Europa voert strijd tegen goedkope Chinese pakjes op

In 2024 kwamen er 4,6 miljard pakjes van minder dan 150 euro de Europese Unie binnen. © IMAGO/Kristian Tuxen Ladegaard Berg
Kamiel Vermeylen

De Europese Unie gaat alsmaar feller de strijd aan met goedkope pakjes uit China. ‘We hebben dit probleem veel te lang voor ons uit geschoven.’

Worden goedkope pakjes, die de Belg massaal bestelt via Chinese webwinkels, binnenkort duurder? Als het aan de Europese Unie ligt wel. Momenteel zijn alle pakjes onder de 150 euro die rechtstreeks de EU binnenkomen vrijgesteld van invoerheffingen. Die Europese vrijstelling kwam er al in 1983 om de douanediensten zo efficiënt mogelijk te laten werken – heffingen moeten namelijk meer opbrengen dan dat ze kosten, en dat is bij goedkope pakjes niet zo vanzelfsprekend. Alleen op tabaksproducten, alcohol en parfum bleven beperkingen gelden.

Ruim veertig jaar later zijn de tijden veranderd. Voornamelijk via Chinese webshops zoals Shein en Temu komen er elke dag zo’n drie miljoen artikelen van minder dan 150 euro van buiten de EU rechtstreeks ons land binnen – in de hele EU ging het in 2024 om liefst 4,6 miljard stuks, waarvan 91 procent uit China . Bovendien, zo berekende een Deense onderzoeksinstelling in 2016, wordt 65 procent bewust door de verkoper ondergewaardeerd of opgesplitst om onder de drempelwaarde van 150 euro te blijven.

Bijkomende uitdaging is dat zulke pakjes niet zomaar gelijk verspreid de Unie binnenkomen. In 2024 waren slechts zes nationale douanediensten verantwoordelijk voor maar liefst 89 procent van alle pakjes die van buiten de EU direct naar hier kwamen: Nederland, België, Frankrijk, Hongarije, Duitsland en Italië. Tegen die achtergrond leeft in Europese kringen al een tijdlang de discussie hoeveel bevoegdheden de nog op te richten Europese douaneautoriteit – de Waalse regering wil de hoofdzetel binnenhalen – al dan niet moet krijgen.

Donald Trump

Al in 2023 stelde Brussel voor om bovenstaande vrijstelling van 150 euro in 2028 te schrappen – tegen dan moet de volledige hervorming van de Europese douanecode een feit zijn. Maar zowel de Commissie als de lidstaten willen vaart maken, omdat het Europese bedrijfsleven de vrijstelling oneerlijk vindt, omdat zowel Brussel als de lidstaten naarstig op zoek zijn naar inkomsten, én omdat ook de Amerikaanse president Donald Trump de Amerikaanse vrijstelling van 800 dollar eind augustus ongedaan liet maken.

Jobs, schoenen en staal: hoe Trump met zijn importheffingen de Belgische markt bedreigt

Donderdag formuleerden de EU-ministers van Financiën, onder wie Jan Jambon (N-VA), de ambitie om de vrijstelling al begin 2026 af te schaffen. ‘Het valt niet uit te leggen dat er invoerrechten moeten worden betaald op goederen die in bulk worden ingevoerd en in winkels worden verkocht, maar dat op diezelfde producten geen invoerrechten worden betaald als ze rechtstreeks in China worden aangekocht op een webplatform’, zegt Jambon.

Hoeveel de maatregel precies moet opleveren, is nog onduidelijk. In 2023, toen het aantal pakjes dat de EU binnenkwam nog een stuk lager lag dan vandaag het geval is, schatte de Commissie dat de afschaffing een miljard euro per jaar zou opleveren. Volgens de huidige stand van zaken zou daarvan driekwart in de Europese pot belanden, de rest komt de lidstaten toe waar de heffingen worden geïnd. In het kader van de volgende EU-meerjarenbegroting vraagt de Commissie aan de lidstaten wel om 90 procent af te staan.

Geldkoffers

En er is nog meer op komst vanuit Brussel. Zo legde de Commissie in het voorjaar het voorstel op tafel om, ongeacht de prijs van het pakje, een vast bedrag aan te rekenen per stuk dat de Unie binnenkomt – de zogenaamde pakjestaks. Die maatregel moet normaal gesproken in november volgend jaar in werking treden. Mogelijke gevolgen? Duurdere pakjes voor de consument, een lager aanbod van de allergoedkoopste producten, of Chinese webwinkels die meer met magazijnen op EU-grondgebied beginnen te werken.

Over de pakjestaks is het laatste nog niet gezegd. Het is bijvoorbeeld nog niet duidelijk hoe hoog de pakjestaks zou zijn – al een tijdlang circuleert de prijs van twee euro. Bovendien wil de Commissie dat de opbrengsten volledig in haar eigen geldkoffers terechtkomt, terwijl enkele lidstaten – met België in de kopgroep – die regeling uit budgettaire overwegingen niet ziet zitten. Net zoals bij andere douaneheffingen, zo klinkt het in de Wetstraat, moet ons land op z’n minst 25 procent van de inkomsten kunnen bijhouden.

De druk zit overduidelijk op de ketel, en de lidstaten willen niet ter plaatste trappelen. Regeringspartij Les Engagés stelde enkele maanden geleden al voor om, in afwachting van een Europese maatregel, een nationale pakjestaks in te voeren – intussen komt de partij daarop terug uit vrees voor een negatieve impact op de pakjesdraaischijf van Bierset aan de luchthaven van Luik. Ook in Nederland, Italië, Roemenië en Frankrijk doen zulke ideeën de ronde of liggen de voorstellen op tafel.

Volgens voormalig vicepremier Kris Peeters (CD&V) is het een goede zaak dat de EU ingrijpt. Peeters was een van de twaalf wijzen die in 2022 in opdracht van de Commissie een lijvig rapport schreef over de uitdagingen van de Europese douane-unie. Daarin werd al opgeroepen om de afschaffing van de minimis-vrijstelling te vervroegen. ‘De EU heeft de problemen veel te lang voor zich uitgeschoven. Op vlak van begroting, competitiviteit en klimaat is dit een cruciaal dossier – zeker voor een logistiek knooppunt als België.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise