‘Als de internationale gemeenschap nalaat om kinderen te beschermen, als diplomatieke voorzichtigheid belangrijker wordt dan mensenlevens, dan gaat er meer verloren dan levens alleen. Dan verliezen we onze menselijkheid’, schrijft kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens in deze oproep gericht aan alle nationale overheden, internationale organisaties, de Europese Unie en de Verenigde Naties. ‘De kinderen in Gaza kunnen niet langer wachten.’
Vorige week nam het Europees Netwerk van kinderombudspersonen (ENOC) een krachtig standpunt in. De 44 Europese kinderombudspersonen roepen overheden en internationale organisaties dringend op om het internationaal recht te handhaven: ‘Kinderen in Gaza moeten koste wat kost beschermd worden en hun rechten hersteld.’Wat zich vandaag afspeelt in Gaza is een ongeziene noodsituatie voor de kinderrechten. En de wereld kijkt toe.
Na meer dan negentien maanden van bombardementen en blokkades is de hele Gazastrook herschapen in een ruïne. Meer dan 60.000 doden, onder wie tienduizenden kinderen. Kinderen die verminkt of wees zijn, die onder het puin vandaan gehaald worden, uitgehongerd, getraumatiseerd of voor het leven getekend. Ziekenhuizen zijn vernietigd, scholen en speelpleinen met de grond gelijkgemaakt. Er is geen zuiver water meer en geen voedsel. De hongersnood is niet langer dreigend: hij is er. Er zijn voortdurend gedwongen verplaatsingen. En elke keer opnieuw betalen de kinderen de hoogste prijs.
Een breuk met al wat we voor waar hielden
In Gaza worden basisprincipes van het internationaal recht systematisch genegeerd: de bescherming van burgers, van kinderen, van hulpverleners. In een alarmerende verklaring waarschuwde het VN-Kinderrechtencomité in mei dat toen al meer dan 50 kinderen de hongerdood stierven, en dat 71.000 kinderen jonger dan vijf jaar binnen een jaar kunnen lijden aan acute ondervoeding als de blokkade voortduurt. Vandaag is dat zich in de realiteit aan het voltrekken.
Het Kinderrechtencomité noemde die omstandigheden ernstige schendingen van het internationaal en humanitair recht en van de mensenrechten. Het herhaalde dat er geen enkele rechtvaardiging bestaat voor handelingen die duidelijk ingaan tegen het internationaal recht, waaronder het Kinderrechtenverdrag en het Genocideverdrag van de Verenigde Naties. Het benadrukte de verplichting van alle staten – en vooral van staten met invloed op het conflict – om te handelen in overeenstemming met hun wettelijke verplichtingen. Geen enkel excuus, geen enkele context, geen enkel politiek verhaal kan die schendingen van het internationaal recht verantwoorden.
Juridische en morele plicht om te handelen
De bescherming van kinderlevens is geen voer voor politieke discussies. Het is een strikt juridische plicht. Kinderrechten zijn universeel, niet-onderhandelbaar en moeten ook in tijden van oorlog gerespecteerd worden. Onvoorwaardelijk. Volgens het internationaal humanitair recht moeten partijen in een conflict onderscheid maken tussen burgers en strijders, en alle mogelijke maatregelen nemen om burgers, en zeker kinderen, te beschermen tegen schade.
Onlangs riepen meer dan twintig Belgische oud-diplomaten en ambassadeurs de federale regering op om eindelijk duidelijke signalen en concrete maatregelen te nemen tegen de schendingen van het internationaal recht door Israël. Ook Amnesty International en experts in internationaal recht omschrijven het beleid van Israël als een genocide. Elke dag dat we blijven zwijgen, verliezen meer kinderen hun leven, hun familie, hun toekomst.
Nu is het tijd voor actie, voor concrete stappen
ENOC richt zijn oproep tot alle nationale overheden, internationale organisaties, de Europese Unie en de Verenigde Naties. Ook de Belgische samenleving en beleidsmakers kunnen en moeten handelen. België heeft een sterke reputatie als verdediger van mensenrechten en van het internationaal recht. Die reputatie kan nu forse schade oplopen.
In mei stuurde het Kinderrechtencommissariaat brieven aan de premier, de minister van Buitenlandse Zaken, partijvoorzitters en Europese commissarissen. We vroegen dringend actie, concrete stappen om de kinderen in Gaza te beschermen. Die roep om actie blijft tot vandaag onbeantwoord. Dat oorverdovende stilzwijgen is onverantwoord en niet langer te verdedigen.
Wat moet er nu gebeuren?
Het ENOC-standpunt is duidelijk en concreet. De aanbevelingen zijn geen vage oproepen, maar een juridische en morele leidraad.
Dit is wat België en Europa moeten doen:
- Onmiddellijk veilige en ongehinderde toegang tot humanitaire hulp eisen, zodat voedsel, medicijnen en water de mensen in Gaza kunnen bereiken
- Actief pleiten voor een staakt-het-vuren en dat diplomatiek afdwingen in plaats van af te wachten
- De principes van het VN-Kinderrechtenverdrag effectief verdedigen, in alle fora
- Meewerken aan internationale onderzoeken naar schendingen van kinderrechten
- Medische opvang organiseren voor gewonde kinderen, zoals ook andere Europese landen nu al doen
- Investeren in heropbouw, met focus op onderwijs, gezondheidszorg en psychosociale hulpverlening aan kinderen.
Het moreel kompas herijken
Kinderen zijn nooit verantwoordelijk voor oorlog. Wel zijn zij telkens opnieuw de zwaarst getroffenen. Als de internationale gemeenschap nalaat om kinderen te beschermen, als diplomatieke voorzichtigheid belangrijker wordt dan mensenlevens, dan gaat er meer verloren dan levens alleen. Dan verliezen we onze menselijkheid.
De kinderen in Gaza kunnen niet langer wachten. Elke dag telt. De tijd voor vage verklaringen, voor ‘bezorgdheid’ zonder consequenties is voorbij. We roepen de Belgische regering op: neem uw verantwoordelijkheid, spreek u krachtig uit, zet diplomatieke druk en doe al wat u kan om mee te zorgen voor de bescherming van kinderen en gezinnen in Gaza. Dringend.
Nu.