gezinshereniging (die een vreemdeling het recht geeft om bij een naaste te komen wonen die legaal in België gevestigd is) een van de strengste geworden in Europa. Enkel vreemdelingen die in België wonen en beschikken over een inkomen dat 120 % bedraagt van het leefloon kunnen een aanvraag indienen voor de hereniging met een naaste uit het buitenland. Ten derde verbiedt België sinds 2012 de toegang tot sociale hulp (ocmw) aan Europese immigranten tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in het land. Het is in dat kader dat 12.000 Europese burgers uit het land werden gezet omdat ze een “onredelijke last” zouden vormen voor de overheidsfinanciën. Deze verschillende voorbeelden tonen aan dat België moeilijk beschouwd kan worden als een land dat soepeler zou zijn tegenover immigranten en asielzoekers. Voor deze strenge houding kreeg ons land trouwens veel kritiek op het Europese en het internationale niveau.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content