Gefolterd in Sudan of niet? ‘Ze sloegen en schopten me urenlang’

© .
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

In Khartoem spraken we met Ibrahim J. Hij werd vorig jaar uit België teruggestuurd naar Sudan en geeft zijn versie van de feiten weer.

Hij is kwaad omdat zijn getuigenis in België als ongeloofwaardig wordt afgedaan, klinkt het. Daarom heeft hij toegestemd om ons te zien en het nog eens te vertellen. We ontmoetten Ibrahim J. – een schuilnaam – in onze hotelkamer in Khartoem, hoofdstad van Sudan. We, dat zijn ondergetekende, de fotograaf en onze tolk. Ibrahim is een van de teruggestuurde Sudanezen die in december vorig jaar aan het internationale Tahrir Instituut getuigde over hoe hij na aankomst in Khartoem werd gedetineerd en mishandeld. In het Sudan-rapport van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) van februari dit jaar staat echter dat Ibrahim – in het rapport vermeld als ‘de persoon’ – tijdens een gesprek via WhatsApp niet wilde ingaan op de vraag of hij mishandeld werd. Ibrahims getuigenis aan het CGVS zou gaten vertonen omdat hij tegenover het Tahrir Instituut sprak van twee dagen detentie bij aankomst in Khartoem, terwijl hij aan het CGVS verklaarde dat hij één dag was aangehouden. Bovendien zou hij later op de dag van aankomst naar de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Khartoem zijn geweest en kan hij dus niet twee dagen hebben vastgezeten.

Ik moest het vliegtuig op, zeiden de agenten in België. Ik antwoordde dat ik niet wilde. Toen kreeg ik een dwangbuis aan.

Volgens Koert Debeuf van het Tahrir Instituut is de weergave van het gesprek tussen de Sudanees en het CGVS niet correct. Ibrahim gaf wel degelijk te kennen dat hij geslagen werd met handen en stokken en dat hij gewond was geraakt. Debeuf was bij het WhatsApp-gesprek aanwezig en heeft er een transcriptie van in het Arabisch en Frans. Het afschrift werd op 9 februari dit jaar gepubliceerd op de site van De Morgen en Le Soir. Commissaris-generaal Dirk Van den Bulck van het CGVS verklaarde in februari dat de informatie van de Sudanees over de duur van zijn opsluiting onbetrouwbaar was omdat ze wisten wanneer de man zich bij de IOM had gemeld en dat er op dat moment geen sporen van mishandeling waren. Daarom twijfelde het Commissariaat ernstig aan het verhaal over de slagen.

Dwangbuis

Het is half mei als we Ibrahim, een jonge dertiger, ontmoeten. Hij is afkomstig uit Darfur, vertelt hij. Volgens onze tolk komt Ibrahims dialect overeen met de streek waar hij zegt vandaan te komen. Als het interview afgelopen is, zegt de tolk dat hij het verhaal van Ibrahim gelooft. Maar hij nuanceert ook: ‘Ik weet hoe moeilijk het is voor een buitenstaander in Europa om over een asielzoeker te moeten oordelen of zijn getuigenis over folteringen wel of niet klopt. Er worden tal van verhalen verzonnen, dat is evengoed een feit als dat er wel degelijk gemarteld wordt.

Omwille van de veiligheid van Ibrahim vermelden we de naam van zijn woonplaats niet.

Ibrahim arriveerde in Brussel in de lente van 2017, met het plan om door te reizen naar Engeland. Ook hij probeerde een vrachtwagen in te klimmen in de hoop de oversteek te maken. Dat lukte niet zomaar, Ibrahim bracht de zomer grotendeels door in Brussel. Hij werd in het najaar gearresteerd in het Noordstation omdat hij geen geldige papieren bezat.

Ibrahim: ‘Ik heb mijn vingerafdrukken gegeven en werd naar een gesloten centrum gebracht vanwaar ik asiel kon aanvragen, werd me verteld. Maar ik wilde nog steeds naar Engeland, dus weigerde ik asiel aan te vragen.

‘Na een paar weken in het gesloten centrum, kreeg ik een vliegticket naar Sudan. Over twee dagen zou ik vertrekken, werd me verteld. Tot zo lang had ik tijd om asiel aan te vragen. Omdat ik niet geloofde dat ik werkelijk in België mocht blijven als ik asiel aanvroeg, weigerde ik nog steeds. Eenmaal op de luchthaven vroeg een beambte me of ik terug wilde naar Sudan. Ik antwoordde naar waarheid van niet. Waarop ik terug naar het gesloten centrum werd gebracht. Daar kreeg ik te horen dat ik het eerste en tweede vliegticket mocht weigeren. Bij aanbod van het derde ticket niet meer, dan zou ik gedwongen teruggestuurd worden. Maar toen ik het tweede ticket ontving en opnieuw naar de luchthaven ging, werd ik naar het politiekantoor gebracht. Ik moest het vliegtuig op, zeiden de agenten. Ik antwoordde dat ik niet wilde. Waarop de politie me vroeg om op te staan en mijn armen bij elkaar te houden. Eerst weigerde ik, maar ik zag het eigenlijk niet zitten om naar het vliegtuig gesleept te worden als de een of andere crimineel dus stond ik op en kreeg ik zo’n hemd aan.’ Hij bedoelt een dwangbuis.

Ik moest in een pick-uptruck stappen waar nog vier andere mannen zaten. Ze droegen geen wapens, ze hadden wel elk een zwarte zweep bij zich

Ibrahim J.

Zwarte zweep

‘Zo werd ik op het vliegtuig gezet, onder begeleiding van twee politieagenten. De agenten waren vriendelijk, ze hebben me netjes behandeld. Via een tussenstop in Istanbul kwamen we rond middernacht in Khartoem aan. De dwangbuis werd in Istanbul afgedaan. In Khartoem moesten we naar een bureau waar mannen in burgerkleding zaten, ik neem aan dat ze van de inlichtingendienst NISS waren. De twee Belgische agenten bleven op de gang wachten, ik werd binnen verhoord. De mannen vroegen onder andere waar ik vandaan kwam en waar mijn familie was. Na een uur of twee brachten ze me terug naar de Belgische agenten, ik kreeg mijn bagage en mocht gaan. De Belgen vertrokken, ik wandelde naar de uitgang. Buiten op de parking werd ik aangehouden. Een onbekende man sommeerde me mee te gaan. Ik moest in een pick-uptruck stappen waar nog vier andere mannen zaten. Ze droegen geen wapens, ze hadden wel elk een zwarte zweep bij zich. Ik moest op de grond zitten met mijn hoofd tussen mijn knieën, zo vertrokken we.’

Volgens onze tolk is dit een typische werkwijze van de NISS. Hij werd in het verleden zelf twee keer gearresteerd door de inlichtingendienst, telkens tijdens een demonstratie. De tweede keer zat hij zestien dagen in een koude cel waar hij de methodes van de NISS aan den lijve ondervond.

Ibrahim: ‘We arriveerden bij een gebouw, het was er druk, mensen liepen af en aan. Binnen werd ik in een cel geduwd. Er was een raam hoog boven me waar ik niet bij kon en een metalen deur met een luikje dat open kon.’

De tolk herkent de beschrijving van het gebouw en zegt dat het om het bewuste cellencomplex van de NISS in Khartoem gaat. Hij vraagt aan Ibrahim hoe de cel er verder uit zag. Ook die omschrijving klopt volgens de tolk: ‘Er was een tafel aanwezig die aan de muur was bevestigd, een toilet in de hoek en een blauwe stoel. Het was heel koud.’ De zogeheten koude cellen van de NISS hebben een constante temperatuur van zeven graden, licht onze tolk toe.

Ibrahim vertelt dat hij een of twee dagen vastzat bij de NISS. Omdat het licht in de cel constant aanblijft en de agenten hem om de zoveel tijd wakker maakten en vragen stelden, raakte hij het besef van tijd kwijt, klinkt het. ‘De agenten beschuldigden me ervan samen te werken met de oppositie in Darfur, ze zeiden dat ik lid was van verschillende milities. Ik antwoordde dat ik er niets mee te maken had. Waarop ze me met een stok sloegen en me dwongen om te bekennen. Ze sloegen ook met hun handen, met hun zwepen en ze schopten me. Over mijn hele lichaam. Het duurde uren. Ik zat onder de blauwe plekken en bloeduitstortingen toen ik werd vrijgelaten.’

Er worden tal van verhalen verzonnen, dat is evengoed een feit als dat er wel degelijk gemarteld wordt

Tolk

Volgens de IOM ging Ibrahim de volgende dag naar hun kantoor en was het niet aan hem te zien dat hij mishandeld zou zijn. Ibrahim zegt dat dit niet klopt. Toen hij vrijkwam, werd hij in een gesloten auto afgezet bij een busstation.

‘Geen klachten’

Ibrahim: ‘Ik ben naar het huis van een vriend gegaan en heb de tijd genomen om uit te rusten, na een paar dagen ben ik dan toch naar de IOM gegaan. Ze hebben me niet gevraagd wat er gebeurd was, ze hebben gewoon mijn formulieren ingevuld om die te kunnen doorsturen naar België. Ik heb mijn telefoonnummer achtergelaten en hoor nog regelmatig van ze. Ze vragen hoe het gaat en wat ik van plan ben. Ik ga eerst terug naar Darfur om mijn familie op te zoeken en dan hoop ik een nieuw bestaan op te kunnen bouwen.’

‘Het onderzoek werd door het onafhankelijke CGVS gevoerd en afgerond. Wij hebben geen nieuwe elementen’, laat de woordvoerder van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken weten.

Géraldine d’Hoop, hoofd van de informatie en communicatiedienst van het IOM-kantoor voor België en Luxemburg laat weten dat de IOM in Sudan van geen enkele teruggestuurde Sudanees vorig jaar en dit jaar een klacht heeft gekregen over mishandeling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content