Proces naar aanslag Charlie Hebdo gaat woensdag van start

In Parijs start woensdag het proces naar de aanslag op het satirische magazine Charlie Hebdo in januari 2015 en de terreurfeiten in de nasleep ervan. In totaal kwamen daarbij zeventien slachtoffers om het leven. De aanslag luidde het begin in van een golf van terreur in Frankrijk.

In totaal staan veertien beschuldigden terecht voor het speciale hof van assisen. Ze worden ervan verdacht in meer of mindere mate logistieke hulp geboden te hebben aan de broers Saïd en Chérif Kouachi, en aan Amédy Coulibaly, de daders van de aanslagen. Het proces duurt tot 10 november. Het is het eerste proces van een jihadistische aanslag in Frankrijk sinds de zaak van Mohamed Merah in 2017. Het omvangrijke proces zal volledig gefilmd worden, zegt justitie, ‘omwille van de historische archieven’.

Normaal had het proces voor de zomer van start moeten gaan, maar de coronacrisis besliste daar anders over. Het proces vindt plaats voor de rechtbank van Parijs onder strenge veiligheidsmaatregelen. Het hof zal zo’n 150 getuigen en experts horen. Het moet uiteindelijk de precieze rol bepalen die de beschuldigden hebben gespeeld bij de aanslagen van januari 2015.

Verdachten

Drie beschuldigden zullen op het proces ontbreken: Hayat Boumeddienne, de vriendin van Coulibaly, en de broers-Belhoucine. Enkele dagen voor de aanslagen waren ze naar de Iraaks-Syrische regio getrokken. Verschillende bronnen meldden hun dood, maar die is nooit officieel bevestigd. Er loopt dus nog steeds een aanhoudingsbevel tegen alledrie.

De oudste van de broers Belhoucine, Mohamed, riskeert de zwaarste straf, levenslang, net als Ali Riza Polat, die wel aanwezig zal zijn op het proces. Zij worden beschuldigd van ‘medeplichtigheid’ aan terreurfeiten. Ali Riza Polat, een vriend van Coulibaly, wordt ervan verdacht dat hij een centrale rol speelde bij de voorbereidingen van de aanslagen. Hij zou het terroristische trio wapens geleverd hebben. Zijn advocate, Isabelle Coutant-Peyre, klaagde al aan dat ze slechts vijf getuigen mocht oproepen, tegen 101 getuigen ‘à charge’.

Een andere advocate, Safya Akorri, zei dat ‘het gerecht de lastige taak wacht om te oordelen over feiten waarbij de belangrijkste verantwoordelijken niet aanwezig zijn’. Ook Jean-François Ricard, procureur van het antiterrorismeparket, zei al dat het ‘een bron van frustratie’ is dat de broers-Kouachi en Amédy Coulibaly afwezig blijven. Maar hij ‘verwerpt het idee’ dat de veertien beschuldigden slechts een kleine rol speelden, of ‘onbelangrijke personen’ zouden zijn.

De andere beschuldigen staan voornamelijk terecht wegens ’terroristische criminele bendevorming’ en riskeren tot twintig jaar cel. Onder hen ook twee Belgen, uit de regio Charleroi, Michel Catino en Metin Karasular. Zij worden ervan beschuldigd dat ze de daders wapens hebben geleverd. Slechts één beschuldigde verschijnt als vrij persoon, weliswaar onder gerechtelijk toezicht, op beschuldiging van eenvoudige ‘bendevorming’, waarop tien jaar cel staat. Er loopt trouwens nog een onderzoek naar de steun die de broers-Kouachi vanuit Jemen zouden gekregen hebben, waar een van hen naartoe was getrokken in 2011.

Peter Cherif, een hogergeplaatste binnen terreurgroep Al-Qaida op het Arabische Schiereiland (Aqpa) en een vriend van de twee broers, zal op dit proces gehoord worden als getuige. Cherif, die uitgeleverd werd aan Frankrijk, is beschuldigd in dat andere luik van de zaak. Een tweehonderdtal personen hebben zich burgerlijke partij gesteld. De eerste weken van het proces is gewijd aan hun getuigenissen. Pas in tweede instantie zal het gaan over het verloop van het onderzoek en zullen de beschuldigden ondervraagd worden.

Dubbel belang

Procureur Jean-François Ricard benadrukte dat het proces een ‘dubbel belang’ dient. Doel is tot de waarheid te komen, maar de slachtoffers ook een ‘moment om zich te uiten’ te geven. ‘Ze zullen kunnen uitleggen, vragen, proberen te begrijpen, en dat is fundamenteel’, zei hij.

De aanslag tegen Charlie Hebdo is opgeëist door Al-Qaeda op het Arabische Schiereiland. Coulibaly daarentegen beriep zich op de terroristische organisatie IS. De aanslag vond plaats op 7 januari 2015. De broers-Kouachi, die al een paar jaar actief waren in jihadistische middens, vermoordden daarbij twaalf personen, onder wie de bekende tekenaars Cabu en Wolinski, en sloegen op de vlucht. De dag erna doodde Amédy Coulibaly, die geradicaliseerd was in de gevangenis, een politieagente in Montrouge, in de buurt van Parijs. Nog een dag later schoot hij vier mannen dood, allen Joden, tijdens een gijzeling in de winkel Hyper Cacher in het oosten van Parijs.

De politie schakelde Coulibaly ter plaatse uit. Ook de broers-Kouachi waren kort daarvoor neergeschoten in een drukkerij in Dammartin-en-Goële (Seine-et-Marne), waar ze zich verscholen hadden. Bij de reeks aanslagen die Frankrijk in de maanden en jaren nadien trof, kwamen in totaal 258 slachtoffers om het leven. Naar aanleiding van het begin van het proces publiceerde Charlie Hebdo opnieuw de Mohamed-cartoons die voor de daders de reden was voor de aanslag. ‘We zullen nooit slapen, we zullen nooit opgeven’, zei de directeur van het magazine, Riss.

Partner Content