Lars Von Trier: ‘Vroeger was provocateur een eretitel. Nu is het een scheldwoord’

Lars von Trier © .
Dave Mestdach

Hij deed bioscopen daveren met Breaking the Waves, Dogville, Antichrist en andere schandaalfilms. Straks entert Lars von Trier het Antwerpse Muhka met het project Melancholia: The Diamond. Knack trok naar Kopenhagen voor een openhartig gesprek met de controversiële Deense filmmaker. ‘België is een boeiend land, zelfs al blijken er veel giftige stoffen in de mosselen te zitten.’

Een sneeuwtapijt ligt over Lyngby, zo’n vijftien kilometer buiten Kopenhagen. De wind waait verschrompelde bladeren weg. Eenden strompelen over een halfbevroren vijver. Een vrediger plek lijkt nauwelijks denkbaar, maar toch is het hier, in deze pittoreske buitenwijk vol brave burgerwoningen, waar ik rendez-vous heb met Lars von Trier, de Deense filmmaker die van heilige huisjes slopen en schandaal schoppen zijn roeping heeft gemaakt.

Hij deed het met Breaking the Waves, Dancer in the Dark, Dogville, Antichrist, Nymphomaniac en vorig jaar nog The House That Jack Built. Hij deed het door het Dogme-manifest op te stellen, dat korte metten wilde maken met alle gekunstelde kitsch in de filmmakerij. Hij deed het door het woord ‘fuck’ op zijn knokkels te tatoeëren. Hij deed het door zich in Cannes en public een nazi te noemen, wat hem een verbanning van het festival opleverde. Hij deed het door onvermoeibaar te prikkelen, te plagen en te provoceren, door zijn angsten en obsessies met de camera te lijf te gaan en door de vrije meningsuiting tot het uiterste te rekken, soms op het zelfdestructieve af.

Iemand roept iets, dat wordt uitvergroot op het internet, en de dag erop ben je een verkrachter. Zonder bewijs of recht van verdediging.

Voor de één is Lars Trier – het aristocratische ‘von’ voegde hij er zelf aan toe – dan ook een bevlogen beeldenstormer, een sater die de westerse cultuur, én zichzelf, al grijnslachend een spiegel voorhoudt. Voor de ander is hij een diabolische Peter Pan, een onverbeterlijke provocateur met misogyne en misantropische trekjes. Bovendien heeft hij van zijn demonen – hij vecht al jaren tegen depressies, alcohol en reisangst – nooit een geheim gemaakt. Wel integendeel. Al zijn films lezen als persoonlijke exorcismerituelen, waarbij je niet veel moeite hoeft te doen om in de verwrongen personages de contouren van Von Trier zelf te bespeuren.

Zo’n duivelskunstenaar moet wel in een sinistere burcht wonen, bedenk ik wanneer ik door Lyngby wandel, maar als ik op het juiste adres ben aangekomen, blijkt het, enigszins teleurstellend, om een mooi maar gewoon en vrij bescheiden huis te gaan. Er staat een Tesla voor de deur, er is een lege vogeltil in de tuin en het huis heeft een portiek uit hout. Ik bellen aan, en even later gaat de deur open. ‘Kom erin’, maant Von Trier me vriendelijk aan, waarop hij me meetroont naar de woonkamer, die uitkijkt op een door kale bomen omzoomde vijver. Hij heeft zijn pyjama nog aan, zijn handen beven hevig en bewegen gaat moeizaam. De antidepressiva en de alcohol hebben duidelijk stevig op hem ingehakt, maar dat laat Von Trier – toch nog altijd maar 62 – niet aan zijn befaamd bange hart komen.

The House That Jack Built, 2018
The House That Jack Built, 2018

‘Je komt praten over dat diamantproject in Antwerpen, niet?’ Von Trier doelt op de expo Melancholia: The Diamond, die vanaf deze week te bekijken én te beleven valt in het Muhka. Het project, zijn eerste tentoonstelling in twintig jaar, bestaat uit een diamant die hij heeft ontworpen en die op een sokkel ligt te schitteren, plus: een bijbehorende VR-installatie. Die toont de diamant driedimensionaal zwevend in een zwarte ruimte, en laat je toe om hem te draaien, eromheen te lopen en er zelfs in te stappen, op de tonen van Wagners Tristan en Isolde. Daarvoor baseerde Von Trier zich op zijn apocalyptische drama Melancholia, een film uit 2011 waarin een op hol geslagen planeet tegen de aarde dreigt te botsen.

