Het cosmeticabedrijf Moroccanoil is hoofdsponsor van het Eurovisiesongfestival. Anders dan de naam doet vermoeden, is dat bedrijf Israëlisch. Spelen economische belangen mee in de deelname van Israël aan de liedjeswedstrijd? De Belgische EBU-directeur De Tender ontkent.
Op 15 mei treedt de Israëlische Yuval Raphael aan in de tweede halve finale van het Eurovisiesongfestival in het Zwitserse Bazel. Als overlever van de Hamas-aanslag van 7 oktober 2023 op het Nova-festival kan haar performance van de song ‘New Day Will Rise’ moeilijk niet als een politiek statement worden gezien. Aan de BBC liet Raphael weten dat ze oefent met achtergrondlawaai als voorbereiding op verwacht boegeroep.
De roep om Israël van het Songfestival te bannen klinkt luid: een open brief van 70 ex-deelnemers van het festival, protestacties bij verschillende publieke omroepen en petities. Bovendien vroegen de Ierse, Spaanse, IJslandse en Sloveense publieke omroepen om een ernstig debat bij de European Broadcasting Union (EBU) over de deelname van Israël. Dat alles ten spijt, want Raphael zal – met granaatscherven van de aanslag nog in haar been – aantreden.
Sinds 2020 is Moroccanoil een van de hoofdsponsors van Eurovison. Hoeveel geld gemoeid is met die sponsordeal is niet bekend. Toen de Zwitserse krant 20 Minuten aan organisator EBU vroeg of Moroccanoil impact had op de al dan niet deelname van Israël, was dit het antwoord: ‘Geen enkele sponsor heeft directe zeggenschap of invloed op de inhoud van het Eurovisiesongfestival of de deelname van een EBU-omroep.’
Berggeiten
Die vraag valt niet uit de lucht, want Moroccanoil is een Israëlisch haaroliebedrijf. In een fabriek in de Israëlische stad Ma’alot-Tarshiha staat een vat van twee ton met de naam Angelina, waarin de ingrediënten voor haarproducten worden gemengd. Het vat is vernoemd naar een van de bekende gebruikers van het merk: Angelina Jolie. Moroccanoil heeft ook fabrieken in Italië en Canada, maar het merendeel van zijn producten is ‘made in Israel’.
Aan de basis van het wereldwijde succes van Moroccanoil ligt een mislukte haarkleuring. Toen de Canadese onderneemster Carmen Tal dat overkwam, ontdekte ze de heilzame werking van arganolie in Tel Aviv. Ze overtuigde haar man Ofer Tal van de investeringsopportuniteit. In 2008 kocht hij het bedrijf Moroccanoil over van twee Israëlische broers. Zij maakten al sinds 2003 haarproducten met arganolie geïmporteerd uit Marokko.
Arganolie wordt gewonnen uit de vruchten van de arganboom, die oorspronkelijk groeit in Marokko en Algerije. Die vruchten zijn oneetbaar voor de mens, maar een lekkernij voor berggeiten. Eeuwenlang al kraken Berberse vrouwen de pitten van de arganvrucht, soms verzameld uit de excrementen van de berggeiten, om er olie van te persen. Arganolie wordt gebruikt in de keuken en als verzorgingsproduct. Al sinds de jaren 1980 is de verkoop van arganolie aan Europese cosmeticabedrijven big business.
Moroccanoil zou nog steeds arganolie uit Marokko importeren naar Israël om het daar te verwerken. Al experimenteren Israëlische wetenschappers ook om arganbomen te telen in de Israëlische Negev-woestijn.
Onder de radar
In 2009 werd Marokkaanse arganolie een geografisch keurmerk en in 2014 werd de verwerking ervan erkend als immateriëel erfgoed door UNESCO. Die acties om het product te beschermen kwamen te laat, want een jaar eerder was Moroccanoil al opgekocht en gecommercialiseerd in Noord-Amerika. Critici vinden dat de merknaam wijst op culturele toe-eigening. In welke mate de arganolie in Moroccanoil-producten nog effectief afkomstig is uit Marokko of geteeld is in Israël, is onduidelijk.
Het weinige dat we weten over het productieproces van Moroccanoil-haarproducten, komt vooral uit een CNN-reportage uit 2012. Een Amerikaanse journalist kreeg toen toegang tot de fabriek in Israël. Sindsdien hult Moroccanoil zich in stilzwijgen als het gaat over de oorsprong van zijn oliën. Dat het bedrijf helemaal niet Marokkaans, maar Israëlisch is, houdt het om marketingdoeleinden liever onder de radar.
Desalniettemin roepen Pro-Palestijnse actievoerders al sinds 2012 op om het bedrijf te boycotten. Volgens activisten doet het bedrijf aan foundation-washing: ‘Zijn producten leggen een cosmetische laag van glamour en luxe over Israël om de discriminatie en bezetting te verdoezelen’.
Wat is Macrons vredesplan voor Gaza, waarbij België zich wil aansluiten?
‘Volledige scheiding’
In 2021 mocht Belarus niet deelnemen aan Eurosong wegens een te politieke inzending. Sinds 2022 is Rusland uitgesloten. Officieel niet vanwege de invasie in Oekraïne, maar door ‘het meervoudig niet nakomen van verplichtingen als EBU-lid en het schenden van waarden van de publieke omroep’.
Spelen economische belangen mee in dit verhaal van twee maten en twee gewichten? Daarvoor is op dit moment geen bewijs. Op de herhaaldelijke vraag om Israël, net als Rusland, uit te sluiten van het Songfestival luidde het antwoord van de EBU aan 20 Minuten: ‘Vergelijkingen tussen oorlogen en conflicten zijn complex, als een apolitieke mediaorganisatie is het niet aan ons om die te maken’.
Aan het hoofd van die ‘apolitieke mediaorganisatie’ staat al tien jaar de Belg Jean Philip De Tender (60). De Standaard vroeg hem onlangs of Moroccanoil als hoofdsponsor van het Songfestival meespeelt in de deelname van Israël: ‘Nee. Er is een volledige scheiding tussen de commerciële inkomsten van het festival en wie kan deelnemen.’
Volgens een portret van De Tender in Het Laatste Nieuws is zijn voornaamste sterkte ‘zijn diplomatieke vaardigheid’. Zo verdedigt hij al een decennium het apolitieke karakter van het voornaamste EBU-uithangbord. Maar ook nietsdoen is in conflictsituaties uiteraard een politiek signaal.