Hoe Monsanto zijn eigen Europese verordeningen schrijft

© Belga Image
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Een kritisch rapport van onder meer Europarlementslid Bart Staes (Groen) toont aan hoe Monsanto zijn eigen veroderingen schreef om een licentie voor hun producten te krijgen. ‘Wie zoveel afschrijft op school, krijgt een nul of wordt geschorst’, klinkt het.

Het gebeurt zelden, maar de Europese Commissie juicht de bijdrage van het Europees Parlement over pesticiden volmondig toe. Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis, bevoegd voor gezondheid en voedselveiligheid, is opgetogen over de zowat 150 aanbevelingen die het rapport van Bart Staes (Groen) en Norbert Linz (EVP) doet om de té grote invloed van de bedrijfswereld op de besluitvorming over en de toelatingsvoorwaarden voor hun producten in te dijken.

Het typevoorbeeld is glyfosaat, beter bekend als het onkruidverdelgingsmiddel Roundup. Het werd aangemaakt door chemiereus Monsanto en de toelating van het product liep af. De Europese Commissie stelde voor om het gebruik met 15 jaar te verlengen. Het Europees parlement steigerde, en na twee resoluties besliste de Europese Raad om de verlenging voor vijf jaar toe te staan. Eind 2022 komt de zaak opnieuw ter sprake, maar een onderbouwde aanvraag moet drie jaar vroeger gebeuren, in december dit jaar al. Dat zal minder makkelijk verlopen.

Het rapport over de pesticiden heeft de anomalieën in de procedures opgelijst en wil dat de nieuwe Commissie, die normaal in november aan de slag gaat, de verordening van 2009 herziet en de pijnpunten wegwerkt. Het gaat om drie hachelijke procedures.

Eén. Dat bedrijven ten eigen gunste Europese aanbevelingen kunnen bijsturen, is een rechtstreeks gevolg van de werkwijze. Ze mogen namelijk zelf bepalen in welke lidstaat ze hun aanvraag voor de toelating van hun product op de markt doen. Die lidstaat wordt verondersteld een onafhankelijk, wetenschappelijk verantwoord advies te geven.

In het geval van Monsanto was dat Duitsland, het Bundesinstitut für Risikobewährung (BfR) moet daar de afweging maken. Duitsland was voor Monsanto een merkwaardige keuze, omdat er ten minste een zweem van belangenvermenging kon zijn: er waren toen al overnamegesprekken aan de gang tussen Bayer en Monsanto – wat intussen ook werkelijkheid geworden is.

Twee. Het is de aanvrager – hier dus Monsanto – die zelf alle gegevens aanlevert, waaronder de wetenschappelijk gegronde argumenten én de beoordeling. Daarover valt de bijzondere pesticidencommissie (PEST). Ze is niet tegen het insturen van gegevens, wel over de beperkte toegankelijkheid. PEST wil daarom een openbaar register invoeren.

Bart Staes: ‘De gegevens en de wetenschappelijke analyses moeten voor iedereen toegankelijk zijn en op een makkelijke manier digitaal te raadplegen. Het moet de Europese Commissie zijn, niet het bedrijf, die de lidstaat aanwijst voor het onderzoek van de aanvraag. Dat mag alleen in lidstaten die over voldoende kennis en wetenschappelijke infrastructuur beschikken om degelijke doorlichtingen te maken. Ze moeten ook over interne procedures beschikken die mogelijke belangenvermenging bannen. En ten slotte moet er meer geld gaan naar uitbreiding van de onderzoeksorganen en studies zoals over pesticides. Dat komt er, het programma Horizon voor onderzoek en ontwikkeling heeft dat al in zijn budget ingeschreven’.

Drie: het probleem is veel ruimer dan pesticiden alleen. De hele lobbywerking binnen de Europese Unie dient grondig gescreend. Zo slaagde de Duitse autolobby erin de schadelijke uitstoot van CO2 hoog te houden (het zogenaamde Porsche-amendement waarbij de Europese rapporteur letterlijk stukken tekst overnam van de bedrijfslobby) én te knoeien met de controles erop (het Dieselgate-schandaal). Staes knikt: ‘Het gaat om alle aanvragen, geneesmiddelen, autostandaarden, pesticiden, ggo’s en meer. Om het vertrouwen van de burger te herwinnen moeten drie voorwaarden vervuld zijn: onafhankelijke beoordeling, transparante procedures, objectiviteit’.

