Vandaag kiest Nederland een nieuw parlement. De campagne leidde niet tot een echt politiek debat maar bleef steken in een symbolenstrijd en kinderachtig gedoe op sociale media. Dat zou, paradoxaal genoeg, aanstoker Geert Wilders zijn koppositie kunnen kosten.
Tekenend voor de stand van de Nederlandse politiek was het lijsttrekkersdebat in het actualiteitsprogramma EenVandaag op NPO1 afgelopen maandag . De zes belangrijkste kopstukken voor de parlementsverkiezingen debatteerden er over ‘veiligheid in Europa’, ‘identiteit en migratie’ en ‘rondkomen en wonen’. Dat leidde soms tot zinvolle discussies. Zo werd Frans Timmermans stevig aangepakt omdat zijn links kartel GroenLinks-PvdA niet meer wil investeren in defensie als dat ten koste gaat van zorg. CDA-boegbeeld Henri Bontenbal vond dat een vals dilemma: ‘Het is niet zorg tegenover defensie.’
Maar zulke inhoudelijke meningsverschillen waren nadien niet ‘het nieuws’. Het publiek in de studio – liefst tweeduizend studenten – joelde en applaudisseerde alsof het om een voetbalwedstrijd of The Voice of Holland ging. Daar mikten de politici ook op, PVV-leider en aanjager Geert Wilders op kop, maar de rest deed mee.
Leer Wilders de knepen van het vak niet. Ook toen het over economie ging, maakte hij er een identiteitsdebat van en zei niet te willen weten van een hogere btw maar liever het volledige budget voor ontwikkelingshulp te schrappen: ‘Dan hebben ze misschien iets meer honger in Afrika, maar hier niet.’ Volgens de Nederlandse media reageerde de zaal geschokt. Dat was net wat Wilders beoogde.
Helaas heeft Wilders daarmee school gemaakt. In een debat over de toekomst van de AOW (de Algemene Ouderdomswet, die staat voor het basispensioen dat de Nederlandse overheid uitkeert) waarschuwde zelfs Bontenbal voor de aantrekkingskracht ervan op migranten. Terwijl het debat daar helemaal niet over ging.
Haatfabriekje
Op het EenVandaag-debat zaten Timmermans en Wilders elkaar voortdurend in de haren. Timmermans bleef maar heisa maken over een onbetamelijk filmpje met valse AI-beelden van hem (onder meer in boeien). Dat was in elkaar geknutseld door twee PVV-parlementsleden. In de Volkskrant noemde een hoogleraar staatsrecht dat ‘een schandalig dieptepunt’ in de Nederlandse politiek.
Ook Wilders had dat meteen begrepen. Hij bood zijn excuses aan en berispte zijn parlementsleden scherp. Hij had Timmermans persoonlijk proberen te telefoneren, zei hij, maar die had niet opgenomen. Timmermans gaf geen krimp. Hij eiste dat het duo van de kandidatenlijsten zou worden geschrapt. Daarop wilde Wilders niet ingaan. Dat gaf Timmermans munitie om te blijven rellen over de zaak. Zij het dat hij zijn punt politiek en maatschappelijk relevant hield met den opmerking dat hij ‘de excuses heeft gemist voor alle andere Nederlanders die van het haatfabriekje doelwit waren.’
In de Volkskrant noemde een hoogleraar staatsrecht een vervalst AI-filmpje van twee PVV-parlementsleden over het linkse boegbeeld Frans Timmermans ‘een schandalig dieptepunt’ in de Nederlandse politiek.
Helaas voor hem leidde dat tot een scherpe counter van Wilders. Volgens de PVV-leider was het juist Timmermans die aan hem excuses moet aanbieden, namelijk voor een poster van The Rights Forum met de tekst ‘Zij kozen voor genocide’, en daarbij een afbeelding van Wilders, die voorstander is van het Israëlische beleid. GroenLinks-PvdA-lijstduwer Hedy d’Ancona en oud-PvdA-minister Jan Pronk zitten in de raad van advies van The Rights Forum, het kenniscentrum voor een rechtvaardig Nederlands en Europees Palestina-beleid. Dat is een hele bocht om tot bij Timmermans te komen, maar het toont hoe hard het toegaat in Den Haag.
Dat Timmermans woedend is om de AI-vervalsing en dat Wilders de beschuldiging niet pikt voor de loze slogan dat hij ‘koos’ voor ‘de genocide’: het is allemaal begrijpelijk. Maar dat dit potje wederzijds schelden de hoofdmoot uitmaakt van een zeer belangrijk verkiezingsdebat op de openbare omroep, zegt veel over de stand van de Nederlandse politiek vandaag.