Nymphomaniac, 2013
Nymphomaniac, 2013

Is het kunst, of edelkitsch in 3D? Feit is dat het project, dat verrassend discreet en ironievrij is voor zijn doen, is opgevat als een onverwoestbaar monument voor zijn film. Indien alles volgens plan verloopt, volgen later in andere steden en andere musea nog twaalf diamanten, één voor elke langspeler die hij tot nu toe heeft gemaakt. ‘Elke steen moet de elementaire inspiratie voorstellen waaruit ik mijn films heb gekliefd en geslepen’, legt Von Trier uit, terwijl hij zijn trillende handen om zijn dampende kop koffie houdt. ‘Ik kreeg het idee zeven jaar geleden, maar ik had nooit gedacht dat het zeven jaar zou duren om één zo’n steen te creëren. Had ik dat geweten, was ik er misschien nooit aan begonnen. Ik ga mijn tempo drastisch moeten opvoeren indien ik de reeks van dertien wil vervolmaken, want ik denk niet dat ik 140 jaar ga worden. Gelukkig maar.’

Waarom heeft het zo veel tijd in beslag genomen?

Lars von Trier: Diamanten slijpen is een tijdrovende bezigheid. Men is eraan begonnen met de oude, handmatige techniek, maar uiteindelijk is men overgeschakeld op lasers, wat stukken sneller gaat. Melancholia is mijn elfde film, maar het leek me logisch om met die te beginnen vanwege de analogie met de botsende planeten. Mijn rare diamant bestaat ook uit twee gesteentes die met elkaar zijn vergroeid.

Leek het u ook logisch om uw eerste diamant te presenteren in Antwerpen, de diamantstad bij uitstek?

Von Trier: Dat is toevallig zo gekomen. Het project is gefinancierd door een Rus en hij is het die contact heeft opgenomen met het Muhka. Ik kende het museum niet, en ik ga het straks ook niet kunnen bezoeken, hoewel ik graag bij de opening was geweest.

Melancholia, 2011
Melancholia, 2011

Wie of wat belet u?

Von Trier: Mijn psychiater. Ik moet dringend mijn medicatie laten aanpassen. Antidepressiva en alcohol, of een gebrek eraan: het is geen goede combinatie. Bovendien valt reizen me almaar zwaarder. Vroeger vocht ik tegen mijn reisangst en raakte ik nog tot in Cannes. Maar met het ouder worden, blijkt dat steeds lastiger. Mijn wereldje wordt kleiner en kleiner. Als ik niet uitkijk, raak ik straks mijn huis niet meer uit.

U bent vijf jaar geleden toch nog in België geraakt? U hebt in Gent zelfs een deel van uw twaalfde film Nymphomaniac gedraaid.

Von Trier: Hoe heet die stad? Gent? Ik was de naam alweer vergeten. We hebben daar toen inderdaad twee weken gedraaid. Dat was een plezier, want in België mocht bijna alles, zeker in vergelijking met Duitsland, waar we het grootste deel van Nymphomaniac hebben opgenomen en waar we voor alles een vergunning nodig hadden. Bovendien kon alles in België ook zonder factuur. Mosselen met frieten, en betalen in het zwart. België is een boeiend land, zelfs al blijken er veel giftige stoffen in de mosselen te zitten. (grijnst)

Even terug naar de diamanten. Waar komt uw fascinatie voor die fonkelende steentjes eigenlijk vandaan?

Von Trier: De eerste documentaire kortfilm die ik aan de filmschool heb gemaakt ging ook over diamanten. De fascinatie is gebleven, omdat de stenen tegelijk mathematisch en organisch zijn, omdat ze uit een oerbron tot een verfijnd resultaat worden geslepen, iets wat je kunt vergelijken met het creatieve proces. Wat ik als jonge communist ook een fascinerende gedachte vond, was dat ze zo kostbaar zijn en dus enkel weggelegd voor een elite, hoewel ze uit de grond komen en dus iedereen toebehoren. Aangezien de stenen zo duur zijn, is het altijd een conservatieve industrie geweest. Veel creativiteit komt er in het ontwerp meestal niet bij kijken. Daarom wilde ik aan de vier c’s – color, cut, clarity en carat – een vijfde ‘c’ toevoegen: die van creativiteit. Ook daar kun je de analogie trekken met het maken van films. Die kosten ook veel geld en zijn daarom ook vaak steriel en voorspelbaar, maar ik heb altijd geprobeerd om me daartegen te verzetten, om binnen die kooi zo veel mogelijk vrijheid te creëren. Ik geef toe, dat klinkt nu beredeneerd en onderbouwd. Wellicht komt mijn fascinatie voor diamanten gewoon voort uit de James Bondfilm Diamonds Are Forever. Ik was als kind gek op die film, ook al klopt de titel niet.

