Daniel Ellsberg in 2004. © Reuters

Klokkenluider Daniel Ellsberg overleden, legde leugens bloot over oorlog in Vietnam

Rudi Rotthier

Daniel Ellsberg, die als gewezen werknemer van het Pentagon in 1971 rapporten onthulde waarin de officiële versie van de oorlog in Vietnam werd doorprikt, is op 92-jarige leeftijd aan pancreaskanker overleden. Hij was de oerklokkenluider.

Ellsberg had zelf in maart aangekondigd dat zijn einde nabij was. Hij had nog enkele interviews gegeven waarin hij het onder meer opnam voor latere klokkenluiders als Edward Snowden en Julien Assange.

Hij gaat de geschiedenis in als degene die de ‘Pentagon Papers’ lekte aan The New York Times. Het ging om 7000 bladzijden, met onthullingen over hoe opeenvolgende presidenten en regeringen hun autoriteit misbruikten, en daarbij het publiek en het parlement misleidden.

Ellsberg, die in 1964 een adviseur en analist werd voor de (Democratische) minister van Defensie Robert McNamara, reisde naar Vietnam en schreef rapporten over hoe slecht de oorlog er verliep. Hij voorspelde de Amerikaanse terugtrekking en een overwinning voor Noord-Vietnam. Dat soort rapportage werd quasi-onmiddellijk verticaal geklasseerd.

Ellsberg werd ook gevraagd om mee te werken aan een geschiedenis van het conflict. Zijn rol daarin was klein, maar zijn afgrijzen over het resultaat des te groter. Die geschiedenis toonde hoe regering na regeringen zonder toestemming van het parlement of het publiek de oorlog grootschaliger gemaakt hadden, terwijl ze wisten dat de kans op een overwinning gering was. Ook toonde de geschiedenis dat dit vrijwel van in het begin een Amerikaanse oorlog was geweest, en vooral: hoe weinig de opeenvolgende presidenten en hun ministers inzaten met de tienduizenden doden.

Inbraak bij psychiater

Ellsberg begon meer en meer voor de vredesbeweging te werken, en voor de campagne van vredeskandidaat Robert Kennedy (die in 1968 doodgeschoten werd).

Daniel Ellsberg, in 1970. © Getty

Na zijn werk voor het Pentagon werkte hij nog een tijdje voor de Rand Corporation, waar hij ontslag moest nemen omdat zijn politieke opvattingen haaks stonden op die van Rand. Maar hij had in die periode nog wel toegang tot top-secret documentatie en besloot de 47 volumes van de geschiedenis van de oorlog te kopiëren en te lekken, eerst via het parlement, en toen dat te weinig opleverde, via The New York Times.

Ellsberg had gehoopt zelf buiten schot te blijven, hij had de journalist van de Times gevraagd de documenten in te kijken, en notities te maken, maar niet te kopiëren. De journalist in kwestie maakte toch kopieën van het materiaal.

Tegen Ellsberg, die pas op de hoogte was van de kopieën op het moment van de publicatie, werd een verwoede zoektocht georganiseerd door de FBI. De klokkenluider gaf uiteindelijk zichzelf aan bij de autoriteiten en werd veroordeeld tot 115 jaar gevangenis.

‘Toen ik de Pentagon Papers in 1969 kopieerde’, zei hij later, ‘had ik alle reden om te geloven dat ik de rest van mijn dagen achter tralies zou slijten. Het was een lot dat ik graag zou aanvaard hebben, als het had bijgedragen tot een verkorting van de oorlog, hoe onwaarschijnlijk dat ook leek’.

Na een betwisting rond procedurefouten kwam hij in 1973 op grond van ‘wangedrag van de regering’ weer vrij. Bleek dat Gordon Liddy en Howard Hunt, die in 1972 de inbraak in het Watergate-hoofdkwartier van de Democratische Partij zouden organiseren, in 1971 een inbraak bij de gewezen psychiater van Ellsberg hadden opgezet. Ze deden dat in de (valse) hoop belastend materiaal over Ellsberg te vinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content