Hoe Bahrein met Belgisch legermateriaal de Arabische Lente buitenhield

In 2008 verkoopt België 50 M-113-tanks aan Bahrein.

In 2011 worden de Bahreinse protesten bloedig onderdrukt. Het Bahreinse regime gebruikt daarvoor doorverkocht Belgisch legermateriaal. Ondanks die harde repressie bleef België pantservoertuigen naar Bahrein uitvoeren.

Wanneer op 14 januari 2011 de Tunesische regering na massale betogingen wordt omvergeworpen, verspreiden de revoluties zich over de gehele Arabische wereld. Zelfs in Bahrein, een onooglijke archipel in de Perzische Golf, komt het op 14 februari tot grootschalige betogingen, waarbij duizenden betogers het centrale plein van de hoofdstad Manamah bezetten.

De repressie is van een ongeziene hardheid. Op 17 februari 2011 beleeft Bahrein zijn ‘Bloody Thursday’. Bahreinse ordetroepen schieten met scherp op de betogers, ook journalisten en medisch personeel worden aangevallen. Vier betogers komen om het leven en er vallen meer dan driehonderd gewonden. De zogenaamde Parelrotonde, het centrale plein in Manamah waar de betogers zich verzamelen, wordt met pantserwagens hermetisch afgegrendeld.

Een belangrijk deel van de tanks waarmee de Bahreinse autoriteiten het centrum afzetten, is afkomstig uit België. In 2008 verkoopt België 50 M-113-tanks aan Bahrein. Deze zogenaamde Armored Infantry Fighting Vehicles (AIFV) dateren uit het tijdperk van de Koude Oorlog, en hebben in de moderne invulling van het Belgisch leger geen plaats meer. Bahrein koopt in dezelfde periode jaren ook tweedehands M-113’s in Nederland en de Verenigde Staten. De Belgische modellen zijn evenwel duidelijk te onderscheiden van de andere, omdat er op de Belgische modellen twee granaatlanceerders gemonteerd staan.

Via beelden die door de betogers werden genomen kunnen we de gebeurtenissen reconstrueren. De AIFV’s die op 17 februari 2011 de Parelrotonde afgrendelen, staan naar buiten gericht, om betogers van de rotonde weg te houden. De serienummers tonen aan dat minstens vier van de ingezette voertuigen van Belgische origine zijn. De volgende dag openen verschillende pantservoertuigen het vuur op ongewapende betogers. Het is onduidelijk of er ook gevuurd is door voertuigen van Belgische origine.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het is wel duidelijk dat de Belgische M-113’s al die tijd worden ingezet. Ook op 19 februari 2011 duiken de Belgische AIFV’s op, terwijl ze patrouilleren in de omgeving van de Parelrotonde, waar de betogers ondertussen verjaagd zijn. Diezelfde dag keren de tanks – vermoedelijk op last van de Bahreinse koninklijke familie – terug naar hun depots.

Ondanks het gewelddadige optreden van de overheden is België niet gestopt met het exporteren van wapensystemen.

Ondanks de harde repressie blijven de protesten opflakkeren. Op 22 februari 2011 komen meer dan 100.000 Bahreini’s op straat om hervormingen te eisen: een ontzaglijke massa voor een eilandstaat met nauwelijks 1,2 miljoen inwoners. Omdat de Bahreinse autoriteiten er niet in slagen om de gemoederen te bedaren, wordt de hulp van de Gulf Cooperation Council ingeroepen, het samenwerkingsverband van Golfstaten. Op 16 maart start het Bahreinse leger, gesteund door hulptroepen uit de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië, een nieuw offensief tegen de betogers. Opnieuw worden M-113-tanks van Belgische origine ingezet om de Parelrotonde af te zetten.

Ook de hulptroepen maken gebruik van Belgisch wapentuig. De Tactica-pantserwagens waarmee de Saudische interventietroepen verschillende kruispunten afsluiten, hebben een chassis van Mol CY, een West-Vlaams bedrijf dat als leverancier van het Britse BAE Systems fungeert. BAE leverde in 2010 maar liefst 200 Tactica-voertuigen aan Saudi-Arabië. Op videobeelden die dateren van de Bahreinse onlusten zijn verschillende Saudische konvooien te zien die zich op tactische plekken opstellen.

Aan die Vlaamse levering is een onverkwikkelijke historie verbonden. Wanneer Mol CY in 2006 een exportvergunning aanvraagt, weigert toenmalig minister van Economie en Buitenlandse Handel Fientje Moerman (VLD) aanvankelijk de licentie. Wanneer het bedrijf een tweede licentieaanvraag lanceert waarbij het Saudi-Arabië als eindgebruiker weglaat, besluit Moermans opvolger Patricia Ceysens (Open VLD) de vergunning wel goed te keuren. Gevraagd naar een reactie verzekert Mol CY dat het vandaag niet langer chassis voor militaire voertuigen levert.

De komst van de hulptroepen blijkt het breekpunt voor de betogers. Na een bezetting van meer dan een maand worden ze na een twee uur durende belegering verjaagd. In totaal vallen die dag zes doden, meer dan duizend opposanten worden gearresteerd. Ook de komende dagen patrouilleren de ‘Belgische’ AIFV’s door de straten van Manamah.

Op 18 maart roept het Bahreinse koningshuis op tot een Nationale Dialoog, die al twee weken later strandt. Diezelfde dag besluit de Bahreinse regering het monument op de Parelrotonde af te breken. De toortsvormige sculptuur in het midden van het plein, die tijdens de protesten een soort vrijheidssymbool werd, wordt met de grond gelijk gemaakt. Het is het teken dat de Bahreinse Lente definitief is gebroken.

Ondanks dat gewelddadige optreden van de overheden is België niet gestopt met het exporteren van wapensystemen. In 2013, 2015 en 2016 accordeert het Waals Gewest nogmaals vergunningen voor munitie en voertuigen naar Bahrein. Volgens de VN-database van het Wapenhandelsverdrag, dat de Belgische overheid op vrijwillige basis invult, verkocht ons land in 2015 45 pantservoertuigen.

Met de leveringen aan Bahrein gaat ons land in tegen het tweede criterium van het Europese Gemeenschappelijke Standpunt, het principe dat EU-lidstaten een vergunning weigeren ‘wanneer er een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren militaire goederen gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking’.

Ondanks herhaaldelijke pogingen van zowel Knack, Le Soir als de VRT antwoordde Waals minister-president Willy Borsus (MR) niet op onze vragen.

Uit het verslag van de Bahreinse Onafhankelijke Onderzoekscommissie, die na de betogingen de rol van de autoriteiten onderzocht, blijkt dat bij het politiegeweld in totaal 93 Bahreini’s om het leven zijn gekomen. Minstens vijf van hen stierven na langdurige marteling. Tot op vandaag zitten er nog steeds mensen in de gevangenis voor hun deelname aan de protesten.

Partner Content