Duitse raketten voor Oekraïne: waarom blokkeert bondskanselier Scholz opnieuw een wapenlevering?
Weldra neemt zowel de Amerikaanse als de Duitse regering afscheid. Nog snel harken de twee belangrijkste militaire bondgenoten van Oekraïne een steunpakket bij elkaar. Maar zeker in Duitsland verloopt dat alweer allesbehalve vlekkeloos.
De populariteit van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky is niet onbeperkt – niet in eigen land, niet in Europa. In Kroatië mag staatshoofd en uitgesproken Oekraïnecriticus Zoran Milanovic zich na de presidentsverkiezingen van komende zondag opmaken voor een tweede termijn. In Oostenrijk ligt de extreemrechtse en Ruslandvriendelijke FPÖ op koers om voor het eerst de bondskanselier te leveren. In Roemenië – ook nadat het Grondwettelijk Hof er de uitslag van de presidentsverkiezingen heeft geschrapt wegens vermeende Russische inmenging – ligt de Poetingetrouwe Calin Georgescu ver voorop in de peilingen. En dan is er nog het Hongarije van premier Viktor Orbán en het Slowakije van Robert Fico, die van Brussel herstelbetalingen eist nu Oekraïne geen Russisch gas meer naar het land doorvoert.
Nu maakt of kraakt Roemeense, Kroatische, Oostenrijkse, Hongaarse en Oostenrijkse steun het lot van Oekraïne niet meteen in zijn strijd tegen de Russische invasie. Met de VS en Duitsland ligt dat anders. Volgens de cijfers die de Universiteit van Kiel tot 5 december bijhield, trokken Washington en Berlijn de afgelopen drie jaar respectievelijk 60 miljard en 11 miljard euro uit voor militaire steun voor Oekraïne. Bovendien kan Oekraïne nog een tijdje verder met de tientallen miljarden die de NAVO, de G7 en de EU voor de komende periode hebben vrijgemaakt.
Blokkade
Dat zowel Duitsland als de VS weldra van leiderschap verandert, zal Zelensky zeker merken. Afgelopen donderdag, daags nadat een zoveelste Russische bombardement op de Oekraïense stad Zaporizja minstens 13 dodelijke burgerslachtoffers en 113 gewonden maakte, verzamelden de bondgenoten van Kiev op de Amerikaanse luchtmachtbasis van Ramstein in Zuidwest-Duitsland. In haar allerlaatste dagen aan de macht trok de regering van de Amerikaanse president Joe Biden er 500 miljoen dollar aan bijkomende militaire steun uit. Ook de Duitse regering beloofde om munitiebestellingen voor het Duitse leger meteen naar de Oekraïense strijdkrachten te verleggen – het wapenmaterieel zal bovendien in Oekraïne geproduceerd worden.
Maar volstaat het wel? Daar is niet iedereen van overtuigd, ook niet in Duitsland. Onder meer door de gestage terreinverliezen van de Oekraïense strijdkrachten en de onzekerheid over de aankomende Amerikaanse president Donald Trump denkt de rood-groene minderheidsregering onder leiding van bondskanselier Olaf Scholz erover na om nog voor de parlementsverkiezingen van eind februari een bijkomend militair steunpakket van 3 miljard euro over te maken, zo schreef het weekblad Der Spiegel donderdag.
Minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock (Die Grünen) en minister van Defensie Boris Pistorius (SPD) willen Oekraïne drie bijkomende Iris T-luchtverdedigingssystemen, felbegeerde Patriot-luchtafweerraketten, tien houwitsers en een heleboel munitie bezorgen.
Het probleem is echter dat bondskanselier Scholz het initiatief van zijn partijgenoot Pistorius niet bepaald kan smaken en het steunpakket blokkeert, aldus Der Spiegel. Scholz zou de situatie in Oekraïne momenteel onvoldoende nijpend vinden, en wil de volgende regering niet met zijn beloftes belasten. Hij meent dat de 5 miljard euro die de Duitse begroting in 2025 voor Oekraïne uittrekt moet volstaan.
Zeker bij Die Grünen oogst Scholz kritiek, en dat is niet de eerste keer. Zijn recente telefoongesprek met de Russische president Vladimir Poetin had weinig effect, behalve dat het Poetin in diplomatiek opzicht meer salonfähig maakte.
Dat Scholz bovendien weigert om aan Oekraïne Duitse Taurus-raketten te leveren, en daarover nogal warrig communiceert, helpt evenmin.
Dienstplicht
Vermoedelijk wil Scholz in de aanloop naar de Duitse parlementsverkiezingen de pacifistische kiezer niet bruuskeren. Onder meer de extreemrechtse Alternative für Deutschland en de radicaal-linkse Die Linke en Bündnis Sarah Wagenknecht pleiten al langer voor een onmiddellijk vredesbestand tussen Rusland en Oekraïne (de drie partijen houden echter geen rekening met een scenario waarin Poetin de terreinwinst van de voorbije drie jaar opnieuw als springplank voor een nieuwe veldtocht zou gebruiken). Ook binnen Scholz’ sociaaldemocratische SPD lopen er meerdere prominenten rond met zulke overtuigingen, zoals de invloedrijke fractievoorzitter Rolf Mützenich.
Opvallend is ook hoe Die Grünen, veel meer dan Scholz, pleiten voor bijkomende wapenleveringen aan Oekraïne en extra defensie-investeringen. Zo wil topman Robert Habeck, afscheidnemend vicekanselier en minister van Economie en Klimaat, de Duitse defensie-uitgaven de komende jaren optrekken tot 3,5 procent van het bruto binnenlands product om Poetin het hoofd te bieden – momenteel komt Duitsland net aan de huidige NAVO-norm van 2 procent.
In een recent interview met Der Spiegel liet Habeck weten dat hij – in tegenstelling tot vroeger – geen dienstplicht meer zou weigeren. In de Duitse pers vraagt men zich daarom af hoe pacifistisch het partijprogramma van Die Grünen nog is.
Net zoals bij Scholz spelen er ook bij Habeck verkiezingsoverwegingen. Hij dreigt de traditionele groene achterban tegen de haren in te strijken, maar lonkt naar de progressief-burgerlijke centrumkiezer die politiek dakloos is. Ook mag de christendemocratische CDU, de gedoodverfde winnaar van de parlementsverkiezingen, Habecks uitspraken als een uitgestoken hand beschouwen. Met respectievelijk 15 en 14 procent in de peilingen kampen Die Grünen en de SPD met elkaar om de derde plek en regeringsdeelname. De waarschijnlijke bondskanselier Friedrich Merz (CDU) pleit net zoals Habeck voor een solide trans-Atlantische relatie, extra steun aan Oekraïne en een sterkere Duitse defensie.
Aan de Duitse kiezers om op 23 februari te bepalen of ze zulke plannen kunnen smaken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier