Grexit: hoe Groenland de Britten 35 jaar geleden voorafging

Betoging tegen Europees lidmaatschap, 1982. © Ilisimatusarfik
Emilie Légère
Emilie Légère Medewerker Knack.be

35 jaar geleden verliet Groenland de Europese Unie na een referendum over een grexit. ‘Achter de referenda in Groenland en het Verenigd Koninkrijk gaat eenzelfde emotie schuil, namelijk nationale trots.’

29 maart, klokslag middernacht. Op dat moment horen de Britten onze Unie vaarwel te zeggen. Een absoluut unicum in de Europese geschiedenis? Zou je denken. Toch deden de Groenlandse Inuit het hen zo’n kleine veertig jaar geleden al voor. Een frisse duik in het verleden van het grootste eiland ter wereld.

Grexit voor brexit

Groenland. Voor 80 procent bedolven onder pure ijsmassa, enkel te bereiken met een propellervliegtuigje via IJsland of Denemarken, drie steden die naam waardig met daar- naast eindeloos veel kleine nederzettingen langs de kustlijn, trotse eigenaar van welgeteld drie verkeerslichten en wintertemperaturen die in het Noorden makkelijk -50 graden Celsius halen. Kortom, een vat vol curiosa te midden van ongeëvenaarde natuurpracht.

Geen wonder dat ook Reizen Waes Europa popelde om er een aflevering aan te wijden. Toch moeten we de redactie van het immens populaire VRT-programma lieflijk op de vingers tikken, want Groenland maakt wel degelijk geen deel meer uit van Europa noch de Europese Unie. Sterker, het was de eerste natie ooit die besliste om de deur van het samenwerkingsverband achter zich toe te trekken. Op 1 februari 1985 om precies te zijn.

Voor de historici onder ons: Algerije werd in 1962 inderdaad onafhankelijk van Frankrijk en verliet zodoende de facto de Unie. Toch kunnen we Groenland beschouwen als de echte pionier. De bevolking heeft er immers door middel van een referendum gestemd over lidmaatschap van wat toen nog de Europese Economische Gemeenschap (EEG) heette. De uitkomst? Een grexit.

Om het hoe en waarom van deze uitzonderlijke gebeurtenis te begrijpen, moeten we terug naar – hou je vast – het jaar 1814. Na eeuwen onder Deens-Noorse heerschappij wordt Groenland officieel omgedoopt tot een kolonie van Denemarken. Het zal duren tot na de Tweede Wereldoorlog vooraleer het land die weinig flatteuze titel van zich af kan werpen en integraal deel gaat uitmaken van het Deens Koninkrijk.

Door lidmaatschap hadden we niet één, maar twee kolonisators aan ons been.

Aqqaluk Lynge, oprichter van Inuit Ataqatigiit, een van de eerste Groenlandse politieke partijen

Het lijkt allemaal lang geleden, maar de kolonisatie door Denemarken staat tot op vandaag onuitwisbaar in de geheugens van de Inuit gegrift. Hun roep naar meer autonomie bereikt een kookpunt in 1972, wanneer Denemarken een referendum houdt om te bekijken of haar inwoners al dan niet willen toetreden tot de Europese Gemeenschap. Een meerderheid van het Koninkrijk stemt in, en ondanks een oorverdovend ‘nej’ van de Groenlanders moet ook de ijsnatie noodgedwongen toetreden.

Aqqaluk Lynge (71) is de oprichter van Inuit Ataqatigiit, een van de eerste Groenlandse politieke partijen. Hij herinnert zich die volksraadpleging nog alsof het gisteren was. ‘Het voelde als een regelrechte slag in ons gezicht. In die periode waren we in Groenland stilletjes aan naar manieren aan het zoeken om meer zeggenschap over ons eigen grondgebied te krijgen, maar die toetreding tot de Gemeenschap bracht ons exact het tegenovergestelde. We hadden nu bij wijze van spreken niet één, maar twee kolonisators aan ons been. Een hogere mate van zelfbestuur zou er hoe dan ook gekomen zijn, maar het referendum van 1972 heeft alles onherroepelijk in een stroomversnelling gebracht.’

‘Laat ons vertrekken’

En zo geschiedde. In 1979 mogen de Groenlanders naar de stembus om te beslissen over Home Rule, zelfbestuur. Een vette vink op het formulier van zo’n 70 procent van de kiezers zorgt ervoor dat Groenland een heel resem aan bevoegdheden mee naar huis mag nemen, waaronder visserij dat geldt als ’s lands belangrijkste economische drijfkracht. Maar vooral en bovenal: de bevolking heeft voortaan een eigen parlement en regering. Ex-premier en nationaal boegbeeld Lars-Emil Johansen (72) was de man van het eerste uur. Als lid van een bijzondere commissie in Denemarken had hij het referendum over zelfbestuur mee mogelijk gemaakt. Na de overwinning keert hij terug naar zijn thuisland waar hij wordt benoemd tot minister voor Visserij in de allereerste Groenlandse regering.

‘Onze roep om zelfbeschikking was onlosmakelijk verbonden met de wens om opnieuw uit de Europese Gemeenschap te stappen, en met het idee in ons achterhoofd dat we Groenland op een dag volledige onafhankelijkheid zouden kunnen schenken. We zijn dan ook meteen na de verkiezingen begonnen met de organisatie van een uit-campagne die de burgers hiervoor warm moest maken.’ Die campagne kreeg de naam Anisa, wat zoveel betekent als ‘laat ons vertrekken’. Johansens sociaaldemocratische partij Siumut en Lynges extreemlinkse partij Inuit Ataqatigiit vormen de harde kern, met Johansen als gezicht van de beweging.

De Duitsers hebben de uitslag bepaald.

Rasmus Leander Nielsen, professor Journalistiek en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Groenland

Volgens Rasmus Leander Nielsen, professor Journalistiek en Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Groenland, was Anisa’s drijfveer tweeledig. ‘In eerste instantie was het hen te doen om de visvangst, dat tot vandaag beschouwd wordt als het kloppend hart van de natie. Ondanks het feit dat die bevoegdheid ondertussen van Kopenhagen naar Nuuk was verhuisd, hadden de Groenlanders nog steeds weinig in de pap te brokken omwille van hun EEG-lidmaatschap. Onbekende politici uit Brussel die zomaar konden beslissen hoeveel vis de bevolking mocht vangen in eigen water, dat was voor velen een doorn in het oog. Maar de nagel waarop de grexiteers het vaakst geklopt hebben, is het identiteitsvraagstuk. De Deense kolonisatie is een oud zeer, en de verplichting om mee te gaan naar de Gemeenschap had heel wat kwaad bloed gezet. Het recht op zelfbeschikking uit ’79 liet dan ook een frisse wind door Groenland waaien, een hernieuwde kracht om eindelijk een natie op te bouwen van en voor Groenlanders.’

Goliath

Niet lang na de geboorte van Anisa rees ook een pro-Europese tegenbeweging op. Die werd geleid door Atassut, destijds op Siumut na de grootste politieke partij en geruggesteund door Denemarken en de voltallige Europese Gemeenschap. ‘Vergelijk het gerust met David en Goliath’, vertelt Nielsen. ‘Als je op de schoot van tien lidstaten zit, dan hoeft het niet te verbazen dat je de grote middelen kan inzetten om je boodschap te verspreiden.’

Het betoog van Atassut berustte voornamelijk op economische argumenten. Groenland kreeg in die periode veruit de meeste ondersteuning van alle EEG-leden, en Atassut maakte daar handig gebruik van door te laten verstaan dat een stem voor het uit-kamp het land in de financiële verdoemenis zou werpen.

Atassut kreeg daarenboven ook de steun van de Groenlandse media, die in hun berichtgeving een uitgesproken voorkeur toonden voor het kamp van de remainers. Nielsen: ‘Het is niet zo dat het uit-kamp van Anisa volledig geband werd, maar ze kreeg opmerkelijk weinig ruimte om haar standpunten te verdedigen. De leden zijn dan ook met een eigen krant op de proppen gekomen die de naam van de organisatie droeg.’

In tegenstelling tot Atassut spaarde Lars-Emil Johansens beweging geen moeite om in direct contact te staan met de kiezer. Samen met zijn kompanen reisde de politicus af naar alle uithoeken van Groenland, dure reclame aangezien de meeste nederzettingen enkel met de helikopter te bereiken zijn. ‘De campagne was erg hard en bits. Zo beschuldigden de kampen elkaar er geregeld van de bevolking leugens wijs te maken. Het blijft uiteraard een politiek spel, maar het is jammer dat die vijandigheid op de duur ook tastbaar in de huiskamers aanwezig was.’

‘Relaties tussen dorpsbewoners, buren, vrienden, families en koppels werden door de kwestie danig op de proef gesteld, zo niet verwoest’, vervolgt Nielsen. Mensen spoorden elkaar bijvoorbeeld aan om geen contact meer te hebben met een bepaalde familie, louter omdat die een andere mening toegedaan was. Het heeft jaren geduurd eer die wonden weer genezen waren. De strijd voor het vertrek uit de Europese Gemeenschap en het daaropvolgende resultaat zijn ongetwijfeld de grootste verwezenlijkingen uit mijn politieke carrière, maar de hardheid waarmee het gebeurd is… Dat laat toch een wrange nasmaak achter.’

EEG gedeeld door twee

Op 23 februari 1982 is het dan eindelijk zover. Tien jaar na de toetreding mogen de Groenlanders zich opnieuw uitspreken over lidmaatschap. Na een lange dag van nagelbijten en ouwe klare achteroverslaan komt het verdict: 52% van de kiezers wil vertrekken, een miniem verschil waarbij slechts 1500 stemmen de doorslag geven over de politieke toekomst van de natie.

Volgens professor Nielsen kunnen we spreken van een nek-aan-nekrace tot aan het bittere einde. ‘Vlak voor de stemming ontstond er heel wat commotie. De media brachten naar buiten dat Duitsland en Rusland aan illegale visvangst deden langs de kustlijnen, nieuws dat later ook bevestigd werd door de Duitsers. De gedachte dat de Europeanen niet alleen beslisten over onze vis maar ze nu ook nog eens onrechtmatig kwamen wegkapen, dat heeft bij de bevolking een gevoelige snaar geraakt. En Anisa het laatste duwtje in de rug gegeven.’

Door het vertrek van Groenland was de Unie plotsklaps meer dan de helft van haar grondgebied kwijt. Toch denkt Belgisch professor EU-studies Hendrik Vos niet dat die primeur een grote schokgolf veroorzaakte. ‘Het was inderdaad een enorme massa land, maar veel meer dan dat moet je er volgens mij niet achter zoeken. Geschiedenisboeken over Europese integratie vermelden grexit vaak zelfs niet, of het wordt hooguit omschreven in een paragraafje. Ik denk wel dat de Gemeenschap het vertrek betreurde. Als club wil je zo aantrekkelijk mogelijk zijn, en als een land dan expliciet te kennen geeft dat het er niet meer wil bij horen, dan krijgt je internationaal imago wel een deuk. Maar je mag niet vergeten dat er in diezelfde periode ook toetredingsaanvragen van onder meer Spanje en Portugal liepen, dus al bij al kon Brussel het vertrek van Groenland wel compenseren.’

De referenda in Groenland en het VK kennen dezelfde basis: nationale trots.

Hendrik Vos, professor Europese Politiek aan de UGent

Ook professor Nielsen geeft aan dat niet elke lidstaat zich bekommerde om Grexit, maar hij nuanceert. ‘De meeste leden gingen er van uit dat dat referendum op niets zou uitdraaien. Na de uitslag speelde er over het algemeen dan ook meer verbazing dan verontwaardiging. Ze begrepen niet wat er in godsnaam aan de hand was in die kleine maatschappij.’ De onderhandelingen verliepen in het begin erg moeizaam.

‘Eigenlijk hoopte de Gemeenschap dat Atassut de volgende verkiezingen zou winnen en een nieuw referendum zou organiseren. Het referendum werd trouwens niet beschouwd als een serieuze basis om te onderhandelen omdat de uitslag zo nipt was. Het proces werd vooral door Duitsland en Italië doelbewust vertraagd. De Duitsers zagen heel wat visserij-inkomsten in rook opgaan, en de Italianen waren dan weer bang dat Sicilië een voorbeeld zou nemen aan Groenland om zelfbestuur of onafhankelijkheid te eisen.’ Pas wanneer Groenland het lange wachten beu is en dreigt met een harde grexit, komt er schot in de zaak.

Van vijand naar vriend

Toch is er nog een ander struikelblok. De politici in Brussel moeten van een leeg blad beginnen, een exit regelen was tot dan toe immers onontgonnen terrein. Aqqaluk Lynge, die betrokken was bij de onderhandelingen, geeft aan dat ook de Groenlandse politici niet goed wisten waar ze in verzeild geraakt waren. ‘We hadden nooit eerder op zo’n hoog niveau aan politiek gedaan aangezien Denemarken tot dan toe alle zaakjes voor ons regelde. De Denen zijn dan ook onze grote redders in nood geweest. Ondanks het feit dat we tijdens de campagne lijnrecht tegenover elkaar stonden, accepteerden ze de uitslag en hebben ze ons gedurende het hele proces bijgestaan. Zonder hen hadden we nooit zo’n mooie uitstapregeling kunnen beklinken, en daar ben ik hen ontzettend dankbaar voor.’

De onderhandelingen tussen Groenland en de Europese Gemeenschap nemen uiteindelijk drie jaar in beslag. De ijsnatie wordt omwille van haar link met lidstaat Denemarken overgebracht naar de categorie van Europese landen en overzeese gebieden. In een visserijverdrag doen beide partijen water bij de wijn. In ruil voor verdere toegang tot de Groenlandse wateren mogen de Inuit hun vis tariefvrij verkopen binnen de Europese interne markt. Ook blijven ze recht hebben op Europese fondsen die de verdere ontwikkeling van het land moeten verzekeren. Het is een deal die voor Groenland op economisch vlak even voordelig uitdraait als zouden ze lid van de Unie gebleven zijn. Het grote verschil zit hem dan ook in de symboliek: de natie heeft haar trots en eigenwaarde teruggewonnen. Op 1 februari 1985 is grexit een feit. En zo zette het grootste eiland ter wereld haar eerste stapjes richting onafhankelijkheid, een strijd die tot op heden niet gestreden is.

Brexit en grexit, potato potato?

Zo’n 35 jaar na grexit zijn de Britten aan de beurt, en ditmaal zet het Europa wel degelijk op haar kop. Het eindeloze politieke gekrakeel waar we met z’n allen getuige van mogen zijn, moet eind deze maand resulteren in een officiële uitstap. Zou moeten, althans. Na het referendum van 2016 trok een aantal Britse media naar Groenland om te kijken wat voor toekomst hen te wachten stond.

Maar kunnen we die twee exits zomaar naast elkaar leggen? ‘Nauwelijks’, zegt Hendrik Vos. ‘Achter de referenda in Groenland en het Verenigd Koninkrijk gaat eenzelfde emotie schuil, namelijk nationale trots. De mensen willen baas zijn over hun eigen land. Ze herkennen zich niet in de beslissingen die in Brussel worden genomen, en dat is de ideale voedingsbodem voor euroscepsis. Als je die irritatie wat verder kan oppoken, scoor je als partij en maak je op lange termijn de weg vrij voor een exit-referendum. Maar volgens mij is dat meteen ook het enige dat de twee exits met elkaar gemeen hebben.’

De Britten moeten ophouden met hun gekissebis onder elkaar. Op het moment dat het volk een democratische beslissing neemt, moet je de strijdbijl opbergen.

Lars-Emil Johansen

Vos wijst op de enorme transformatie die het Europees samenwerkingsband heeft ondergaan in de periode tussen de twee exits. ‘In 1985 hield een uitstap in principe niet meer in dan een aantal regels doorknippen, maar vandaag de dag zijn lidstaten zodanig sterk met elkaar verbonden dat het eindeloos veel moeilijker is om de boel te ontrafelen. Dat merk je aan de manier waarop de Britten zich nu vastrijden in brexit. Uiteindelijk zullen ze terechtkomen in een scenario waarbij ze in de praktijk misschien wel voor eeuwig vasthangen aan de Unie.’

De landen zelf staan eveneens mijlenver uit elkaar. Groenland mag qua oppervlakte dan wel negen keer zo groot zijn als het Verenigd Koninkrijk, qua bevolkingsaantal komen ze niet verder dan pakweg het Vlaamse Roeselare. Ook op economisch vlak is het niet meer dan een kleine garnaal naast het Verenigd Koninkrijk, dat zich laat gelden als een van de belangrijkste motoren van de Europese Unie. En dan is er nog de uitstapprocedure. ‘In de jaren ’80 bestond dat beruchte Artikel 50 (dat een kader schept voor het vertrek van een EU-lidstaat, nvdr.) nog niet,’ aldus Vos, ‘maar dat was ook niet nodig aangezien Groenland deel uitmaakt van het Koninkrijk Denemarken. Het was met andere woorden geen volledige lidstaat, maar een deel van een lidstaat dat wenste te vertrekken en op die manier kon het overgebracht worden naar de categorie van landen en overzeese gebieden.’

Ook volgens professor Rasmus Leander Nielsen moeten we grexit en brexit beschouwen als twee verschillende verhalen. Toch ziet hij in de details wel overeenkomsten. ‘De uitkomsten van de referenda zijn exact dezelfde, tweemaal heeft 52 procent van de totale bevolking gekozen voor een vertrek. Ook als je bekijkt hoe er gestemd werd in de verschillende delen van het land, zie je een patroon. Zo behoorde de regio rond Nuuk, net zoals Londen, tot het kamp van de remainers. Tot slot was het de bedoeling dat de fundamenten voor brexit gelegd werden op drie jaar tijd, dat is ongeveer even lang als de duur van de onderhandelingen tussen Groenland en de Europese Gemeenschap indertijd. Maar goed, die gelijkenis zal waarschijnlijk niet lang meer opgaan (lacht).’

Voor Lars-Emil Johansen weekt het brexit-debat heel wat herinneringen los. Hij volgt de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk dan ook met ingehouden adem, en volgens hem kunnen de Britten wel degelijk wat leren van grexit. ‘Ze moeten ophouden met hun gekissebis onder elkaar. Op het moment dat het volk een democratische beslissing neemt, moet je de strijdbijl opbergen en als één natie samenwerken om een zo goed mogelijke deal uit de wacht te slepen. Zo hebben wij het in Groenland gedaan, en dat is de enige juiste manier. Daarom heb ik veel respect voor Theresa May. Ze moet zich verdorie meer wapenen tegen de backbenchers uit haar eigen partij dan aan de onderhandelingstafel met de Europese Unie. En dat kan toch echt niet de bedoeling zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content