In het Franse grensstadje Briançon krijgen hulporganisaties te maken met administratieve pesterijen. Dat is geen puur Frans fenomeen: het past in een bredere Europese trend om humanitaire hulpverleners te dwarsbomen en te vervolgen.
Iedere nacht patrouilleren er twee groepen door het Alpengebergte rond Briançon: de grenspolitie en hulpverleners. Het is koud op de Frans-Italiaanse grens bij de Franse bergstad, tussen Grenoble en Turijn. De politie probeert vluchtelingen die de grens willen oversteken tegen te houden, waardoor ze worden opgejaagd en gevaarlijke paden opzoeken. De hulpverleners doen er alles aan om vluchtelingen in nood te helpen. Dat lukt niet altijd: sinds 2018 zijn er zestien migranten bij de passen van Briançon gestorven of vermist geraakt.
Niet alleen vluchtelingen worden geviseerd met dit kat-en-muisspel, ook de hulpverleners zijn steeds vaker de dupe. ‘Ik denk dat we kunnen spreken van intimidatie door de politie’, zegt Dorian Bastarache, vrijwillig bestuurslid van een hulporganisatie.
Sinds 2015 maakt Frankrijk gebruik van een uitzonderingsclausule die grenscontroles mogelijk maakt bij dreiging van terrorisme. Ik ga in Briançon op zoek naar getuigen die over die periode willen vertellen. De meeste mensen die zich inzetten voor de opvang en veiligheid van vluchtelingen, houden het niet lang vol. De druk die bij het werk komt kijken, is groot. Bastarache is hier sinds afgelopen zomer. Hij vertelt me over intimidatie in de vorm van boetes voor kleine overtredingen zoals versleten autobanden. De boetes zijn een zoveelste stap in een repressief beleid dat al tien jaar aanhoudt. Rechters kiezen de kant van de humanitaire hulp, maar de politie geeft het niet op.
Zeven forten
De streek van Briançon is al eeuwen een grensgebied: met zeven forten werd het in de 17e eeuw een verdedigingsbolwerk van Frankrijk. Ter plekke voel ik de echo van die geschiedenis, maar er is veel veranderd. Eerst wapende de staat zich tegen militaire invallen, nu tegen mensen die op zoek zijn naar een beter leven.
De reis over de grens is gevaarlijk, via kleine bergpaadjes waar een groot deel van het jaar een dik pak sneeuw op ligt. Briançon raakte bekend om zijn solidariteit. Al in 2015, toen de eerste vluchtelingen hun weg vonden, voelden lokale bewoners zich geroepen om te helpen. De Alpen kennen hun eigen code van gastvrijheid: je laat mensen in de bergen niet zonder eten in de kou staan. Sommige inwoners gaven mensen die aan hun deur stonden een maaltijd en wat warmte, andere boden hen onderdak aan. Van de vluchtelingen die rond 2015 naar de grensstad kwamen, zijn sommigen definitief bewoners van de Alpen geworden.
De reis over de grens is gevaarlijk, via kleine bergpaadjes waar een groot deel van het jaar een dik pak sneeuw op ligt.
Sinds enkele jaren wordt er iedere nacht gepatrouilleerd door maraudeurs: berggidsen, medische professionals en reddingswerkers die mensen hulp aanbieden en in veiligheid kunnen brengen. De hulpverlening kreeg in 2017 een vaste vorm in Les Terrasses Solidaires, een locatie die in tijdelijke opvang voorziet (meestal enkele dagen) en verschillende organisaties huisvest die de belangen van de vluchtelingen behartigen.
Niet in onze naam
Ik spreek met Isabelle Lorre van Médecins du Monde. ‘We willen niet de plaats van de overheid innemen’, stelt ze. ‘Ons doel is om hier uiteindelijk weer te kunnen vertrekken.’ Reguliere medische diensten weigeren mensen die minder dan drie maanden in Frankrijk zijn, waardoor de aangekomen vluchtelingen geen hulp krijgen. Ondertussen geldt in het lokale ziekenhuis een uitzonderingsregeling waardoor ook mensen zonder papieren toegang krijgen tot medische hulp.
Ook Secours Catholique sprong in 2017 in. Wanneer ik opmerk dat er wel vaak een ideologie met de hulpverleners binnenkomt — van de eed van Hippocrates tot de katholieke ethiek en alpinistische codes — stemt Lorre direct in. Tegelijkertijd zit daar volgens haar ook een grote uitdaging. ‘Iedereen staat achter dit doel vanuit andere ideeën. Er zijn zelfs mensen die naar ons komen uit liefde voor de bergen.’
De overheid wijst vaak op het gevaar van de bergen, maar het zijn niet de bergen die hier slachtoffers maken, legt Lorre uit. ‘Het zijn namelijk de politie, gendarmerie en andere autoriteiten die het vluchtelingen onmogelijk maken om veilig de grens over te steken.’
Lorre neemt me mee naar een gebouw aan de rand van de stad, waar ik Brune Béal van Tous Migrants ontmoet. Tous Migrants ontstond als burgerbeweging in Briançon als reactie op de foto van Alan Kurdi, het Syrische jongetje van twee dat in 2015 verdronk in de Middellandse Zee. Het beeld van zijn aangespoelde lichaam – rood shirt, blauwe shorts – herinnerde heel Europa aan de gevolgen van zijn migratiebeleid. ‘Niet in onze naam Briançon’, zo heette de burgerbeweging in haar eerste dagen. Als er hier in de bergen dode vluchtelingen zouden worden gevonden, wilde ze één ding duidelijk maken: het Franse en Europese migratiebeleid is niet onze keuze en we zullen ons er ook niet bij neerleggen. De bezorgdheid van Tous Migrants bleek gegrond: in 2018 werd het eerste lichaam gevonden, in een dam enkele kilometer stroomafwaarts van Briançon. Het was de 21-jarige Blessing Matthew uit Nigeria.
Tous Migrants en Médecins du Monde werken nu nauw samen bij het patrouilleren. Ze hebben zelfs een mobiele kliniek voor de eerste medische zorg en opvang. Maar niet alle vluchtelingen staan daarop te wachten, want hun veiligheid kan in de kliniek niet worden gegarandeerd. ‘De lokale autoriteiten hebben ons al twee keer verplicht om de vluchtelingen aan hen over te dragen.’
De Briançon 7
In 2018 kwam ook Génération identitaire aan de grens in actie. Die extreemrechtse organisatie, die strijdt voor het behoud van de eigen nationale identiteit, besloot met honderdvijftig mensen en een helikopter de grensovergang dicht te timmeren. Als tegenreactie liep een protestmars met honderd mensen de grens over. Twintig vluchtelingen liepen met hen mee. Zeven demonstranten werden vervolgd en veroordeeld voor het ‘assisteren bij de illegale binnenkomst’ van migranten in Frankrijk. Straffen varieerden van zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf tot twaalf maanden, waarvan vier maanden onvoorwaardelijk, gecombineerd met boetes tot 75.000 euro.
Waarom precies die zeven, vraag ik aan Béal. ‘Verkeerde tijd en verkeerde plek’, antwoordt ze. Die mensen werden er willekeurig uitgepikt, zegt ze hoofdschuddend. ‘De Briançon 7’, zoals ze nu genoemd worden, hadden geen organisatorische rol en de meesten van hen hebben zelfs niet gesproken met de vluchtelingen die bij de actie de grens overstaken. Maar de Conseil constitutionnel oordeelde later dat belangeloos hulp verlenen aan migranten zonder verblijfsvergunning niet strafbaar is, op basis van het ‘het principe van broederschap’. Medemenselijkheid is volgens de Franse grondwet dus niet beperkt tot mensen met het ‘juiste’ paspoort: de Briançon 7 werden in beroep door de rechtbank van Grenoble vrijgesproken.
Als mensen onwelkom worden verklaard, worden meestal ook de mensen die hen helpen geviseerd. In Europa uit zich dat in de bredere trend om humanitaire hulpverleners te dwarsbomen en te vervolgen. Vluchtelingenwerkers worden voor de rechtbank gedaagd voor mensensmokkel, op basis van wetten die bedoeld zijn om vluchtelingen te beschermen. In december werd de Nederlandse journalist Ingeborg Beugel in Griekenland nog veroordeeld tot acht maanden voorwaardelijke celstraf. Ze bood een uitgeputte vluchteling onderdak, terwijl zijn papieren om bureaucratische redenen niet in orde waren.
De criminalisering van vluchtelingenhulp is in volle opmars. Boten van ngo’s uit Griekenland en Spanje die uitvaren om mensenlevens te redden, mogen nergens aanmeren en blijven daardoor soms weken op zee dobberen. In Calais was het per lokale verordening twee jaar lang verboden om voedsel te verstrekken. In België stonden in 2021 negen activisten en migranten in de beklaagdenbank bij het hof van beroep voor mensenhandel en mensensmokkel. Een van hen, Zakia, werd om 5 uur ’s ochtends door de politie opgehaald en geboeid in het bijzijn van haar kind. Na verhoor werd ze preventief vastgehouden voor twee maanden, omdat haar dubbele nationaliteit het vluchtgevaar zou vergroten. De groep werd uiteindelijk vrijgesproken, maar zulke verhalen ontmoedigen hulpverleners om hun activiteiten voort te zetten.