PEST spreekt zich dus niet uit over de werking van een product zelf. De commissie wil vooral vervalsing, misbruik of verdachtmaking van wetenschappelijke gegevens, plagiaat van lobbyteksten onmogelijk maken.

Norbert Linz is daar heel expliciet over. ‘De toegang tot studieresultaten mag nooit verhinderd worden. En terwijl we inzetten op innovatie, blijft vooral de bescherming van de burger en van zwakke groepen prioritair. We moeten aan langetermijneffecten denken, aan toegevoegde stoffen, aan hormoonverstorende onderdelen, aan het verbod op openbare plaatsen van gevaarlijk geachte producten zoals glyfosaten. Elke beoordeling moet steunen op drie V’s: verminderen, vermijden, verwerpen’.

Plagiaat

En dus lag er vanmorgen een Oostenrijks-Duits rapport voor dat een grondige analyse maakte van de BfR-tekst die de verlenging van glyfosaatgebruik onderschreef. Het wetenschappelijk rapport werd gefinancierd door drie fracties: de Groenen, radicaal links (GUE), en de sociaaldemocraten (S&D). ‘Omdat een voorstel in het EP door onenigheid geen meerderheid kreeg, hebben we zelf het initiatief genomen’, zegt Staes’ collega Maria Noichl (S&D).

Stefan Weber (Universiteit Salzburg en Dresden) legde de tekst van Monsanto naast die van de BfR en stelt tot zijn ontzetting vast dat meer dan 50 procent uit plagiaat bestaat. Vaak gaat het om letterlijke overnames, soms met subtiele wijzigingen, nog vaker over ontbrekende bronvermelding en inbreuken op het citaatrecht. Alsof het hun eigen tekst is.

’20 procent is puur knip- en plakwerk’, stelt Anja Hazekamp (GUE). ‘We hebben tijdens de hoorzitting de BrF daarmee geconfronteerd. Hun reactie was beschamend. Wij begrepen niets van wetenschap, en alleen hún medewerkers hadden de evaulatie neergeschreven. Nou, wie zoveel afschrijft op school, krijgt een nul of gaat de laan uit’. Weber bevestigt dat, leest een antwoord van BfR voor op zijn smartphone. ‘Zie vorig antwoord’ – dat naast de kwestie praat.

‘De twee heren van BfR leken nog meest op Statler en Waldorf uit de Muppetshow,’ grinnikt Staes. ‘Twee grommelende knorpotten, die gepikeerd hun stekels opzetten en vooral niet de hand in eigen boezem willen steken’.

Het EP neemt die onbetrouwbaarheid ernstig. Bedrog kan niet op school of aan de universiteit, bedrog kan niet voor politici, en dus zeker niet voor overheidsinstellingen. Het EP gaf zelf het voorbeeld toen de ondervoorzitster van het parlement, Silvana Koch-Mehrin, uit al haar functies ontslag moest nemen, nadat de Universiteit van Heidelberg haar doctoraatsverhandeling op plagiaat controleerde en haar titel introk in 2011.

Voor Noichl is de geloofwaardigheid van de BfR voorgoed aangetast. ‘Het is nu wel duidelijk dat Europa te weinig eigen, zelfstandig onderzoek verricht. Bij nogal wat doctortitels rijzen grote vragen. Voor mij is de hele glyfosaatverlenging niet langer wetenschappelijk gestut. Er moet een verbod komen op het gebruik van industriële voorschriften’.

Staes blijft genuanceerder. ‘Er moet vooral een duidelijk onderscheid gemaakt worden in de evaluatieteksten over de beoordeling door de autoriteit en de beoordeling van de aanvrager. En we moeten absoluut artikel 13 van de bestaande verordening ernstig nemen. Uitzonderingen kunnen: zo laat België glyfosaat door deskundigen en boeren nog altijd toe, maar voor privépersonen is het verboden. Zo heeft België een uitzondering bedongen op het verbod op neonicotinoïden in de bietenteelt. Maar ik geef u op een briefje, dat zal nog drie, vier keer gebeuren. Nee, de uitzondering moet uitzondering blijven. En geen regel worden’.

Het rapport over de pesticiden heeft in elk geval Commissie én Parlement overtuigd. De meerderheid ligt boven twee derde. Het krijgt voluit de steun van meer dan 130 burgerbewegingen. Nu de wetenschap nog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content