Expert gewapende conflicten Donatella Rovera over Syrië: ‘Niets doen is geen optie’

Donatella Rovera van Amnesty International © Dieter Telemans
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

Donatella Rovera, crisisexpert van Amnesty International, vindt dat de door de VS geleide Coalitie mede verantwoordelijk is voor de schrijnende situatie in het Syrische Idlib: ze verschafte duizenden IS-strijders en hun families een vrije doortocht uit Raqqa. ‘De regering gebruikt hun aanwezigheid nu als reden om Idlib te bombarderen.’

Donatella Rovera is net terug uit Raqqa, waar ze een langlopend onderzoek uitvoert naar de oorlogsmisdaden van de IS én naar de bombardementen en beschietingen van de door de VS geleide Coalitie. Dat laatste leidde tot veel meer burgerslachtoffers dan het IS-bewind gemaakt heeft, stelt Amnesty International in zijn rapport.

Rovera is in België te gast als spreker op All Rights, een festival bij de zeventigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Met twintig jaar veldonderzoek naar internationale schendingen van de mensenrechten in gewapende conflicten heeft Rovera inmiddels een uitpuilende rugzak vol getuigenissen van schrijnend oorlogsleed verzameld. De laatste twee jaar werkte ze in Syrië, Somalië en Zuid-Soedan. Daarvoor was ze actief in Libië, de Palestijnse gebieden, Ivoorkust, Libanon, Algerije en Irak. Geboren in Italië, met een Argentijnse vader en een Roma-Roemeense moeder, groeide Rovera op in Frankrijk en behaalde ze in Londen een master in de Oosterse en de Afrikaanse studies. Behalve in mensenrechten en vluchtelingenrecht is ze gespecialiseerd in de shariawetgeving en internationaal onderzoek naar criminaliteit.

Hoe kun je nu 80 procent van een stad tot puin herleiden en dan zeggen dat de bewoners het zelf maar moeten opknappen?

In het rapport over Raqqa dat Amnesty deze zomer publiceerde aan de hand van onderzoek van Rovera en collega’s, staat dat er ‘sterke bewijzen’ zijn ‘dat lucht- en artillerieaanvallen van de Coalitie duizenden burgers hebben gedood en verwond, onder meer door buitensporige of willekeurige aanvallen die in strijd zijn met het internationale humanitaire recht en die mogelijk oorlogsmisdaden zijn.’

Wat is er sindsdien gebeurd?

Donatella Rovera: In eerste instantie verwierp de Coalitie het rapport. Wij van Amnesty hadden geen verstand van oorlog, onze onderzoeksmethoden waren verkeerd, we bliezen de zaken op enzovoort. Maar een maand later gaven ze toe dat ze verantwoordelijk waren voor alle cases die in het rapport voorkwamen. We waren verrast: voor ons is dit een grote stap vooruit. De Coalitie kon ook weinig anders, de bewijslast is erg sterk. We bezochten 42 plaatsen die getroffen waren door luchtaanvallen en we interviewden 112 bewoners. Toch blijft de Coalitie bij het verhaal waar ze altijd mee schermt: dat de militaire operatie goed is verlopen en dat het slechts om een paar individuele gevallen gaat. Komaan, we zijn niet naïef, we begrijpen ook wel dat je in een stadsoorlog nooit helemaal kunt vermijden dat er burgerslachtoffers vallen. Maar we moeten wel nagaan hoe die slachtoffers om het leven zijn gekomen. Als een wapen slecht werkt of als iemand verkeerde informatie doorgeeft over een verblijfplaats van vriend of vijand, dan is dat een ongelukkige omstandigheid – maar het kan gebeuren. Roekeloos geweld met onnauwkeurige wapens zoals granaten met een foutenmarge van meer dan honderd meter, dat is een ander verhaal.

De VS gaven toe dat ze 30.000 artilleriebeschietingen en meer dan 90 procent van de luchtaanvallen in Raqqa hebben uitgevoerd.

Rovera: We hebben sterke bewijzen dat die aanvallen duizenden burgers hebben gedood of verwond. De bevelhebber van de Coalitie, luitenant-generaal Stephen Townsend, verklaarde tijdens het offensief dat er nooit eerder zo’n precieze luchtcampagne was geweest als in Raqqa. Ons onderzoek laat een totaal ander beeld zien.

U bent twee dagen terug van een tweede onderzoeksmissie in Raqqa. Wat wil Amnesty bereiken?

Rovera: In de eerste plaats zou de Coalitie transparant moeten zijn over haar militaire tactieken en er uitleg over moeten geven. Als er bijvoorbeeld twee sluipschutters van de IS op een dak staan, waarom kiest de Coalitie er dan niet voor om die snipers uit te schakelen zonder het hele gebouw plat te bombarderen? Waarschijnlijk omdat het meer geld kost om die sluipschutters te doden zonder het gebouw te vernielen: daar zijn gesofisticeerdere wapens en meer mensen voor nodig. De Coalitie weigert daarover in discussie te gaan en weigert dus ook verantwoordelijkheid te nemen voor de vernietiging die ze heeft aangericht. Mocht ze daar uiteindelijk wel haar rol in erkennen, dan kan er gesproken worden over compensatie, financiële steun, hulp bij de heropbouw van de woningen.

Expert gewapende conflicten Donatella Rovera over Syrië: 'Niets doen is geen optie'
© Knack

Dat geldt voor alle landen die deelnamen aan de Coalitie, ook de landen die niet zelf bombardeerden, maar wel op andere manieren steun hebben geboden. Het is makkelijk voor een land als België om te zeggen dat je er niets mee te maken hebt omdat je niet zelf hebt gebombardeerd. Maar als je mee in een coalitie stapt, moet je toch in de eerste plaats weten wat dat inhoudt.

Voorlopig zijn we nog maanden bezig met bewijs vergaren. We verzamelen niet alleen getuigenissen, we gebruiken ook informatie van satellietbeelden en andere datagegevens. Het voordeel van de operatie in Raqqa is dat we weten welke wapens de coalitiepartners gebruikten tegen het IS-bewind. In Mosul was het veel ingewikkelder omdat er verschillende groeperingen actief waren tegen de jihadisten: het Iraakse leger, de Coalitie en een aantal sjiitische milities.

Op het einde van het offensief in Raqqa sloten de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en de Coalitie een akkoord met de overgebleven IS-strijders voor een veilig vertrek. Maar toen lag de stad al in puin.

Rovera: Waarom ze eerst zoveel burgers doodden om dan uiteindelijk toch een deal te sluiten met de IS, vragen wij ons ook af. De Coalitie zegt dat ze het niet eens was met die deal, maar dat klopt niet met de feiten: de enige veilige manier waarop de IS de stad kon verlaten, was met medewerking van de Coalitie.

Het akkoord heeft ook gevolgen voor de toekomst. Een deel van de gevluchte IS-strijders trok naar Idlib. De bewoners zitten ermee opgescheept, hun werd niets gevraagd. En de Syrische regering gebruikt de aanwezigheid van de IS in Idlib nu als belangrijkste reden om het gebied te bombarderen. Maar de Coalitie is mede verantwoordelijk voor de situatie omdat ze duizenden IS-strijders en hun families een vrije doortocht uit Raqqa verschafte. Het is dan ook hypocriet dat de Coalitie beweert dat ze niets met Idlib te maken heeft.

Een ander punt is dat de Syrische overheid de Coalitie makkelijker de mond kan snoeren, want welk recht heeft de internationale Coalitie om kritiek te uiten op bombardementen op Idlib terwijl ze zelf bommentapijten op Raqqa en Mosul heeft gelegd?

Dit keer kunnen de jihadisten nergens heen. Idlib is het laatste bastion.

Rovera: Sommigen zullen de grens met Turkije oversteken, anderen zullen zich overgeven en/of aansluiten bij de troepen van Bashar al-Assad, zoals eerder is gebeurd. Of ze vechten tot het bittere einde, er zijn weinig andere opties. Het zal pas duidelijk worden naarmate de strijd vordert. Kijk naar Mosul: dat was het laatste bolwerk van de IS in Irak. In eerste instantie hadden de Iraakse autoriteiten in gedachten dat de jihadisten de grens naar Syrië zouden oversteken. Maar de sjiitische milities wilden dat niet, ze sloten de weg naar de grens af, en zo eindigde het gevecht in de oude stad van Mosul, met alle gevolgen van dien. Het offensief in Idlib begint in het zuiden van de regio, de oppositie zal naar het noorden verdreven worden. Een mogelijk gevolg is dat de eindstrijd zich in de stad Idlib zal afspelen. Dat zou een nieuwe humanitaire ramp betekenen: het gaat om een dichtbevolkte, grote stad.

Donatella Rovera

– 1990: master in Oosterse en Afrikaanse studies, Londen

– 1990: begint bij Amnesty International; verricht onderzoek in Algerije, Tunesië en de Westelijke Sahara in Marokko

– 1994: persona non grata in Tunesië

– 2001: sabbatjaar, gaat naar Gaza voor Human Rights Watch, onderzoekt nieuwe antiterreurwetten na 9/11

– 2002-2009: werkt in de Palestijnse gebieden, Libanon, Israël en Irak

– 2010 – heden: werkt voor de Amnesty-crisiseenheid in Irak, Zuid-Soedan, Libië, Somalië, Algerije en Syrië

De bewoners bereiden zich voor op mogelijke chemische aanvallen.

Rovera: Chemische wapens krijgen altijd veel aandacht en dat is begrijpelijk – en nodig – omdat ze verboden zijn. Maar het is een feit dat de overgrote meerderheid van de dodelijke slachtoffers in Syrië om het leven is gekomen door conventionele wapens. Obama had destijds nooit moeten zeggen dat hij een rode lijn trok als er in Syrië chemische wapens zouden worden ingezet. Het wekte de indruk dat het gebruik van conventionele wapens er niet toe deed. Terwijl de bombardementen verreweg de meeste slachtoffers veroorzaken. Het gaat in beide gevallen om oorlogsmisdaden.

U zit twintig jaar in het vak. Is er in die tijd veel veranderd?

Rovera: Na de oorlog in Irak hebben de VS en het VK veel geld gestoken in de opbouw van Irak, onder andere door dure trainingen en materiaal voor het Iraakse leger. Tegenwoordig is er veel meer terughoudendheid; we participeren in een oorlog, bombarderen ergens en daarna trekken we er onze handen af. Dat is onaanvaardbaar. Hoe kun je nu tachtig procent van een stad tot puin herleiden en daarna zeggen dat de bewoners het zelf maar moeten opknappen? De Coalitie steunt weliswaar een beetje bij het herstel van elektriciteit en watervoorziening en ze helpt bij de ontmijning, maar daar houdt het op. Raqqa zit op de bodem, letterlijk en figuurlijk. Door de bombardementen op de dam bij Tabqa is er geen elektriciteit in de stad. Alles draait op generatoren. Die zijn vuil en erg duur in gebruik. Er wordt grof geld aan verdiend, en dat zou weleens de reden kunnen zijn dat het oude elektriciteitsnetwerk nooit hersteld zal worden. Er is ook geen telefoonnetwerk, internet gaat over satellietverbindingen. Terwijl het echt niet zo’n moeite is om drie telefoonmasten in de stad te plaatsen.

Intussen horen we bewoners vertellen dat de IS iemands oom, broer of neef doodde, maar dat de rest van de familie is omgekomen door een bombardement van de Coalitie. Een van de families die we interviewden, verloor in een paar weken tijd maar liefst 39 verwanten tijdens luchtaanvallen van de Coalitie. De familieleden kwamen om tijdens hun vlucht naar een veilige schuilplaats. Toen ik in februari in Raqqa was, geloofde de bevolking nog dat de Coalitie mee zou instaan om de enorme schade te compenseren. Nu niet meer. De mensen zijn boos, gedesillusioneerd, ze voelen zich verraden en in de steek gelaten. Dat heeft gevolgen voor de stabiliteit, voor de veiligheid.

Bent u na twintig jaar onderzoek naar oorlogsmisdaden nog hoopvol over de wereld?

Rovera: Gelukkig wel. Omdat ik ook heel veel veerkracht zie. En strijdvaardigheid. Solidariteit ook op grote schaal zelfs. Mensen die hun hele hebben en houden kwijt zijn, krijgen alle mogelijke hulp van anderen die ook niets meer hebben. Het motiveert me om door te gaan met dit werk, al halen we lang niet altijd de resultaten die we willen. Niets doen is geen alternatief, houd ik me altijd voor. We kunnen de wereld niet beter maken door onze inspanningen, maar toch in elk geval een beetje minder slecht. Kijk naar de oorlog in Jemen. Toen ik er in 2015 heen ging, had de wereld totaal geen interesse. Nu zijn we drie jaar verder en is er wel aandacht voor, de VS stellen zich serieuze vragen. En ons werk in Raqqa in verband met de Coalitie heeft ervoor gezorgd dat er in het VK een parlementair onderzoek wordt ingesteld. Het gaat stap voor stap, maar op termijn halen we wel degelijk resultaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content