Meer dan 72.000 ontheemden na gevechten tussen leger en rebellen in Congo

Soldaten vragen burgers om terug naar huis te keren in de Congolese regio Kanyamahoro op 25/02/2022.

Ten minste 72.000 mensen zijn in acht dagen tijd hun huizen ontvlucht in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) om te ontsnappen aan gevechten tussen het leger en de rebellengroep M23. Dat hebben verschillende ngo’s en de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR vrijdag gemeld. België veroordeelt het geweld.

Volgens het International Rescue Committee (IRC) en de Noorse Vluchtelingenraad (NRC) zijn bijna 11.000 mensen hun dorpen in het Nyiragongo-gebied ontvlucht. Daarnaast zijn ongeveer 26.000 mensen uit het Rutshuru-gebied weggevlucht. De vluchtelingen hebben hun toevlucht gezocht in kerken en scholen en hebben volgens de organisaties ‘dringend behoefte aan humanitaire hulp’.

Ook volgens de UNCHR zijn deze locaties niet geschikt voor een dergelijke toevloed aan mensen. Ze hebben een gebrek aan voedsel, drinkwater en basisuitrusting. De organisatie zegt dringend 5 miljoen dollar nodig te hebben voor haar operaties in Noord-Kivu.

Sinds 22 mei zijn de gevechten in het Rutshuru-gebied, het gebruikelijke strijdtoneel van de M23, hervat en uitgebreid naar het aangrenzende Nyiragongo-gebied dichterbij Goma, de hoofdstad van de provincie Noord-Kivu. Dat schrijven de ngo’s in hun verklaring. ‘Duizenden gezinnen zijn gedwongen te vluchten voor deze nieuwe golf van geweld. Sommigen hebben meer dan 20 kilometer moeten lopen om de buitenwijken van Goma te bereiken en anderen zijn naar verluidt nog onderweg’, zei Caitlin Brady, NRC-directrice in de DRC.

Adama Coulibaly van het IRC beklemtoont dat de bescherming van de humanitaire teams in Congo moet worden gewaarborgd. De gevechten namen donderdag in hevigheid af, maar “de situatie blijft onzeker”, zegt hij. ‘De UNHCR maakt zich grote zorgen over de dringende en aanzienlijke noden van meer dan 72.000 mensen die door de gevechten sinds 19 mei ontheemd zijn geraakt’, aldus de VN-organisatie in een verklaring.

De afgelopen week hebben ongeveer 7.000 Congolezen hun toevlucht gezocht in buurland Oeganda, waar ongeveer 25.000 anderen al sinds de gevechten van eind maart verblijven, aldus nog de UNHCR. De M23 is een voormalige Tutsi-rebellengroep die in 2013 door de strijdkrachten van de DRC (FARDC) werd verslagen. Eind vorig jaar dook de groepering opnieuw op. Ze verwijt de Congolese autoriteiten dat ze de verbintenissen inzake de demobilisatie van haar strijders niet is nagekomen. Congo beschuldigt buurland Rwanda ervan de rebellengroep te steunen, maar dat ontkent Kigali.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft vrijdag/vandaag het geweld in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) veroordeeld. ‘Het eerste slachtoffer is alweer de burgerbevolking’, klink het. De bescherming van burgers in gewapende conflicten is daarom noodzakelijk, zo acht het ministerie.

Daarnaast vormt het conflict ook een bedreiging voor het Virunga Park, een nationaal park dat grenst aan Oeganda en Rwanda. ‘België looft de vastberadenheid van de eco-wachters en de ambtenaren van het Congolese Instituut voor Natuurbehoud die zich inspannen om het park te beschermen.’ Ons land roept alle betrokken partijen op om de wapens neer te leggen om het conflict te doen de-escaleren. Daarnaast veroordeelt het ministerie ook het aanzetten tot haat tegen bepaalde gemeenschappen.

Partner Content