Patrick Vander Weyden
‘Langdurige onderdrukking van de Palestijnen laat niet langer toe om Israël een democratie te noemen’
‘De steun van het Westen aan Israël ondermijnt de geloofwaardigheid van de inspanningen voor democratische waarden en instellingen’, schrijft socioloog Patrick Vander Weyen. In 1996 was hij EU-waarnemer bij de eerste Palestijnse verkiezingen. 30 jaar later voelt hij schaamte over zijn naïviteit en euforie naar aanleiding van de Oslo-akkoorden.
In 1996 nam ik als EU-waarnemer deel aan de eerste Palestijnse verkiezingen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Met meerdere internationale experten waren we op dat moment getuige van een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis en in de uitvoering van de Oslo-akkoorden van 1993. Ook al deelden veel van mijn toenmalige collega’s mijn mening niet, zelf was ik een groot voorstander van de akkoorden, wat ik ook kenbaar maakte in verschillende publicaties.
Vandaag, bijna 30 jaar later, met evenveel jaren ervaring in de sector van internationale samenwerking erbij, voel ik schaamte over mijn naïviteit en euforie van weleer. Ik hield me lang afzijdig en buiten het debat, maar zwijgen is met wat nu plaatsvindt in de regio en bijgevolg op het wereldtoneel moreel geen optie meer.
Het uiteindelijke doel van de Oslo-akkoorden was om tijdens een overgangsperiode van 5 jaar geleidelijk aan bevoegdheden aan de Palestijnse bevolking over te dragen én vooral het vertrouwen tussen de Palestijnen (versta de PLO en nadien de Palestijnse Autoriteit-PA) en Israël te bevorderen. Finaal zou dit proces leiden tot de oprichting van een Palestijnse staat die het grondgebied van Gaza en de Westelijke Jordaanoever zou omvatten, de zogenaamde tweestatenoplossing.
Onmiddellijk na de Oslo-akkoorden probeerden Palestijnse en Israëlische extremisten het akkoord te kelderen. Begin 1994 vermoordde een Amerikaans-Joodse immigrant 29 Palestijnen bij een aanslag in Hebron. In datzelfde jaar en de daaropvolgende jaren pleegde onder meer Hamas verschillende aanslagen waarbij tientallen Israëlische slachtoffers vielen. Door de koelbloedigheid van de Israëlische premier Yitzak Rabin en de Palestijnse leider Yasser Arafat, die beiden de Oslo-akkoorden onderhandelden en daarvoor werden beloond met de Nobelprijs voor de Vrede in 1994, werd de uitvoering van de akkoorden niettemin verdergezet.
De moord op Rabin in november 1995 door een extremistische zionist, twee maanden voor de eerste Palestijnse verkiezingen, betekende het doodsvonnis voor het vredesproces. In 1996 werd Benjamin Netanyahu, die zijn hele politieke leven gekant is geweest tegen de tweestatenoplossing, voor de eerste keer premier.
(Lees verder onder de preview.)
Extremistische partijen die tegen het vredesproces waren, begonnen geleidelijk aan meer zetels te verwerven in de Knesset, het Israëlische parlement. Hierdoor kregen ze een grotere rol in het tot stand brengen van coalitieregeringen. Tegelijkertijd radicaliseerde ook de Palestijnse samenleving. In 2006 won het extremistische Hamas de Palestijnse verkiezingen waarop het in 2007 de PLO met de wapens uit Gaza verdreef. Het betekende ook het einde van een prille fragiele democratisering van Palestijnse instellingen. De Palestijnen moesten vanaf dan dictatoriale, extremistische en terroristische leiders ondergaan.
De staat Israël wordt zeer vaak als de enige echte democratie in de regio “geframed”, als de bevoorrechte Westerse bondgenoot in een regio die wordt geregeerd door theocratische en autoritaire regimes. Maar gaat deze classificatie op wanneer we de acties onder ogen zien van een staat die het lot van een Palestijns volk bepaalt in gebieden waarvoor ze medeverantwoordelijk is? Is een staat die moorden door kolonisten en militairen op Palestijnse burgers onbestraft laat democratisch? Is een staat die Palestijnse burgers hun huizen en grond onwettig onteigent om er ondertussen meer dan 500.000 joodse kolonisten te vestigen een democratische staat? Een staat die families collectief straft, die huizen en openbare gebouwen onwettig verwoest, die een bevolkingsgroep systematisch verbiedt zich vrij te bewegen, een staat die de toegang tot alle levensnoodzakelijke voorzieningen controleert en sterk beperkt en dit allemaal al ruim voor 7 oktober 2023, voor het uitbreken van de oorlog.
In het kort, deze daden – om er slechts enkele te noemen – schenden fundamentele democratische principes. Daarom ondermijnt de steun van het Westen aan Israël de geloofwaardigheid van de inspanningen voor democratische waarden en instellingen. In een wereld waar meer en meer landen te maken hebben met autoritaire tendensen, en democratieën zich proberen te verdedigen tegen externe aanvallen, is het verdedigen van een land dat zo tekeergaat onbegrijpelijk. Israël ontzegt de Palestijnen een eigen staat en bijgevolg blijft het medeverantwoordelijk voor het welzijn van de Palestijnen. Het buitensporig geweld en langdurige onderdrukking van de Palestijnen rechtvaardigt niet langer Israël een democratie te noemen.
Patrick Vander Weyden is politiek socioloog. Schrijft in eigen naam over internationale samenwerking en democratisering. Tot 2014 doceerde hij vergelijkende politiek aan de Universiteit Gent. Hij heeft nu een onderzoeksbureau FocusUP.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier