Knack sprak met de vrouw van VUB-prof Djalali: ‘Zijn lot kan de Belgische regeringen niets schelen’

Archieffoto's van Ahmadreza Djalali: voor zijn arrestatie in 2016 en twee jaar na zijn arrestatie. © Belga Image

‘Mijn man kan elk moment sterven’, zegt Vida Mehrannia, de vrouw van de ter dood veroordeelde VUB-professor Ahmadreza Djalali. ‘De Zweedse, Belgische en Vlaamse regeringen zullen dan medeverantwoordelijk zijn.’

Vida Mehrannia (46) is de wanhoop nabij. Bijna vijf jaar geleden, op 25 april 2016 werd haar man Ahmadreza Djalali in Iran gearresteerd. Anderhalf jaar later werd de aan de VUB verbonden Zweeds-Iraanse professor rampengeneeskunde in een showproces ter dood veroordeeld voor spionage.

‘Ik vrees dat Ahmad 25 april van dit jaar niet meer haalt’, zegt Mehrannia aan de telefoon vanuit Stockholm. ‘Ik weet zelfs niet of hij nog het einde van deze of volgende week haalt. Ahmadreza is op sterven na dood. De Zweedse, Belgische én Vlaamse regeringen laten intussen betijen. Als mijn man sterft, beschouw ik hen als medeverantwoordelijk.’

Wanneer sprak u Ahmadreza Djalali voor het laatst?

Vida Mehrannia: De laatste keer dat ik zijn stem hoorde, was op 24 november vorig jaar. Hij belde me toen om afscheid te nemen. Hij was in de Evin-gevangenis in Teheran verplaatst naar een dodencel, waar hij sindsdien in isolatie zit.

Zondag gingen zijn moeder en zus bij hem op bezoek. Dat was verschrikkelijk. Ze zijn in paniek en wenen continu aan de telefoon. Ahmads gezondheidstoestand gaat razendsnel achteruit. Hij is graatmager, vel over been en wordt psychisch gefolterd. In zijn cel staat er dag en nacht een felle lamp op hem gericht. Hij heeft geen enkel contact met medegevangenen. Vier maanden lang al zit hij in totale isolatie in dat witte licht.

Niemand van zijn bewakers wil hem zeggen wat ze met hem van plan zijn. Hij mag niet met mij of onze kinderen bellen, of met zijn advocaat. We leven in totale onzekerheid. Ik ben zo vreselijk bang dat mijn man een van deze dagen gewoon zal bezwijken. Hij zit in een diepe depressie en krijgt amper nog voedsel binnen. Hij zei zondag tegen zijn moeder en zus dat hij gek aan het worden is. Hij slaapt niet meer en eet niet meer.

Hoort u iets van de Zweedse en Belgische overheden?

Vida Mehrannia: Altijd hetzelfde riedeltje: dat ze zijn zaak op de voet volgen. (stilte) Intussen gebeurt er helemaal niets. Ze laten gewoon toe dat Ahmadreza gefolterd wordt. Het kan hun niets schelen.

‘Zijn zaak volgen’ is niet genoeg. In juni 2018 ontmoette ik de toenmalige Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA). Hij beloofde dat hij diplomatieke druk zou uitoefenen op het Iraanse regime. Begin februari 2019 verzekerde de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) me dat hij het bij elk overleg met zijn Iraanse collega over Ahmad zou hebben. Daarna werd het stil. Ook de Zweedse regering liet mijn man vallen als een baksteen. Op papier zijn we Zweedse staatsburgers; in de praktijk merken we daar niets van. Intussen tikt de klok en houdt de angst me in een wurggreep.

Zocht Bourgeois’ opvolger Jan Jambon contact met u?

Vida Mehrannia: Ja, maar ook hij draaide datzelfde afgezaagde liedje af. ‘We volgen de zaak van uw man nauwgezet.’ De voorbije vier maanden veranderde er niets in de zaak van mijn man. Hij zit nog steeds in isolatie en wordt dag en nacht gefolterd.

Maar wat verwacht u dan van onze Vlaamse en federale regeringen?

Vida Mehrannia: Ze moeten de druk op Iran zonder treuzelen opvoeren en eisen dat mijn man meteen wordt vrijgelaten. Op dit moment is hij een vogel voor de kat. Voor mij is het duidelijk: het interesseert hen niet.

Zou het niet kunnen dat er achter de schermen gewerkt wordt aan een ruil tussen uw man en de onlangs in België tot twintig jaar veroordeelde diplomaat/spion Assadollah Assadi?

Vida Mehrannia: Ik weet daar niets over. Misschien is dat zo, maar ik heb daar tot hiertoe geen enkele aanwijzing voor. Het is best mogelijk dat het Iraanse regime mijn man als een interessante gijzelaar beschouwt. Alleen rest er voor Ahmad nog maar weinig tijd. Hij zit er compleet onderdoor, is totaal uitgeput en in acuut levensgevaar.

Misschien komt het Iran goed uit dat uw man in gevangenschap een ‘natuurlijke dood’ sterft of zelf een einde aan zijn leven maakt?

Vida Mehrannia: Dat heb ik ook al gedacht, ja. Ik ben heel bang dat het de doelbewuste strategie van het Iraanse regime is om hem in totale isolatie te laten creperen. Dan hoeven ze zijn executie niet meer te voltrekken en vermijden ze dat ze door de internationale gemeenschap met de vinger gewezen worden. Als dat gebeurt, beschouw ik de Vlaamse, Belgische en Zweedse regeringen als medeschuldig. Want zij weten perfect hoe slecht Ahmad eraan toe is, maar behalve zijn zaak ‘op de voet volgen’, doen ze niets. Alsof ze braaf op de dood van Ahmad zitten te wachten en daarna op de excuses van het Iraanse regime. Ik aanvaard dat niet. Ik ben zo ontzettend teleurgesteld.

Ook in de hulp van Europa?

Vida Mehrannia: Zeker. Álle politici laten ons in de steek. Ze sluiten hun ogen. Waar ze ‘achter de schermen’ ook mee bezig zijn: het is duidelijk niet voldoende. Ook de EU zal verantwoordelijk zijn voor de dood van mijn man. Waarom lukt het hun niet om net als de Amerikaanse regering een gevangenenruil met Iran te organiseren? De Amerikanen durven wél hun stem verheffen en maatregelen nemen. Zij sussen niet met: ‘We volgen uw zaak op de voet.’

De voorbije vier maanden hadden ik en de kinderen geen enkel contact met Ahmad. Geen foto, geen telefoongesprek, geen nieuwjaarswens, geen teken van leven. Alleen af en toe een gruwelijk verslag van zijn familie in Iran. Zaterdag 20 maart is Perzisch Nieuwjaar. ‘Zal papa dan bellen?’, vraagt ons negenjarig zoontje Amitis. Hij gelooft al vijf jaar dat Ahmad in Iran op zakenreis is en door omstandigheden niet terug kan. Ik durf hem de waarheid niet te zeggen. Hij is nog zo jong, maar ik zie hoe hij er emotioneel onder lijdt. Onze dochter Aryio is tien jaar ouder. Zij weet wél hoe de vork in de steel zit. Ze maakt zich zoveel zorgen over haar papa.

Hoe gaat het met u?

Vida Mehrannia: Ik ben wanhopig en de druk is immens, maar ik kan het me niet permitteren om compleet te crashen. Ik ben de enige kostwinner nu in dit gezin en ik moet er zijn voor de kinderen. Maar weten dat mijn man dag en nacht gefolterd wordt, is ondraaglijk. Net als het besef dat de politici die ons zouden moeten helpen, daar hun slaap niet voor laten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content