Kernmachten gaven 160.000 dollar per minuut uit om arsenaal te vernieuwen en uit te breiden
De wereldwijde uitgaven voor nucleaire wapens zijn in 2022 voor het derde jaar op rij gestegen. Het ging vorig jaar om 82,9 miljard dollar (ongeveer 77 miljard euro), een stijging van 9 procent in vergelijking met 2021.
Dat blijkt uit een rapport van de Internationale Campagne tot Afschaffing van Kernwapens (ICAN).
Dat betekent dat er bijna 160.000 dollar per minuut werd uitgegeven aan modernisering en uitbreiding van het kernwapenarsenaal, berekende de campagne. Met dat geld hadden bijna 1,3 miljard mensen een jaar lang schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen kunnen krijgen.
De VS investeerden met een totaal van 43,7 miljard dollar volgens ICAN meer in kernwapens dan de andere acht landen samen. China (11,7 miljard dollar) en Rusland (9,6 miljard dollar) vervolledigden de top drie. Daarna volgen Groot-Brittannië, Frankrijk, India, Israël, Pakistan en Noord-Korea.
India kende de sterkste stijging, +21,8 procent tot 2,7 miljard dollar. Ongeveer 90 procent van de kernkoppen behoort toe aan de VS en Rusland.
ICAN verenigt niet-gouvernementele organisaties van over de hele wereld die pleiten voor de afschaffing van kernwapens en kreeg in 2017 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inspanningen voor het verdrag inzake het verbod op kernwapens. Dat verdrag werd door geen enkele kernmacht ondertekend.