Catherine Vuylsteke

‘Hongkong is de laatste buitenpost van de vrije wereld. Hoe ver laten we de repressie nog komen?’

Catherine Vuylsteke Journalist, auteur, filmmaker en sinoloog

‘Was Hongkong lange tijd weinig meer dan een Aziatisch Wall Street en een hyperbool voor grenzeloze consumptie, dezer dagen staat de stadstaat in brand’, schrijft journaliste Catherine Vuylsteke. ‘Het is de straat tegen Peking, in een tragische want haast bij voorbaat verloren strijd. Tenzij de internationale gemeenschap niet langer wegkijkt.’

‘Generatie na generatie herhaalt de tragische geschiedenis zich’, zei Jason*, een 61-jarige Hongkongse advocaat, afgelopen vrijdag bij het afscheid. Onze vriendschap gaat dertig jaar terug, hij bood me in 1997 een maand lang logies bij de overdracht van de voormalige Britse kroonkolonie aan China. Nu logeerde ik een dikke week lang bij hem, om voor Knack een reportage te maken over de zomer van democratisch protest in zijn stad.

Hongkong is de laatste buitenpost van de vrije wereld. Hoe ver laten we de repressie nog komen?

‘Mijn vader moest met de stichting van de Volksrepubliek in 1949 de benen nemen – hij was een soldaat in het leger van de Kuomintang. Ikzelf begreep met het Tiananmenbloedbad van 1989 dat Hongkong geen toekomst had onder de nieuwe Chinese meesters. Inderhaast vertrok ik op prospectie naar potentieel immigratieland Canada, om uiteindelijk uitgeput naar huis terug te keren. We zouden wel zien. Nu staat mijn 23-jarige zoon voor de keuze. Hier blijven en in onvrijheid leven of een onwelkome vreemdeling worden in een westers, democratisch land. Of is het zoals de door het gros van mijn stadsgenoten zo intens gehate filmster Jackie Chan ooit zei, dat ‘wij Chinezen geboren zijn om onderworpen te worden?’

Ik moest aan Jason’s woorden denken toen ik zondagochtend de beelden zag, die een andere Hongkongse vriend via WhatsApp stuurde. Daarop is te zien hoe het geweld in Hongkong escaleert. Ongewapende jongeren worden door de politie in elkaar geslagen in het metrostation Prince Edward. Bloedend en geboeid worden ze afgevoerd. Enkelingen die proberen te ontkomen, krijgen een regen van klappen over zich heen. Tot lang nadat ze zijn gevallen. Joost mag weten hoeveel jaren celstraf hen boven het hoofd hangt, nu ze als ‘relschoppers’ zijn ontmaskerd.

Het is precies omdat ze geen Chinezen maar Hongkongers willen zijn, en niet bereid om te worden onderworpen, dat zij, en vele honderdduizenden met hen, sinds eind april op straat komen. Toen waren ze met 130.000, op 9 juni al met 1 miljoen en luttle dagen later zelfs met dubbel zoveel.

Nog gaf Chief Executive Carrie Lam niet thuis. Eerst ging het om een gewraakt wetsvoorstel – dat Lam ondertussen wel ‘dood’ heeft verklaard maar weigert definitief af te voeren. Nu gaat het om de toekomst van de 7,4 miljoen Hongkongers. Hoe lang hebben ze nog, de rechtstaat, de burgervrijheden, de vrije pers? Als de huidige gebeurtenissen een indicatie zijn, dan ligt het einde daarvan al in het verschiet. Zaterdag was daarin een mijlpaal.

Ze vragen zich af hoeveel jonge levens er nog verwoest moeten worden vooraleer de internationale gemeenschap ziet wat Hongkong overkomt.

Autoritaire superstaat

Het was een symbolische dag, de vijfde verjaardag van Peking’s beslissing om alle democratische hoop te smoren. Op 31 augustus 2014 besliste het Nationaal Volkscongres immers dat de zogenaamde democratische verkiezing van de bijzonder machtige Chief Executive neerkwam op een keuze tussen drie door Peking aangeduide kandidaten. Wat het beleid van zo’n marionet oplevert, ondervinden de burgers al jaren. Ze tellen niet mee. De vrijheden worden uitgehold, de op zich al gigantische welvaartskloof is nog gegroeid, de huurprijzen zijn astronomisch hoog en de toekomstvooruitzichten voor afgestudeerden ronduit slecht.

