Ludo Bekkers

Lewis Baltz: aanklacht tegen de technologische maatschappij op esthetische wijze

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De Amerikaanse fotograaf Lewis Baltz demonstreert zijn kritische attitude ten opzichte van de maatschappelijke evolutie niet op een heftige manier, integendeel zelfs. Zijn foto’s ademen een zekere rust en een subtiele schoonheid, schrijft Ludo Bekkers.

Het oeuvre van de Amerikaanse fotograaf Lewis Baltz (Newport Beach, 1945 – Parijs, 2014) is niet van die aard dat het een groot publiek kan charmeren. Integendeel, velen zullen er schouderophalend aan voorbijgaan. En zich afvragen welke boodschap de kunstenaar heeft mee te delen indien hij er überhaupt al een heeft.

Inderdaad, Baltz was een fotograaf die niet koos voor de mooie plaatjes noch voor een gemakkelijke lezing van zijn beelden. Zijn kritische attitude ten opzichte van de maatschappelijke evolutie heeft hij niet gedemonstreerd op een heftige manier, integendeel zelfs. Zijn foto’s ademen een zekere rust en een subtiele schoonheid. Om dit allemaal goed te vatten moeten we weten dat Baltz altijd al gefascineerd was door de menselijke impact op zowel de natuur als de architectuur en de osmose daartussen. Later kwam daar nog de impact van de technologie bij.

Alhoewel hij in het begin van zijn fotografenbestaan, net zoals vele anderen, onderwerpen koos als naakten en stillevens besefte hij al snel dat er in het leven van de mensen en in de maatschappij zaken aan de gang waren die de wereld wel eens grondig zouden kunnen veranderen. In zwart-wit bedacht hij een reeks over zogenaamde “tract houses”, woningen die wij nu als sociale woningen zouden beschouwen maar die in de jaren zeventig van de vorige eeuw in Amerika bedoeld waren voor de middenklasse en die op éénzelfde deprimerend patroon gebouwd waren. Baltz fotografeerde ze, nog onbewoond en in een soort niemandsland waar later misschien een wijk zou ontstaan.

Hij deed hetzelfde, een soort inventarisatie, met nieuwe industriële zones waar de gebouwen nog in ontwikkelingsfase stonden en stuk bij stuk een deel van de natuur opslorpten. Opvallend is dat in beide reeksen er altijd een paar opnamen te vinden zijn die, via details, een louter esthetisch karakter hebben. Zijn liefde voor de architectuur stopte hij niet weg. Ook de kunstenaar was nooit ver weg want hij vond fotografie duidelijk een vorm van kunst, net zoals schilderkunst.

“Propere” industriële ruimten

Al heel vroeg werd zijn werk opgemerkt door de kunstpaus Leo Castelli, topgalerist in New York, die oordeelde dat het werk van Baltz onder eenzelfde noemer viel als dat van het Duitse fotografenechtpaar Bernd en Hilla Becher die met opnamen van onder andere watertorens, mijnliften en andere industriële artefacten school gingen maken. Baltz heeft een andere invalshoek en wil met zijn fotografie ook een maatschappelijk aspect belichten. Niettemin valt zijn naam ook bij die van anderen die tot de conceptuele richting gaan behoren. Maar we moeten aannemen dat “conceptueel” bij hem een andere betekenis heeft alhoewel hij ook vertrekt van een idee (concept) dat in reeksen verwerkt wordt.

Vanaf de jaren tachtig gaat hij in kleur werken maar altijd met dezelfde bedoeling en nog intensiever, de maatschappelijke evolutie, gekoppeld aan de woekerende geavanceerde technologieën die het sociale en professionele leven grondig wijzigden.

De reeks “Sites of Technology” (1989-91) is daar exemplarisch voor. Ze bestaat uit beelden van zogenaamde “propere” industriële ruimten zoals de lokalen van het Meteorologisch Centrum van Grenoble, de lege kantoren van Mitsubishi, Air France en Toshiba, een echovrije kamer van France Télécom een supercomputer van het CERN en ga zo maar verder. Allemaal supercleane ruimten splinternieuw, hightech en klinisch. Het is hier dat de mens haast herleid wordt tot een onderdeel van een reusachtig technologisch apparaat waar gevoelens of emoties geen plaats hebben. Het is deze vaststelling die Baltz ons met zijn foto’s wil overdragen. Een kritiek, zeker, maar dan ook in een uitermate esthetische vorm die op zich zelf kan bekoren en een dubbele bodem verbergt die men, als toeschouwer moet willen in herkennen.

Tentoonstelling “‘Lewis Baltz – Sites of Technology 1989-91”. Hornu, Site du Grand Hornu. Nog tot 21 mei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content