De wereld is verneukt. Vooraleer de ijskappen smelten, drukt die idioot van een Trump wel op de rode knop.

Hoezo?

Von Trier: Diamanten zijn niet voor altijd. Ze zijn gemaakt uit carbon en verbranden bij 800 graden. Toen ik dat ontdekte, was ik weer een illusie armer.

***

Dat Von Trier zijn diamantreeks start met Melancholia heeft iets symbolisch. Die film bleek in 2011 immers een keerpunt te zijn in zijn carrière. Of beter: de persconferentie van de film op het festival van Cannes. Daar zei Von Trier – weer eens voor de grap en al dan niet bezopen – dat hij wel sympathie voelde voor Hitler, om er grijnzend aan toe te voegen: ‘Ik ben een nazi.’ Hoewel hij kind aan huis was in Cannes en er in 2000 zelfs de Gouden Palm won met zijn sarcastische musical Dancer in the Dark, kon het festival niet lachen met zijn donkere, Deense humor, waarop hij subiet persona non grata werd verklaard. Uiteindelijk zou zijn verbanning zeven jaar duren, tot hij vorig jaar zijn comeback mocht maken op de Croisette met The House That Jack Built, een soort autobiografie vermomd als groteske serialkillerthriller over… een man die vrouwen en kinderen vermoordt om kunst te creëren.

Antichrist, 2009
Antichrist, 2009

Hoe kijkt u terug op dat hele nazi-incident?

Von Trier: Het is hard aangekomen. Het ene moment maak je een flauwe grap. De dag erop ben je een nazi en een antisemiet. Terwijl mijn vader, die eigenlijk niet mijn echte vader was, nota bene Joods was. En ik al mijn kinderen Joodse namen heb gegeven. Daar heb ik het festival ook op gewezen toen ik de dag erna in een perscommuniqué mijn excuses aanbood, wat ik wel een beetje een smerige truc vond. Je gebruikt je kinderen niet om jezelf uit de nesten te redden. Maar goed: het was mijn toenmalige vrouw die met dat idee op de proppen kwam, en zoals ze had voorspeld heeft de pers dat gretig opgepikt. Weet je, ik ben altijd een communist geweest, en wie mijn films kent, weet dat ik uiteraard geen nazi ben. De nazi’s zouden mijn films zelfs ‘gedegenereerde kunst’ hebben genoemd, waar ze misschien wel gelijk in zouden hebben gehad. Het was gewoon een domme grap, maar de lol was er snel af toen ik ondervraagd werd door de politie en men mij zei dat ik vijf jaar cel riskeerde in Marseille. Ik ben sowieso al bang van alles. Het Deense filminstituut, waarmee ik altijd had gewerkt, heeft me toen ook meteen laten vallen. Het was de pijnlijkste periode in mijn leven.

Hebt u spijt van uw woorden?

Von Trier: Had ik geweten wat de gevolgen zouden zijn, had ik mijn mond gehouden. Het was lomp en onverstandig. Maar of ik er spijt van heb?

U hebt in een interview gezegd dat u sinds het incident het recht opeist om Hitler in elke film op te voeren.

Von Trier: (lacht) Ik heb al zo veel uitgekraamd. Ik heb wel woord gehouden. Hitler zit in Nymphomaniac, én hij zit in The House That Jack Built. Over Hitler praten is niet verboden. Voorlopig toch. Ik heb onlangs nog een boek gelezen over zijn lijfarts en daaruit bleek dat Hitler tijdens de oorlog voortdurend onder de invloed van coke en speed stond, om te kunnen presteren, om de oorlogsdruk aan te kunnen. Zulke dingen fascineren me. Psychopaten fascineren me. Alleen maakt me dat nog geen nazi of seriemoordenaar.

The Boss of it All, 2006
The Boss of it All, 2006

Was het incident geen boemerang die in uw gezicht belandde wegens al uw eerdere provocaties?

Von Trier: Ik denk dat het zo uit de hand is gelopen omdat men in Frankrijk nog steeds niet in het reine is met zijn oorlogsverleden. Het Vichyregime was niet erg aardig ten opzichte van Joden. Ik ben ervan overtuigd dat ik in Duitsland, dat het nazisme veel beter heeft verwerkt, nooit zoveel problemen zou hebben gehad met die grap. Vroeger was provocateur een eretitel. Nu is het een scheldwoord geworden. Politieke correctheid heeft iets dictatoriaals en ook een beweging als MeToo vertoont van die fanatieke trekjes.

