België blijft via de haven van Zeebrugge de Russische oorlogsmachine financieren. Wie wil begrijpen waarom de Russische oorlogsmachine nog niet volledig is stilgevallen, kan niet voorbij havens als Zeebrugge.
Vorige week was ik even in Vlissingen, de toegangspoort tot de Antwerpse haven. Vanaf het terras van de Belgische Loodsensociëteit zie je ‘s avonds laat aan de ene kant de onmetelijke windmolenparken met hun rode knipperlichten boven de anders zo serene zeespiegel opdoemen. Aan de andere kant verschijnen de grillige contouren van de haven van Zeebrugge, waar fossiele brandstoffen nog altijd meester zijn. Ook Russische fossiele brandstoffen.
Tot begin dit jaar was Zeebrugge een belangrijke doorvoerhaven voor vloeibaar gas uit het Russische Hoge Noorden naar Azië. Dat is nu niet meer toegelaten. Wél toegelaten blijft de rechtstreekse invoer van Russisch aardgas. Daarvoor is Zeebrugge de belangrijkste Europese invoerhaven, na Duinkerken in Frankrijk.
Vorig jaar voerde de Europese Unie nog altijd 14,5 miljard euro aan Russisch gas in. Dat is amper minder dan het gemiddelde bedrag in de tien jaar voor de inval in Oekraïne. België importeerde in 2024 via Zeebrugge voor ongeveer 1 miljard euro aan gas. In de eerste zes maanden van dit jaar piekte de waarde van aangevoerd Russisch gas in ons land al op 900 miljoen euro.
Wie wil begrijpen waarom de Russische oorlogsmachine nog niet volledig is stilgevallen, kan niet voorbij havens als Zeebrugge. De jaarlijkse Belgische financiële ‘steun’ aan Rusland via deze haven bleek de afgelopen jaren groter dan de steun aan Oekraïne. Wij zijn na Hongarije de belangrijkste Europese invoerder van Russische fossiele brandstoffen.
De waarde van Russische geëxporteerde fossiele brandstoffen is sinds 2023 nauwelijks nog gedaald. Olie is de belangrijkste inkomstenbron, met China, Turkije en India als grootste afnemers. Dan volgt aardgas, waarvan de EU veruit de belangrijkste invoerder blijft. Steenkool vormt de derde inkomstenbron met opnieuw China, India en Turkije als topafnemers.
In 2024 haalde Rusland hierdoor nog steeds een handelsoverschot van 150 miljard dollar op, en met dat geld schuimt het de wereld af om ondanks sancties zo veel mogelijk technologie te vergaren waarmee het zijn raketten en drones volstopt. De Russische economie mag dan wel klappen hebben gekregen, maar dit verklaart waarom ze nog niet in de touwen hangt.
Plekken als Zeebrugge zijn vrijplaatsen in de nieuwe machtspolitiek. Men zou dit nogal gemakkelijk kunnen vergoelijken onder het mom van pragmatisme. Maar slim pragmatisme versterkt de positie van een land en niet die van zijn concurrenten, laat staan zijn rivalen. Terwijl het voor ons land in Zeebrugge gaat het om een graantje meepikken, draait het bij de leveranciers om macht en invloed.