Saaie mannen
Decennialang waren de belangrijkste politici van Nederland haast zonder onderscheid degelijke maar behoorlijk saaie mannen. Ze voerden een zakelijk beleid. Onderhandelen was hun tweede natuur, en dat staat ook centraal in het sociaal-economische Poldermodel. Qua stijl was er de laatste vijftig jaar weinig wezenlijk verschil tussen liberale, socialistische of christendemocratische politici. Of het socialisten waren als Joop den Uyl (1973-1977) of Wim Kok (1994-2002), christendemocraten als Dries van Agt (1977-1982), Ruud Lubbers (1982-1994) of Jan-Peter Balkenende (2002-2010) of de liberaal Mark Rutte (2012-2024): politiek was voor hen een ernstige zaak, en zo bedreven ze die ook.
Verschillen in stijl hingen meer samen met karakter dan met visie op de politiek of partijtrouw. Oud-journalist Joop den Uyl was flamboyanter dan oud-vakbondsman Wim Kok, en toch bestuurden beiden Nederland als lid van de PvdA. Zelfs de nu in vooropzeg geplaatste, partijloze Dick Schoof heeft geprobeerd die zakelijke traditie voort de zetten. Helaas voor hem heeft zijn kibbelkabinet niet veel zoden aan de dijk gezet.
Voetbalcommentaar
In ons Nederlandse zusterblad EW Magzine schreef Zihni Özdil er een messcherpe column over. De 44-jarige Özdil is een in Turkije geboren oud-lid van de Tweede Kamer voor GroenLinks. Anders dan je van iemand als hij zou kunnen verwachten, gebruikte hij zijn column niet om Geert Wilders te demoniseren. Wel hakte hij in op de hele Haagse politiek én op de manier waarom de Nederlandse media daarover berichten. ‘De inhoud van het betoog doet er niet toe, en het draait nog minder om authentieke emotie, zonder geprepareerde oneliners. Waar het om gaat is de performance’, schrijft Özdil. ‘Want naderhand krijg je altijd een paar dagen lang voetbalcommentaar. Sprak hij met vuur? Viel hij goed aan? Had zij een pakkende oneliner? Keek hij raar uit zijn ogen? Het is Heel Holland Bakt voor politici: de vorm heeft de volledige overhand op de inhoud.’
Terwijl vroeger de communicatie zich toespitste op het snelle tempo van de tv-formats, richt ze zich nu op het nog vluchtigere Tik-Tok en Instagram. ‘De sociale media, favoriet speelterrein van de politici die hip willen worden gevonden, zijn misschien wel het ergst. Daar is de Nederlandse politiek verworden tot een stortvloed van memes, eindeloze stukjes over wie wel of niet heeft gefaald bij een factcheck.’
Özdil stelt de vraag waarmee hopelijk meer landgenoten worstelen: ‘Stemmen we nog voor een idee, of zijn we slechts scheidsrechter in een wedstrijd waarvan we de regels niet meer snappen?’
Eigenlijk is dat nog een voorzichtige conclusie. Dinsdag, één dag voor de stembusgang, kopte de Volkskrant op de voorpagina: ‘Bedreigen politici aan de orde van de dag.’
Beneden zeeniveau
Vorige zaterdag liep een betoging in Den Haag helemaal uit de hand. Extreemrechtse herrieschoppers trokken van het Malieveld naar de Haagse binnenstad, schopten keet en richtten vernielingen aan. De ruiten van het D66-partijkantoor werden ingegooid en men probeerde het pand in brand te steken. Ook het Binnenhof – waar het parlement vergadert – en de toegangspoorten eromheen raakten beschadigd. D66-leider Rob Jetten noemde het niet een uit de hand gelopen actie van voetbalhooligans maar een vorm van politiek geweld: ‘Ze riepen niet ‘hup ADO’ of ‘hup FC Utrecht’, maar ze scandeerden leuzen over het opeisen van Nederland’, aldus Jetten. Dat zijn ‘slogans die afkomstig zijn van Geert Wilders.’
Een groot stuk van de Nederlandse samenleving is inmiddels kennelijk beneden zeeniveau gezakt.
De kans is evenwel groot, verrassend groot zelfs, dat dit keer Geert Wilders en zijn PVV kopje onder gaan. Wilders heeft deze regeringscrisis zelf uitgelokt, zijn ministers in het kabinet-Schoof toonden zich slechte bestuurders, en de campagne was dermate brallerig dat mogelijk het punt bereikt is dat weldenkend Nederland weer een beetje meer weldenkend wordt. In de laatste peilingen tekent Wilders’ PVV forse verliezen op. Het zou een nek-aan-nekrace worden tussen PVV, GroenLinks-PvdA, de liberale VVD en de linksliberalen van D66, die een forse comeback maken.
Maar wat ook de uitkomst wordt, het lijkt uitgesloten dat de andere partijen nog over te halen zijn om in een volgend kabinet met de PVV in zee te gaan.