Heeft het incident u dan niet een beetje voorzichtiger gemaakt?

Von Trier: Ik weiger mezelf te censureren. Ik weiger in te binden, ik kan niet inbinden. Ik ben wie ik ben en mijn films zijn wat ze zijn omdat ze vrij en onvoorzichtig zijn. Ik ben opgegroeid in een commune, mijn ouders waren anarchisten en atheïsten, dat rebelse is me met de paplepel ingegeven. Het is allemaal de schuld van mijn ouders, maar dat is het altijd. Mijn kinderen, die inmiddels in de twintig zijn, klagen ook voortdurend over mij, terwijl ik altijd dacht dat ik de beste vader ter wereld was.

Heeft uw vrije opvoeding dan niks positiefs opgeleverd?

Von Trier: Toch wel. Ik heb van kindsbeen af geleerd om mezelf regels op te leggen. Ik was mijn eigen opvoeder. Ik moest wel. Ik ging naar een strenge school maar van mijn ouders mocht alles. Ik was diegene die besliste wanneer ik mijn huiswerk maakte, of wanneer ik ging slapen. Ik had die regels nodig om orde te scheppen in de chaos, om een houvast te hebben. Ik was zo tuk op regels en systemen dat ik als kind iets dwangmatigs had. Mijn legoblokken moesten perfect juist staan, of ik was ervan overtuigd dat de Apocalyps ging aanbreken. Het verklaart wellicht waarom ik ook in mijn films zo vasthoud aan regels en structuren, waarom ik mezelf voortdurend limieten opleg. Ik functioneer niet zonder.

Manderlay, 2005
Manderlay, 2005

U functioneert ook niet zonder provoceren. Kunt u daarin dan nooit te ver gaan? Wat denkt u bijvoorbeeld over de Mohammedcartoons? Die kwamen ook uit Denemarken.

Von Trier: William Blake zei ooit: kunst wordt vermoordt door moraal. Dat citaat zit ook in The House That Jack Built. Ik ben geen filosoof. Ik werp enkel vragen op, maar ik geloof dat hij een punt heeft. Je zou moord een extreme vorm van vrije meningsuiting kunnen noemen, al is de limiet die ik trek wel duidelijk. Ik heb nooit iemand vermoord of verkracht. Ik heb ook nooit minderheden bespot of vernederd. Die Mohammedcartoons werden gepubliceerd door de meest rechtse krant van Denemarken, en toen de boel ontplofte zei die: we hebben enkel het recht op vrije meningsuiting willen verdedigen. Sorry, maar dat is bullshit. Ze wilden wel degelijk moslims boos maken, en dat is hen gelukt.

Ik ben nog altijd trots op Dogville en Antichrist. Die films gaan naar de universiteit, hopelijk om de professoren te ambeteren.

***

De woorden stromen trager, de gedachten stokken soms en Von Trier – de punkrocker heeft plaatsgemaakt voor een fragiele, oudere man – vraagt om even te pauzeren. Terwijl hij zichzelf een glas water inschenkt, wordt mijn blik opgezogen door een barok schilderij dat zijn woonkamer domineert. Het stelt het Bijbelse verhaal voor van de kindermoord in Bethlehem, en toont hoe forsgespierde, naakte kolossen kleine jongetjes verscheuren en te pletter gooien. ‘Het is een kopie’ doceert Von Trier over het gruwelijke tafereel, terwijl zijn ogen oplichten. ‘Het origineel hangt in het Vaticaan. Het schilderij werd me voor de grap cadeau gedaan, omdat het bewijst dat een verschil in sekse wel degelijk uitmaakt. Mannen zijn anders dan vrouwen. Dat is een biologisch gegeven. Ik heb het schilderij getoond aan mijn zonen en hen gezegd: kijk goed en onthou dat gendergelijkheid altijd al een relatief begrip is geweest.’

