Inge Brees

‘De verontrustende ommezwaai van de EU op het vlak van veiligheid: hoe het plots wél snel kan gaan’

Inge Brees Policy Manager bij Search for Common Ground, een internationale ngo die werkt rond conflictoplossing en vredesopbouw in meer dan 30 landen.

‘Hoewel het EU-Verdrag geen financiering toelaat van activiteiten met militaire implicaties, vond de EU daar toch een uitweg voor’, schrijft Inge Brees van ngo Search for Common Ground. Maar zijn er wel genoeg checks and balances op wat er gaande is na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne?

De uitdagingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne veranderen het buitenlands beleid van de Europese Unie met ongeziene snelheid. De EU-bubbel van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Zaken die ik als beleidsmedewerker al zo lang ken, herken ik nog nauwelijks. Beslissingen worden snel, soms zelfs geluidloos genomen. Onder het mom van ‘urgentie’ lijken kritische vragen overbodig.

Laten we even terugkeren in de tijd. Al tijdens de besprekingen over het financieel kader van de EU voor 2021-2027 werd een voorstel ingediend om de EU in staat te stellen de defensiecapaciteit van niet-EU-landen te versterken, onder meer door de levering van wapens.

Aangezien het EU-Verdrag geen financiering van activiteiten met militaire implicaties toestaat, werd een uitweg gevonden. De nieuwe Europese Vredesfaciliteit (what’s in a name) zou intergouvernementeel blijven en ‘off budget’ worden opgezet. Op deze manier gebeurt de coördinatie door de EU, maar de financiering rechtstreeks door de lidstaten, waardoor het niet terechtkomt in de Europese boekhouding. En er dus ook geen democratisch toezicht is door het Europees Parlement. Alleen de nationale parlementen hebben de macht om verantwoording te vragen.

Dat werpt vragen op.

Hoeveel nationale parlementen zijn hiervan op de hoogte? Realiseren zij zich dat de Europese Vredesfaciliteit binnenkort in omvang zal verdubbeld zijn? Aanvankelijk zou het fonds namelijk maximum 5,7 miljard euro mogen spenderen, het zogenaamde plafond. In de praktijk zitten we al aan 7,9 miljard euro, wat hoogstwaarschijnlijk gaat oplopen tot meer dan 10 miljard voor 2021-2027. We lijken intussen behoorlijk ver af te staan van de basisvoorwaarden voor de Vredesfaciliteit die het middenveld op tafel legde, zoals het garanderen van de veiligheid van burgers, maximale transparantie en verantwoording.

(Lees verder onder de preview)

Wapens in verkeerde handen

Een nieuw zorgwekkend initiatief volgde begin juli, toen de EU-lidstaten en het Europees Parlement een akkoord bereikten over ‘ASAP’ (Act in Support of Ammunition Production). Voor het eerst sinds haar ontstaan, zal de EU de productie van wapens financieren. De onderhandelingen over de overeenkomst duurden welgeteld twee maanden en de uitvoering begint eind deze maand. Een snelheidsrecord, vergeleken met de gemiddelde 12 tot 18 maanden die een EU-beleidscyclus duurt. ‘Vanwege de urgentie’, klonk het.

Meer productie betekent logischerwijs meer wapens die gebruikt zullen worden in erg fragiele regio’s die reeds gebukt gaan onder conflict. Of dit al dan niet nodig is, wil ik in het midden laten. Maar hebben de onderhandelaars in deze korte tijd ook nagedacht over het feit dat de lidstaten nu al geregeld falen om de exportregels na te leven, waardoor wapens uiteindelijk in verkeerde handen terechtkomen? En wat de EU daaraan kan doen?

Bovendien is het verrassend dat deze discussies over veiligheid binnen en buiten het Europese continent niet gepaard gaan met een grotere focus op langetermijnstrategieën rond vredesopbouw of activiteiten om de oorzaken van gewelddadige conflicten aan te pakken. Ondanks de sterk toegenomen aandacht voor conflicten, zien we een daling van de EU-financiering voor vredesopbouw in de komende jaren, en ook op wereldniveau zitten we aan het laagste niveau sinds vijf jaar. Tegenstrijdig, toch?

Naast de verschuivingen op het vlak van defensie, heeft de oorlog in Oekraïne ook gevolgen voor de internationale partnerschappen en ontwikkelingssamenwerking van de EU. Dat haar partners niet voor sancties tegen Rusland stemden bijvoorbeeld, ondanks miljoenen euro’s aan ontwikkelingsgeld, was een pijnlijke realiteitscheck. Enerzijds heeft de EU het gevoel haar invloed op wereldvlak kwijt te raken in vergelijking met landen als Rusland en China, anderzijds willen de regeringen van deze derde landen meer zeggenschap over de besteding van ontwikkelingsgeld, in lijn met hun eigen plannen.

Zo ontstond er een sterke nieuwe focus op gezamenlijke belangen – en meer specifiek gezamenlijke economische belangen. Een voorbeeld zijn infrastructuurwerken, waar ook Europese bedrijven baat bij hebben. Het aanmoedigen van investeringen in en door de privésector wordt alsmaar belangrijker. En dit alles onder de noemer van Ontwikkelingssamenwerking.

Er valt ongetwijfeld iets te zeggen voor deze focus, al ben ik niet zeker of ik de volledige reikwijdte van deze omwenteling al vat. Ik ben vooral benieuwd naar de impact hiervan op de lokale bevolking en niet enkel op het BBP van het land of de gevolgen voor enkele bedrijven. Deze economische focus moet aanvullend gebeuren en mag niet in de plaats komen van ontwikkelingssamenwerking. De EU speelt een belangrijke rol op het vlak van mensenrechten, voedselzekerheid, klimaatverandering, vredesopbouw, … en het is cruciaal dat ze die leidende rol blijft spelen. Zet de EU alles op alles om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te bereiken tegen 2030? Of zijn we hier getuige van een ontwikkelingsbeleid dat alsmaar meer wordt ingezet als instrument om andere doelstellingen van het buitenlands beleid veilig te stellen?

(Lees verder onder de preview)

Check and balances

Net zoals in 2015 staat de EU voor een belangrijk keerpunt. Toen leidde de toename van Syrische vluchtelingen in Europa tot een herziening van de internationale partnerschappen: de focus op migratie nam toe in alle bilaterale akkoorden. Vandaag komt het zwaartepunt op harde veiligheid en economische investeringen te liggen. En deze verschuiving gaat snel. Toch is het belangrijk de tijd te nemen om de juiste checks and balances toe te passen, zodat er voldoende parlementaire en publieke controle mogelijk is. Ook wanneer iets ‘asap’ moet gebeuren.

Het klinkt misschien verbazingwekkend, maar toch: de EU moet wat langzamer te werk gaan.

Zodat we kunnen testen en leren. Laten we de tijd nemen om zorgvuldig te analyseren en nuance toe te laten in het debat. Om te vermijden dat mogelijks goed bedoelde handelingen op termijn alleen maar meer schade toebrengen.

https://www.knack.be/nieuws/wereld/eenzaam-land-staat-armenie-voor-een-nieuwe-genocide/

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content