Juriste Marta Barandiy staat in deze bijdrage stil bij het lot van een minder zichtbare groep binnen de Oekraïense gemeenschap in België :vrouwen die hun ouders opvangen (als gastgezinnen), maar daardoor zelf uit het sociale beschermingssysteem vielen. Ze legt uit hoe lokale interpretaties van “solidariteit” leiden tot structurele afhankelijkheid en genderongelijkheid, en waarom dit relevant is in aanloop naar het einde van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming in 2027.
Toen de Europese Unie in maart 2022 de Richtlijn Tijdelijke Bescherming activeerde, was dat een historisch moment van Europese solidariteit. Miljoenen mensen uit Oekraïne kregen onmiddellijk bescherming in de EU: recht op verblijf, gezondheidszorg en maatschappelijke steun.
In België hebben duizenden burgers en lokale besturen met open armen gereageerd. Gemeenten organiseerden opvang, gezinnen openden hun deuren, en solidariteit kreeg letterlijk een gezicht.
Maar er bestaat ook een minder zichtbaar verhaal – dat van een specifieke groep mensen voor wie het systeem niet werkte zoals bedoeld.
De vergeten gezinnen van de tijdelijke bescherming
Vandaag verblijven er ongeveer 70.000 Oekraïners onder tijdelijke bescherming in België. Ongeveer 30.000 mensen hebben in de voorbije drie jaar maatschappelijke steun van een OCMW ontvangen – niet allemaal tegelijk, maar verspreid in de tijd.
Lokale OCMW’s (CPAS) ontvingen hiervoor middelen van de federale overheid, aangevuld met Europese steun voor opvang en huisvesting. Toch kwam deze hulp niet bij iedereen terecht. Vooral Oekraïense vrouwen die hun ouders opvingen – hun moeders of vaders die als vluchtelingen naar België kwamen – voelden zich uit het systeem geduwd.
Omdat ze niet geregistreerd waren als “officiële host families” (zoals bij de opvang via het Rode Kruis of Fedasil), kwamen ze niet in aanmerking voor enige vergoeding.En omdat ze hun ouders onderdak boden, beschouwden de OCMW’s hun huishouden als één geheel, waardoor de ouders geen recht hadden op steun.
Zo werden juist de vrouwen die solidair waren, zelf de dupe van een systeem dat solidariteit moest garanderen.
Solidariteit achter de keukentafel
Een vrouw uit Leuven vertelt hoe haar moeder, die na een beroerte arriveerde, geen leefloon kreeg omdat haar dochter werkt.
Een alleenstaande moeder in Gent ondersteunt zowel haar kinderen als haar bejaarde ouders, terwijl haar loon als “voldoende” wordt beschouwd – voor twee generaties tegelijk.
Deze gezinnen kozen daar niet voor.
Ze werden administratief samengevoegd, alsof samenwonen automatisch financiële afhankelijkheid betekent.Maar in werkelijkheid betalen deze vrouwen al drie jaar lang dubbel: huur, energie, medische zorg, vervoer en eten – alles voor twee huishoudens.
Hun solidariteit werd niet erkend als menselijkheid, maar als budgettaire rekensom. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: zonder financiële steun kunnen ouders geen woning huren, en zonder eigen woning beschouwt het OCMW hen als deel van het huishouden van hun kinderen – waardoor ze opnieuw uitgesloten worden van hulp.
Een lappendeken van 581 interpretaties
België telt 581 OCMW’s, en elk beslist anders. In sommige gemeenten krijgt een ouder wél individuele steun, in andere niet.
De toegang tot rechten hangt dus af van de postcode – niet van de nood. Die willekeur heeft echte gevolgen: gezinnen raken uitgeput, kinderen delen hun kamer met grootouders, vrouwen dragen een onzichtbare zorglast die niemand meetelt.
Het dubbele criterium: genoeg om te dragen, te weinig om te bestaan
Het wrangste is dat België twee tegenovergestelde normen hanteert. Voor het OCMW verdienen deze vrouwen “genoeg” om hun ouders te onderhouden – daarom krijgen ze geen hulp.
Maar wanneer ze een aanvraag indienen voor gezinshereniging of een nieuw verblijfsstatuut na afloop van de tijdelijke bescherming, oordeelt de Dienst Vreemdelingenzaken dat hun inkomen onvoldoende is.
Wat volgens de ene administratie genoeg is om twee generaties te voeden, is volgens de andere niet genoeg om samen te mogen leven.
Dit is geen solidariteit, maar een bureaucratische paradox: een huis dat juridisch wordt gedeeld, maar financieel op instorten staat.
De genderdimensie van ‘onderhoudsplicht’
In meer dan 80% van de gevallen gaat het om vrouwen – Belgische of in België wonende Oekraïense dochters – die hun ouders onderhouden. Ze werken, betalen belastingen, en dragen tegelijk de zorg voor twee gezinnen.
Sommigen spreken over chronische vermoeidheid, angst en financiële uitputting. De wettelijke onderhoudsplicht die bedoeld was als moreel principe, is zo uitgegroeid tot een vorm van onbetaalde arbeid.
Zelfs binnen het Belgisch recht kan de onderhoudsplicht tussen ouders en volwassen kinderen nooit volledig of onbeperkt zijn. In de praktijk gaat het hier echter om een quasi-permanente en totale afhankelijkheid, die onevenredig zwaar weegt op Oekraïense vrouwen die zelf proberen te integreren in België.
Wat begon als tijdelijke opvang, is veranderd in structurele afhankelijkheid – en dat treft vooral vrouwen.
De toekomst: 2027 en daarna?
In maart 2027 loopt de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming af. Vanaf dan zal elke lidstaat zelf beslissen welk statuut deze mensen krijgen.
Juist de gezinnen die vandaag buiten het systeem vallen, lopen het grootste risico opnieuw onzichtbaar te worden.Ze zijn niet geïntegreerd in de arbeidsmarkt, hebben geen eigen woning, en hun situatie is administratief grijs. Wanneer de tijdelijke bescherming eindigt, zullen velen van hen moeten overschakelen naar gezinshereniging.
Maar hun inkomen – dat vandaag “genoeg” wordt geacht om ouders te onderhouden – zal dan plots “te weinig” blijken voor een verblijfsvergunning.
Dezelfde mensen, hetzelfde loon, tegenovergestelde beoordeling.
Solidariteit moet niet verdwijnen, maar herontdekt worden
De Belgische samenleving heeft enorm veel gedaan om Oekraïners op te vangen – dat mag niet vergeten worden. Maar juist daarom is het belangrijk om te erkennen dat er ook blinde vlekken zijn. Solidariteit hoeft niet afgeschaft of geprivatiseerd te worden.
Ze moet opnieuw worden begrepen als iets dat de staat en de burgers samen dragen – niet de ene in plaats van de andere.
Echte solidariteit betekent dat niemand onzichtbaar wordt gemaakt omdat hij in het verkeerde huis woont.
Dr. iur. Marta Barandiy is juriste internationaal recht en voorzitster van Promote Ukraine.