Dogville, 2003
Dogville, 2003

Uit zijn mond klinkt het als een boude provocatie, of als een vage schuldbekentenis. Wie zal het zeggen? Met een sardonische spotvogel als Von Trier is het verschil niet altijd even duidelijk. Wel duidelijk is dat vrouwen in zijn films vaak dubbelzinnige creaturen, onbarmhartige wraakengelen of martelaressen tegen wil en dank zijn. Denk in dat verband maar aan het wrede lot dat de personages van Emily Watson, Nicole Kidman en Björk dienen te ondergaan in respectievelijk Breaking the Waves, Dogville en Dancer in the Dark. Beschuldigingen van vrouwenhaat waren bijgevolg nooit veraf, zelfs al spelen vrouwen meestal de hoofdrollen in zijn films en krijgt de machomoraal er minstens even hard van langs. Bovendien werd hij vorig jaar door Björk, weliswaar zonder bij naam genoemd te worden, beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Iets wat hij evenwel met klem ontkent. ‘Heb ik haar aangeraakt? Zeker. Ik raak al mijn acteurs aan. Maar niet met bijbedoelingen, en niet op de verkeerde plekken.’

Waarom haalde Björk zo fel naar u uit?

Von Trier: Dat moet je haar vragen. Wat me stoort, is de manier waarop die verhalen hun eigen leven beginnen te leiden. Iemand roept iets, dat wordt verspreid en uitvergroot op het internet, en de dag erop ben je een verkrachter. Zonder bewijs of recht van verdediging. Ik begrijp hoe die dingen gaan. ‘Von Trier heeft Björk verkracht’ is een spectaculairder kop dan ‘Von Trier had ruzie met Björk’. Men focust op het sensationele en het negatieve, zelfs al is het compleet verzonnen. Een film maken is intens. Je zit drie, vier maanden op elkaars lip en dus is het normaal dat er al eens conflicten ontstaan. Zegt een acteur iets onaardigs over mij, dan wordt dat meteen opgepikt. Zegt hij of zij iets positiefs, dan vindt men het promopraat. Ik stel alleen maar vast dat bijna alle acteurs graag met me werken, en dat velen ook graag terugkeren. Dat doet me plezier.

Dancer in the Dark, 2000
Dancer in the Dark, 2000© Fine Line Features/Photofest

Komt het nog goed met Björk? U kunt toch eens met haar gaan praten?

Von Trier: Waarom? Ze heeft negentien jaar de tijd gehad om haar beklag te doen.

Wat vindt u van een beweging als MeToo?

Von Trier: Ik vind MeToo een interessant gegeven, met legitieme eisen. Natuurlijk moet je macht niet misbruiken, en natuurlijk moet je iemands fysieke integriteit respecteren. Daarom is het jammer dat het soms verkeerd wordt ingezet. Iemand is onschuldig tot het tegendeel is bewezen, toch? Maar goed: de tijden zijn duidelijk veranderd.

Melancholia ging al over het einde der tijden. Is uw kijk op de wereld nog altijd even duister?

Von Trier: (zucht diep) De hele wereld lijkt gek geworden. Rechts rukt overal op, vrijheden worden aangevallen, religieuzen worden fanatieker, leugens regeren, de polarisering wordt erger. Als een clown als Trump, die zo vaak liegt dat je zijn leugens niet eens meer herkent, al tot president kan verkozen worden, dan weet je dat de wereld verneukt is. Daar heb je zelfs geen global warming meer voor nodig. Vooraleer de ijskappen smelten, drukt die idioot wel op de rode knop. Ik vrees dat de democratie over haar hoogtepunt heen is, omdat we haar als vanzelfsprekend zijn beginnen te beschouwen en het te druk hadden met onze vrijheden te vieren. Ik citeer Charlotte Gainsbourg uit Nymphomaniac: mensen zijn te idioot voor democratie. Tuurlijk vind ik dat niet echt, maar als je echt in de democratie gelooft, moet je wel haar zwaktes en blunders accepteren. Hitler is ook ooit verkozen, niet? Ik heb het geluk gehad dat ik in dit deel van de wereld geboren ben in dit deel van de geschiedenis. De vette jaren zijn voorbij. Dat vind ik oprecht jammer voor mijn kinderen, én voor mijn kleindochter. Ik ben sinds kort ook opa. (valt stil)

The Idiots, 1998
The Idiots, 1998

Een reden te meer om het heilige vuur te laten branden, toch?

Von Trier: Wat me een beetje hoop geeft, is de vaststelling dat jongeren er in de loop van de geschiedenis altijd in geslaagd zijn om de troep van de oudere generaties op te ruimen. Die schoolkinderen die nu op straat komen voor het klimaat. Aan zulke dingen trek ik me op. Als kind kwam ik al op straat om tegen de Vietnamoorlog te protesteren, maar toen was de wereld nog simpel. Het was allemaal de schuld van de Amerikanen. Nu weet ik het niet meer. Bovendien wordt alles verdraaid. Gelukkig bekijk ik al jaren geen nieuwe films meer. Zo kan ik als filmmaker tenminste nog een beetje mijn focus houden.

