
In beeld: Afghaanse vluchtelingen proberen zich te redden in Belgrado
Sinds begin november wonen zo’n 1.000 Afghaanse migranten in een aftands pakhuis in de Servische hoofdstad Belgrado.
Om daar te geraken hebben ze Pakistan, Iran, Turkije en Bulgarije doorkruist. Volgens cijfers trokken dit jaar al 100.000 vluchtelingen door Servië.
6.400 zijn in het land geregistreerd, al ligt het werkelijke aantal vluchtelingen op Servische bodem volgens ngo’s dichter tegen de 10.000. Meestal komen ze uit Bulgarije of Macedonië.
Slapen doen ze op een dekentje op de vloer.
Darvish wil naar Italië. ‘Mijn vader werkte als chauffeur voor een Amerikaanse firma en werd drie jaar geleden gedood door de taliban. Toen zij mij wilden inlijven, zei mijn moeder dat ik het land uit moest.’ Nu wil Darvish genoeg sparen om ook haar naar West-Europa te krijgen.
De temperaturen in het pakhuis liggen dicht tegen het vriespunt.
De regering en humanitaire organisaties helpen hen met voedsel en verwarming, maar toiletten zijn er niet.
De vluchtelingen willen niet vertrekken, omdat buurland Hongarije maar tien à dertig vluchtelingen per dag toelaat. De groep zou daarom zo’n negen maanden moeten wachten om Servië legaal te verlaten, of om gedeporteerd te worden.
‘Dit is voor honden, niet voor mensen’, zegt Said, die ooit in Kaboel woonde. Hij zit al een maand in het pakhuis, maar wil niet naar een van de warmere kamers in een van de elf vluchtelingencentra in Servië. ‘Ik ben al eens gedeporteerd naar Macedonië. Niet opnieuw.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier