‘Good riddance, Boris’: waarom de ondergang van Johnson onvermijdelijk was

Boris Johnson op campagne voor Brexit in 2016. © Getty
Kamiel Vermeylen

Boris Johnson staat aan het begin van het eind van zijn premierschap. De job die hij zo fel begeerde, heeft hij zelf vakkundig verkwanseld.

Op sommige dingen kun je de klok gelijk zetten. Zo ook op het hoongelach van de Conservatieve parlementsleden telkens SNP-fractieleider Ian Blackford aan zijn interpellatie in het Britse Lagerhuis begint. Blackfords kritiek op het regeringsbeleid en zijn pleidooi voor Schotse onafhankelijkheid nemen de Tories zelden tot nooit serieus. Maar dat was woensdagmiddag wel even anders. Muisstil bleef het op de Conservatieve banken wanneer Speaker of the House Sir Lindsay Hoyle aan Blackford het woord gaf. Aan de overzijde zat namelijk een gehavende premier Boris Johnson die nauwelijks nog steun genoot van zijn regering en parlementsleden. En Blackford beukte zonder genade op Johnson in. ‘Bye Bye Boris‘, klonk het schertsend toen Johnson niet veel later snel de zaal verliet.

Het gros van de Conservatieve Partij stond de afgelopen jaren pal achter Johnson, bij de zoveelste leugen of inhoudsloze aankondigingspolitiek knikten ze in Westminster overtuigend mee.

De avond voordien hadden minister van Financiën Rishi Sunak en minister van Onderwijs Sajid Javid hun ontslag ingediend. Aanleiding was de promotie die Johnson aan de van seksueel grensoverschrijdend gedrag beschuldigde Christopher Pincher gaf. Aanvankelijk beweerde Johnson dat hij op het moment van de bevordering niet van de aantijgingen tegen Pincher op de hoogte was. Hij verzocht zijn kabinet die lijn publiek te verdedigen. Toen bleek dat Johnson wel op de hoogte was – hij was het naar eigen zeggen vergeten – was de maat vol. In navolging van Sunak en Javid volgden een heleboel andere ministers, parlementsleden en partijmedewerkers met een (oproep tot) ontslag. In een reactie ontsloeg Johnson zelf minister van Huisvesting Michael Gove, een twijfelachtige eer die Gove ook al onder David Cameron en Theresa May te beurt viel. Er ontstond zo’n gapend gat in de regering dat men zich afvroeg of de vacatures wel zouden ingevuld geraken.

Aankondigingspolitiek

In hun ontslagbrieven verwees vrijwel iedereen naar Johnsons gebrek aan integriteit, ethiek en waarden. De voormalige burgemeester van Londen verkeerde reeds voor het geval-Pincher in moeilijkheden. Steeds weer kwamen hijzelf en zijn regering in opspraak wegens schandalen of het gevoerde beleid. De lockdownfeestjes in Downing Street, het vermeende pestgedrag van minister van Binnenlandse Zaken Priti Patel, het ongrondwettelijke manoeuvre om het parlement buitenspel te zetten, de rol die zijn speciale adviseur Dominic Cummings speelde, partijfinanciering van aan Rusland gelinkte donoren, vreemde leningen voor peperduur behangpapier in de ambtswoning, onkieze lobbypraktijken van Conservatieve parlementsleden, Johnsons poging om zijn toenmalige minnares en huidige vrouw Carrie Symonds een topfunctie te bezorgen … Het is te veel om op te noemen. Trouwens: nog steeds hangt er Johnson een onderzoek boven het hoofd wegens machtsmisbruik tijdens de onthullingen over PartyGate.

In hun ontslagbrieven verwees vrijwel iedereen naar Johnsons gebrek aan integriteit, ethiek en waarden.

Het einde van Johnson is daarom de kroniek van een onvermijdelijke ondergang. Er zat simpelweg geen rek meer op de manier waarop hij zich gedroeg en aan politiek deed. Recent overleefde Johnson nog een vertrouwensstemming binnen de eigen partij. Toch stemden verhoudingsgewijs veel partijgenoten voor zijn vertrek. Vervolgens leed de Conservatieve Partij bij de vervroegde verkiezingen in Wakefield en Tiverton en Honiton zware verliezen. Daar waar ze de afgelopen vijftig jaar comfortabel regeerden of waar ze in 2019 de traditionele kiesdistricten van de Labour-partij konden veroveren, liep het ditmaal faliekant mis. Voor veel Conservatieve parlementsleden waren die nederlagen hét signaal dat Johnson hen bij de verkiezingen van 2024 of 2025 meer zou kosten dan opleveren. De mojo van Bojo is niet meer, luidt het verdict. En dat terwijl hij momenteel nog minder lang in het zadel zit dan de door hem zo vaak verguisde voorganger Theresa May.

Jarenlang heeft Johnson toegewerkt naar het hoogste politieke schavot in het land – iets waar hij ontegensprekelijk een uitstekende neus voor had. Maar dat hij ondanks zijn enorme meerderheid in het Britse parlement nu al moet opstappen, heeft hij ook vooral aan zichzelf te danken. In de Britse media gaat de grap rond dat Johnson verantwoordelijk is voor drie premiers die vroegtijdig moe(s)ten opkrassen: David Cameron in 2016, Theresa May in 2019 en hijzelf in 2022. Toch gaat het probleem verder dan Johnson alleen. Het gros van de Conservatieve Partij stond de afgelopen jaren pal achter Johnson, bij de zoveelste leugen of inhoudsloze aankondigingspolitiek knikten ze in Westminster overtuigend mee. ‘Hear Hear!’, klonk het steeds toestemmend wanneer Johnson de zoveelste oppositievraag ontweek en over zijn brexitverwezenlijkingen begon. Dat sommige van die Conservatieven nu plots met waarden en normen komen aandraven, doet opportunistisch aan.