Wat me een beetje hoop geeft, is dat jongeren er altijd in geslaagd zijn om de troep van de oudere generaties op te ruimen.

Hoe bedoelt u precies?

Von Trier: Als student zag ik twee, drie films per dag en Dreyer, Bergman, Kubrick, Cassavetes en Tarkovski waren mijn helden. Zij, en Nietzsche. (grijnst) Ik heb toen heel bewust besloten: dat zijn mijn ijkpunten, dat is het parcours dat ik als filmmaker wil afleggen. Ik wilde me niet laten afleiden. Sindsdien heb ik nauwelijks nog naar nieuwe films gekeken. Of ik iets recents kan noemen wat ik goed vond? (na lang nadenken) The Matrix.

Breaking the Waves, 1996
Breaking the Waves, 1996

Regisseur Blake Edwards zei ooit: ‘Al mijn films zijn mijn kinderen. Alleen gaan sommige naar de universiteit, andere naar de verbeteringsschool.’ Hoe zit dat met uw kinderen?

Von Trier: In The House That Jack Built zit een sequens die de link tracht te illustreren tussen leven en kunst. De aloude vraag: ‘Wat inspireert wat?’, weet je wel. Oorspronkelijk wilde ik daarvoor beelden gebruiken uit bekende filmklassiekers, maar die bleken veel te duur qua rechten. Daarom dacht ik: fuck it, ik ga clips uit mijn eigen films selecteren. Die zijn wel lang niet zo goed, maar ze zijn tenminste gratis. Ik heb toen mijn films opnieuw moeten bekijken, en ik moet zeggen dat ik nog altijd trots ben op Dogville, en Antichrist vind ik ook best geslaagd. Die films gaan naar de universiteit, maar dan hopelijk om de professoren te ambeteren. (lacht) De andere, en zeker mijn vroegste films, zijn op de een of andere manier te netjes, niet smerig genoeg. Behalve mijn tv-serie The Kingdom misschien. Daar heb ik echt mijn best gedaan om die zo vuil en lelijk mogelijk te maken.

Europa, 1991
Europa, 1991

U hebt inmiddels uw veertiende film aangekondigd: de omnibusfilm Etudes, die zal bestaan uit een serie kortfilms in zwart-wit.

Von Trier: Klopt, maar ik weet niet of dat echt mijn volgende project wordt. Het zou wel handig zijn, omdat het me toelaat in kleine porties te filmen. Het zouden filmpjes van hooguit tien minuten zijn, gedraaid in twee, drie dagen. Fysiek zou ik het aankunnen, en ik zou veel goede acteurs kunnen aantrekken aangezien die het maar twee dagen met mij zouden moeten uithouden. Momenteel ziet het er echter naar uit dat mijn eerstvolgende project een derde reeks van mijn tv-serie The Kingdom wordt. Hoe ik dat precies voor mekaar krijg, moet ik wel nog zien te verzinnen. De meeste acteurs zijn namelijk dood inmiddels. Bovendien is het ergens het domste wat ik kan doen, 25 jaar na dato nog eens een oude hit bovenhalen en herkauwen. Het is een project dat gedoemd is om te mislukken, maar dat heeft me nooit afgeschrikt, in tegenstelling tot zoveel andere dingen.

Lars von Trier – Melancholia: The Diamond, van 8 februari tot 5 mei, Muhka, Antwerpen.

Lars Von Trier

– Geboren op 30 april 1956 in Kopenhagen, Denemarken als Lars Trier. Voegt daar als filmstudent het aristocratische ‘von’ aan toe

– Groeit op in een commune. Zijn ouders zijn antiautoritaire communisten

– Richt in 1992 de productiemaatschappij Zentropa op, die uitgroeit tot de grootste van Scandinavië

– Stelt in 1995 mee het Dogme 95-manifest op, met tien kuisheidsregels waaraan regisseurs zich moeten houden. Maakt zelf maar één Dogme-film: The Idiots (1998)

– Is een kind van Cannes. Wint de technische prijs voor zijn debuut The Element of Crime (1984), de Juryprijs voor Europa (1990), de Grand Prix du Jury voor Breaking the Waves (1996) en de Gouden Palm voor Dancer in the Dark (2000)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content