De Paraplubeweging van de herfst van 2014 was de eerste revolte. Ze was niet succesvol maar gewonnen gaven de burgers zich niet. Hoezeer het regime van Xi Jinping de druk ook opvoert en een leven in een autoritaire superstaat als enige toekomstoptie presenteert, de Hongkongers vechten al een hele zomer terug. Laat ons niet wachten tot 2047 – de datum waarop het principe van ‘één land, twee systemen’ vervalt – zo zeggen ze. We zijn nu klaar om op te komen voor alles wat ons tot Hongkongers maakt.

Of zoals Jason’s vrouw Mary*, ook een juriste, het deze week stelde: ‘Als je me vraagt of ik akkoord ga met de verharding van de strijd, wetend dat de koers van mijn aandelen daardoor misschien zakt, dan zeg ik volmondig ja. Ik kan ook met minder geld leven. Alles wat ik heb, komt van het oude Hongkong. Als dit pay back time is, dan zijn we tot offers bereid’.

Mary gaat zelf niet demonstreren – dat laat haar drukke job niet toe. Maar ze wordt hoe langer hoe wanhopiger, bij de aanblik van weerloze demonstranten die het hoofd bieden aan traangas, klapkogels, pepperspray, dreigementen en repressie.

Het politiegeweld is fenomenaal. En het gaat crescendo – alsof de grenzen worden afgetast van wat de burgers kunnen hebben. Voor ze breken. De voorbije week was er een waarin het eerste waterkanon werd ingezet, de eerste politiekogel afgevuurd. Er kwamen geruchten over de invoering van de noodtoestand, democratisch verkozen parlementariërs werden gearresteerd omdat ze zogenaamd deelnamen aan illegale bijeenkomsten. Concreet: ze probeerden te bemiddelen toen het tot een confrontatie kwam tussen politie en demonstranten.

‘Je bent nog maar een dag weg en de toestand is alweer vele malen erger’, zo schreef Jason zaterdag. ‘Probeer je aub de waarheid te vertellen aan de wereld?’ Mijn vriend vreest het ergste. Hij, en het gros van de stadsstaat met hem, volgt het nieuws permanent. In real time. Ze vragen zich af hoeveel jonge levens er nog verwoest moeten worden vooraleer de internationale gemeenschap ziet wat Hongkong overkomt.

Lam en haar bazen in China zijn Oost-Indisch doof voor alle verzuchtingen.

Duimschroeven

Je zou kunnen denken dat het Chinese regime en zijn lokale marionetten de Hongkongers simpelweg niet begrijpen. Waarom zou een klein territorium dat haast zo rijk is als Zwitserland zo afschuwelijk ontevreden zijn, terwijl het nu juist deel uitmaakt van de grootste natie ter wereld, het land dat de loop van de 21ste eeuw zal bepalen?

Ik acht dat onbegrip evenwel moedwillig. Hongkong is niet zomaar een teruggeven kolonie, het is de laatste buitenpost van de vrije wereld. Voorbij de grens is alles anders. Shenzhen mag zich met glimmende wolkenkrabbers en bedrijven als Huawei hebben opgedoft tot een lookalike van New York, het verschil met Hongkong gaapt gigantisch. Deze grens is fundamenteel. Digitaal ook. Voorbij de douanepost van Luowu ligt de Grote Chinese Firewall. Daar werken Facebook, Google, Twitter en de explosie van sociale media die deze revolte mogelijk maakten niet. Er is een leger van internetcensoren actief. Voor hen is het deleten van ‘onharmonieuze’ posts en het produceren van fake news gewoon een behoorlijk betaalde overheidsjob.

Voorlopig marcheren de wanhopige demonstranten nog in Hongkong, maar de duimschroeven worden aangedraaid. Lam en haar bazen in China zijn Oost-Indisch doof voor alle verzuchtingen. Aldus worden de demonstranten almaar verder uitgedaagd, in de hoop dat ze tot nog groter geweld worden gedreven. Tot de dag komt waarop de Chief Executive kan zeggen dat ze echt geen andere optie meer had. Geen andere keuze dan de dood van Hongkong zoals we het kennen. Zover mag de internationale gemeenschap het niet laten komen. De Hongkongers vechten voor de waarden die wij fundamenteel noemen. De tijd om het daar met China over te hebben is nu gekomen.

*deze namen zijn om veiligheidsreden gefingeerd.

U leest de reportage van Catherine Vuylsteke woensdag in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content