Trouwfeest

Johnson is nog niet meteen weg. Onder boegeroep van demonstranten kondigde hij donderdag aan dat hij opstapt als partijleider, maar nog niet als eerste minister. Die rol wil Johnson afstaan eenmaal er binnen de Conservatieve Partij een nieuwe voorzitter gevonden is – beide functies hangen traditioneel samen. Over de precieze timing van de overdracht zal Sir Graham Brady, voorzitter van het in 1923 opgerichte 1922 Committee, volgende week communiceren. Wel moeten er tegen 21 juli twee kandidaten overblijven. Vermoedelijk hoopt Johnson aan te blijven tot op het jaarlijkse partijcongres dat doorgaans begin oktober plaatsvindt. Intussen doet in Britse media het verhaal de ronde dat Johnson ook wil aanblijven zodat zijn geplande trouwfeest in het buitenverblijf van de eerste minister kan doorgaan – een aantijging die door het kabinet wordt ontkend, maar gegeven Johnsons track record niet eens zou verbazen.

Boris Johnson met zijn echtgenote Carrie Symonds tijdens hun huwelijk in 2021. Johnson is de eerste Britse premier die huwt tijdens zijn ambtstijd in 200 jaar.
Boris Johnson met zijn echtgenote Carrie Symonds tijdens hun huwelijk in 2021. Johnson is de eerste Britse premier die huwt tijdens zijn ambtstijd in 200 jaar. @Getty

Niet iedereen ziet dat zitten. Enkele conservatieve partij- en parlementsleden, onder wie oud-premier John Major, menen dat Johnson sneller moet vertrekken. Dat de regeringsleider in zijn nogal bittere toespraak de Conservatieve Partij ‘kudde-instinct’ verweet, zal vermoedelijk niet helpen om steun voor zijn verlengde verblijf te vergaren. In dat geval zou minister van Justitie Dominic Raab, die Johnson een tijdlang verving toen hij tijdens de pandemie in het ziekenhuis lag, de meest logische interim-premier worden. Maar tenzij het 1922 Committee de boel versnelt of de interne regels aanpast, zit Johnson nog even veilig. De huidige regeringsleden gaan namelijk met zijn tijdelijk verblijf akkoord zolang Johnson zich als de interim-premier aan zijn beperkte mandaat houdt.

Ook oppositieleider Keir Starmer wil dat Johnson vlugger zijn koffers pakt. Indien niet, aldus de Labour-voorzitter, zal zijn partij een motie van wantrouwen tegen de eerste minister indienen. Ook de andere oppositiepartijen zijn die mening toegedaan. Gezien de peilingen hoopt Starmer vooral op nieuwe parlementsverkiezingen. Daar broedt hij vermoedelijk al langer op. Vorige week gaf Starmer ietwat onverwacht een toespraak waarin hij zei dat hij het Verenigd Koninkrijk na de brexit niet opnieuw in de Europese Unie wil loodsen. Vermoedelijk tracht hij daarmee conservatieve parlementsleden bij een vertrouwensstemming overtuigen om tegen Johnson te stemmen. Bovendien hoopt hij zo de kiezers van de Red Wall, traditionele Labour-bastions die voor brexit en Johnson hebben gekozen, terug te winnen. Maar liefst 48 procent van de kiezers steunt Starmers standpunt, 33 procent niet, zo blijkt uit een peiling.

Bocht

Vraag is wie het van Johnson zal overnemen. Onder meer opperbrexiteer Steve Baker en de balsturige procureur-generaal van de regering Suella Braverman hebben hun kandidatuur reeds gesteld. Uitkijken wordt het naar minister van Buitenlandse Zaken Liz Truss, die het politieke spektakel van de afgelopen dagen onder meer vanuit Hongarije moest volgen. Truss neemt vooral in het brexitdossier een leidende rol op en schuwt de confrontatie met Brussel niet. Zij zal vermoedelijk op de noodzakelijke steun kunnen rekenen van de invloedrijke European Research Group binnen de Conservatieve partij, een factie die een harde lijn tegenover Brussel bepleit. Verder circuleren de namen van onder meer Rishi Sunak en voormalig uitdager Jeremy Hunt, een meer gematigd type.

Aan deze kant van het Kanaal is men niet ontevreden dat Johnson zijn koffers moet pakken. ‘Good riddance, Boris‘, klinkt het ietwat zelfgenoegzaam. Na jarenlange confrontaties tijdens en na de brexitonderhandelingen is het vertrouwen tussen Brussel en Londen helemaal weg. Maar veel optimisme over de toekomstige relaties met het Verenigd Koninkrijk bestaat er niet meteen. ‘Op korte termijn zal de Britse regering – met of zonder Johnson – geen afscheid nemen van de confrontatiekoers met de Europese Unie’, klinkt het bij een goedgeplaatste Europese diplomaat op voorwaarde van anonimiteit. ‘Op langere termijn hopen we natuurlijk op een meer pragmatische houding in Londen. We zullen hen dan ook de hand reiken om de bocht te maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content