‘Geschiedschrijvers zullen ooit uitmaken of we in Europa in deze periode dichter bij vrede waren, of dichter bij oorlog’, schrijft René van Rijckevorsel (EW).
Soms vrees je het laatste. Zo’n bericht van vorige week, over een sabotage van het Poolse spoor naar Oekraïne, belangrijk voor wapentransport, die zou zijn uitgevoerd door twee Oekraïners die voor Moskou werken.
Waar of niet, het kan zomaar de vonk zijn die de boel echt in de hens zet. Tienduizend soldaten bewaken nu de gevoelige Poolse infrastructuur.
Hopelijk slaat die vonk voorlopig niet over. Europa is nog lang niet klaar voor gewapende strijd. Hoe verder je van de (Wit-)Russische grens komt, hoe zwakker de weerstand, hoe minder het gevoel van urgentie.

Zwakke infrastructuur in de EU maakt snelle inzet richting oosten onmogelijk
Verdediging en bewapening zijn ondermaats. Vliegvelden, havens en spoorlijnen liggen er weerloos bij. Er zijn te weinig strijdkrachten en de infrastructuur om wapens en soldaten naar de plek te krijgen waar ze moeten zijn (Oost-Europa) is niet in orde.
Dan hebben we het nog niet eens over alle regeltjes die soepele militaire transporten in de weg staan.
‘Als er een incident is aan de grens met pakweg Polen, en de NAVO wil daar binnen dertig dagen troepen ter plaatse hebben, dan krijgen we dat simpelweg niet voor elkaar,’ zei de Belgische luitenant-kolonel Dave Maes, verantwoordelijk voor militaire mobiliteit, in maart in De Standaard.
Documenten regelen om een landsgrens over te steken met een militair konvooi, duurt wel 45 dagen.
‘Dat moet voortaan binnen drie dagen in orde zijn. Dit zijn geen gewone tijden meer,’ zei de Griekse Commissaris voor Transport Apostolos Tzitzikostas vorige week toen hij zijn plannen presenteerde voor een ‘militair Schengen’.
Europese defensieplanning struikelt over infrastructuur
In plaats van de vele nationale (en regionale) documenten komt er één uniforme Europese versie van de formulieren, waarmee militairen en hun spullen dan binnen drie dagen door de hele Europese Unie kunnen worden vervoerd.
Elk land krijgt een nationale coördinator voor militair transport die op EU-niveau samenkomen in de Military Mobility Transport Group.
Maar met één papiertje ben je er nog niet. De Commissie heeft vijfhonderd (!) zwakke plekken in vier ‘prioriteitscorridors’ aangewezen.
Bruggen die niet geschikt zijn voor zwaar transport, tunnels die niet hoog of breed genoeg zijn, sporen die niet aansluiten en ga zo maar door.
Geld is er, overeenstemming niet
Er komt een ‘Connecting Europe Facility’ met 18 miljard euro om die knelpunten uit de weg te ruimen. Dat moet allemaal snel. Hoge Brusselse ambtenaren spreken van 2030 als deadline.
Maar de lidstaten blijken het nog helemaal niet eens te zijn over hoe de vier ‘prioriteitscorridors’ moeten lopen! Die zijn dus buiten het voorstel gebleven (misschien maar goed ook: de vijand leest mee).
Zonder gekheid: 2030 wordt nooit gehaald als Europese landen nu nog steggelen over wat de belangrijkste militaire transportroutes moeten zijn.
En dan moet het Europees Parlement zich ook nog buigen over deze wetgeving. Kortom: Europa staat nog in de file, terwijl de spookrijder uit het oosten ruim baan krijgt.