Met Donald Trump aan de macht in de VS en oorlog aan de oostgrens luidt Enrico Letta de noodklok: Europa is te afhankelijk, te traag en te verdeeld. ‘We hebben niet te veel, maar te weinig Europa’, zegt de voormalige Italiaanse premier in Brussel. Zijn deadline is duidelijk: als de Unie haar interne markt niet tegen 2028 vervolmaakt, dreigt ze voorgoed aan betekenis te verliezen.
‘Als ik de stekker uit Starlink trek, dan valt de Oekraïense frontlijn meteen.’ Europa zou die tweet van X-topman Elon Musk bij wijze van waarschuwing meteen moeten ophangen aan het hoofdgebouw van de Europese Commissie in Brussel, vindt de voormalige Italiaanse premier Enrico Letta. ‘Europa is veel te afhankelijk van anderen’, zegt Letta aan enkele Europese media, waaronder Knack, die donderdag door de stichting Jacques Delors Friends of Europe in het hartje van Brussel werden uitgenodigd.
‘Hoe kun je uitleggen dat energie in Italië vandaag vijfmaal duurder is dan in Zweden?’
Volgens Letta, die vorig jaar in opdracht van ex-premier Alexander De Croo (Open VLD) een rapport uitbracht over de tekortkomingen van de Europese markt, toont Musk met dat zinnetje onze kwetsbaarheid. ‘Onze markt is op veel domeinen te versnipperd – denk aan telecom, energie of kapitaal. Dat is funest voor onze veiligheid en welvaart. Dit jaar lanceerden de VS 139 satellieten, China 61, de EU slechts 4. En hoe kun je uitleggen dat energie in Italië vandaag vijfmaal duurder is dan in Zweden?’
2028 is de einddatum die Letta, net zoals Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, vooropstelt om de Europese markt te vervolmaken. ‘Het is nu of nooit. Als het niet lukt, dan dreigt de achteruitgang van de EU, die nu al bezig is, in een fatale stroomversnelling te belanden. De crisissen van de voorbije jaren, denk aan de pandemie, de oorlog in Oekraïne of de terugkeer van Donald Trump als Amerikaanse president, mogen niet als alibi dienen om geen actie te ondernemen’, aldus Letta.
Waarom is 2028 voor u zo belangrijk?
Enrico Letta: Het is code rood, en een concrete deadline kan helpen om iedereen ervan bewust te maken dat we snel en grondig actie moeten ondernemen. Met Trump is het duidelijk: er zijn geen excuses meer om het trage tempo te blijven volgen dat Europa soms hanteert.
Bovendien paste voormalig Commissievoorzitter Jacques Delors in de jaren tachtig dezelfde methode toe. Hij zette destijds het jaar 1992 voorop als streefdatum om de Europese samenwerking te moderniseren. Met succes (in 1992 ondertekenden de lidstaten het Verdrag van Maastricht, dat de Europese markt verdiepte en de basis voor de euromunt legde, nvdr).
2028 is ook het jaar waarin de huidige Europese regeerperiode afloopt – en we de politici dus kunnen beoordelen op hun prestaties. De Commissie is het engagement al aangegaan om tegen 2028 noodzakelijke verandering te brengen, nu is het aan de lidstaten om die stap te durven zetten.
U pleit al langer voor meer Europese samenwerking rond kennis, naast de vrijheden van diensten, personen, kapitaal en producten.
Letta: Het is toch onvoorstelbaar dat er vandaag nog altijd geen Europees diploma bestaat. Voor tal van families vormt dat een enorme hinderpaal. Ik ben zelf decaan van een universiteit in Madrid en merk hoeveel administratie, tijd en geld we moeten steken in de wederzijdse erkenning van diploma’s – het is een puinhoop. Hetzelfde geldt voor onderzoek. Innovatie is cruciaal als we opnieuw een rol van betekenis willen spelen.
Vandaag staan de krantenpagina’s vol met nieuws over Europese plannen waarmee we ons tegen vijandelijke drones willen beschermen. Maar zonder eigen onderzoek en ontwikkeling zullen we onze wapens in pakweg de Verenigde Staten, Turkije en Zuid-Korea moeten blijven aankopen – geld dat we niet kunnen gebruilen om onze eigen industrie te ondersteunen en waarmee we onze werkgelegenheid naar het buitenland exporteren. Dat is niet de fout van Europa. De fout die gemaakt wordt, is een gebrek aan Europa.
Hoe kan die versnippering dan concreet worden aangepakt?
Letta: Momenteel stelt de Commissie haar voorstellen te vaak in de vorm van een richtlijn voor. Die manier van werken geeft de lidstaten een grote interpretatieruimte bij de omzetting naar nationale wetgeving, wat tot hinderlijke fragmentatie leidt. Bij Europese verordeningen is dat niet het geval, en moeten alle lidstaten de gemaakte afspraken op dezelfde manier omzetten. We moeten richtlijnen dus laten voor wat ze zijn, en inzetten op verordeningen. Dat zou een regelrechte en broodnodige wetgevende revolutie teweegbrengen.
Bovendien vervult de Commissie sinds de financieel-economische crisis onvoldoende haar rol als waakhond. De voorbije jaren is Brussel veel minder inbreukprocedures of rechtszaken bij het Europees Hof van Justitie gestart wanneer lidstaten de gemaakte afspraken niet respecteren. Daarmee staat ze Europese fragmentatie oogluikend toe – en dat is geen goede zaak.
Ligt het probleem bij de Commissie alleen?
Letta: Nee. Onder de Europese lidstaten heerst de overtuiging dat we het altijd met zijn allen eens moeten zijn. Binnen de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders geldt er namelijk unanimiteit voordat er een akkoord kan worden bereikt. Die benadering is niet alleen achterhaald, maar ook incorrect. In de Raad van Ministers – samen met het Europees Parlement een van de twee wetgevende organen van de EU – is dat op veel domeinen niet het geval. Lidstaten moeten beseffen dat ze ook met een gekwalificeerde meerderheid werken, denk opnieuw aan zoals telecom, energie of financiën, waar échte Europese samenwerking van vitaal belang is voor onze welvaart. Natuurlijk kunnen lidstaten daar vaker worden weggestemd, maar dat is onderdeel van het spel en noodzakelijk om snel te kunnen handelen.