De Europese Commissie heeft donderdag haar voorstel uit de doeken gedaan om asielzoekers eenvoudiger door te sturen naar veilige derde landen. Nieuw is onder meer dat de asielzoeker geen band moet hebben met het land waar hij of zij naartoe wordt gestuurd.
De Europese wetgeving geeft lidstaten vandaag al de mogelijkheid om een asielaanvraag als niet-ontvankelijk te beschouwen als asielzoekers bescherming kunnen krijgen in een land dat als veilig wordt beschouwd. In de praktijk kan dat vandaag alleen maar als er een band bestaat tussen de asielzoeker en het land in kwestie, bijvoorbeeld als die daar familie heeft of al gewerkt heeft in het land.
Een verordening uit 2024, die deel uitmaakt van het Asiel- en Migratiepact, breidde de mogelijkheden om asielzoekers naar een veilig derde land te sturen al uit, maar die uitbreiding bleek onvoldoende en de Commissie kreeg van het Europees Parlement en de lidstaten de opdracht om tegen juni van dit jaar amendementen voor te stellen. De Commissie stelt nu voor om het concept van het veilige derde land uit te breiden voor asielzoekers die geen band hebben met het land in kwestie, of voor asielzoekers die via een veilig derde land naar de EU zijn gereisd.
Indien er geen link is en de asielzoeker niet via het derde land reisde, is een akkkoord tussen de EU-lidstaat en het veilige land in kwestie voldoende – een optie die niet geldt voor niet-begeleide minderjarigen.
Ook zorgt een beroepsprocedure er niet langer voor dat de procedure automatisch wordt opgeschort, wat volgens de Commissie “in lijn is met de internationale wetgeving”.
De Commissie stelt zelf geen lijst van derde landen voor, maar wijst op de regels voor de aanduiding ervan die al van kracht zijn. Het gaat onder meer over de bescherming tegen refoulement (het terugsturen naar het land van herkomst terwijl ze vervolging riskeren), de afwezigheid van een risico op bedreigingen op basis van ras, nationaliteit of politieke overtuiging en de mogelijkheid om de asielzoeker effectieve bescherming te geven, zoals een dak boven zijn hoofd en toegang tot gezondheidszorg en onderwijs.
Indien de derde landen niet aan hun verplichtingen voldoen, is het aan de lidstaten om stappen te zetten en de asielzoekers terug te halen, aldus bronnen binnen de Commissie dinsdag. De Commissie zal op haar beurt monitoren hoe de lidstaten de Europese wetgeving opvolgen en benadrukt dat de asielzoekers beroep kunnen aantekenen tegen de beslissing van de lidstaten.
De lidstaten moet de Europese Commissie op de hoogte stellen van nieuwe akkoorden die ze willen afsluiten met een veilig derde land, zodat de Commissie kan bekijken of het akkoord de Europese wetgeving niet schendt.
De kritiek dat de Commissie de deur opent voor lidstaten om te kiezen welke asielzoekers ze in eigen land opvangen en welke asielzoekers ze doorsturen, spreekt de Commissie tegen. “Een asielaanvraag kan niet-ontvankelijk worden verklaard als iemand naar een land gestuurd kan worden met een hoge standaard op vlak van wetgeving”, verzekert een bron, die toevoegt dat asielzoekers niet “zomaar naar elk land” worden doorgestuurd. De lidstaten en het Europees Parlement moeten zich nog buigen over het voorstel.
Van Bossuyt: ‘EU-Commissie heeft begrepen dat het huidige asielsysteem uitgeput is’
“De Europese Commissie heeft de boodschap begrepen: het huidige asielsysteem is uitgeput.” Dat zegt minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) dinsdag in een reactie op het voorstel om het concept van veilige derde landen uit te breiden. “Dit voorstel is zeker het debat waard.”
De Europese Commissie stelde eerder op de dag haar amendement op de regeling rond veilige derde landen voor, waarin ze de lidstaten meer mogelijkheden geeft om asielzoekers door te sturen naar die veilige derde landen. De Commissie wil onder meer dat dat ook mogelijk wordt als een asielzoeker geen band heeft met dat land, wanneer een lidstaat een akkoord heeft met het land in kwestie. Daarnaast wil ze dat de automatische opschorting van uitwijzing tijdens een beroepsprocedure wordt afgeschaft.
“België is bereid actief mee te werken aan nieuwe oplossingen die zowel de instroom beperken als de uitstroom van mensen zonder verblijfsrecht versnellen”, zegt minister van Bossuyt. “Dit voorstel is dus zeker het debat waard.”
Een doeltreffender Europees asiel- en terugkeerbeleid is volgens Van Bossuyt “cruciaal om de migratiedruk op ons land te verlichten”. “Door asielaanvragen van mensen die kunnen terugkeren naar een veilig derde land sneller af te handelen, verlichten we niet alleen de druk op de lidstaten, maar sturen we ook een duidelijk ontradend signaal uit”, zegt ze.
“Dat er eindelijk een einde komt aan eindeloze beroepsprocedures toont aan dat de tijd rijp is voor een nieuw en doortastend beleid.” Volgens het EU-agentschap voor asiel (EUAA) heeft ons land geen wettelijke bepaling over het opstellen van een lijst van veilige derde landen, maar kan het concept wel “geval per geval” toegepast worden.