Dwangsommen
De Europese wetgeving over de rechten van vluchtelingen vindt haar oorsprong in een confronterende geschiedenis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielden veel Europese landen hun grenzen gesloten voor Duits-Joodse vluchtelingen, met desastreuze gevolgen. Die ervaringen leidden tot het ontstaan van het moderne vluchtelingenrecht, waaronder de Conventie van Genève uit 1951. De overtuiging dat het helpen van mensen in nood nooit strafbaar mag zijn, was destijds een breed gedragen principe.
De macht van Europese rechtbanken is evenwel beperkt. De wettelijke verplichting van de Belgische staat om vluchtelingen op te vangen, wordt bijvoorbeeld al jaren niet nageleefd. Minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) heeft er weinig moeite mee om de dwangsommen die de rechter daarom oplegde naast zich neer te leggen. ‘Die dwangsommen zijn er en we zullen die niet betalen. We kunnen niet zomaar plaatsen bijcreëren en dat is ook niet wenselijk’, zei ze in maart tegen De Standaard.
De wettelijke verplichting van de Belgische staat om vluchtelingen op te vangen, wordt al jaren niet nageleefd.
De kosten van een proces zijn hoog en dwingen hulporganisaties haast om van koers te veranderen. Zo ook in Briançon. ‘We zijn hier niet om advocaten te betalen’, vertelt Capucine Mounal, die is aangesteld om Les Terrasses Solidaires in goede banen te leiden. ‘We kunnen burgerlijk ongehoorzaam zijn, maar als we worden aangeklaagd kost dat te veel tijd en geld.’ Alle energie en financiering die naar de bescherming van hulpverleners gaat, wordt niet gespendeerd aan redding en opvang. De mentale uitputting werkt door in de organisatie. Weinig medewerkers houden het langer dan een paar jaar vol.
Boetes
Sinds de vrijspraak van de Briançon 7 is er in de bergstad een verschuiving merkbaar van rechtszaken naar administratieve pesterijen. In 2019 werden vrijwilligers en medewerkers in Briançon geviseerd met verkeersboetes. Human Rights Watch rapporteerde boetes over versleten banden, het gebruik van mistlichten en andere kleine overtredingen.
‘Natuurlijk moeten er verkeerswetten zijn,’ zegt Moenal, ‘maar niet iedereen kreeg zulke boetes.’ Je hebt er ook geen rechters voor nodig, waardoor politie en politici de rechterlijke macht omzeilen en toch druk uitoefenen op hulpverleners. ‘De hele straat kreeg verkeersboetes en in de rest van de stad gebeurde er niets. De straat heeft een gezamenlijk statement gemaakt dat ze de werking niet correct vond. Toen heeft de burgemeester de ordehandhavers teruggefloten.’
‘Als we een vergaderruimte willen boeken, krijgen we te horen dat de locatie voor de rest van het jaar geboekt is.’
Toch worden de hulporganisaties nog altijd gedwarsboomd. Na de verkiezing van een rechtse gemeenteraad werd het moeilijk om vergaderlocaties te vinden. Hun vorige pand mogen ze niet meer gebruiken. ‘Ons recht op vereniging staat onder druk’, stelde Béal al. ‘Als wij een vergaderruimte in de gemeentelijke locaties willen boeken, krijgen we geen antwoord. Of we krijgen te horen dat de locatie voor de rest van het jaar geboekt is.’
Ken je rechten
Béal probeert samen met de maraudeurs om de hulpverleners, vrijwilligers en activisten te wapenen tegen het repressieve beleid. Ken je rechten, daarmee begint het. ‘Maar aangezien je altijd in de ondergeschikte positie staat, is dat niet genoeg. Voorbereiding is een vorm van zelfverdediging. Veel mensen hier hebben al veel meegemaakt en denken dat ze opgewassen zijn tegen autoriteiten die hun werk dwarsbomen. Maar de wetten veranderen snel en zijn complex.’
Béal drukt me een blauw-zwarte folder in de hand, ‘Au nom de la loi’, zo staat op de kaft. Sinds kort richt Tous Migrants zich ook rechtstreeks tot de politie zelf. ‘Het boekje bevat informatie over mensenrechten en politie- en veiligheidswetten, waarmee de organisatie agenten wijst op hun recht én plicht om zich te verzetten tegen onrechtmatige orders.’
Tous Migrants is ervan overtuigd dat je overal mensen vindt die het juiste proberen te doen, zelfs bij de politie die hen systematisch dwarsboomt. Sinds de verspreiding van de folder merken ze dat sommige agenten vriendelijk en behulpzaam zijn, op plekken waar je dat niet verwacht. ‘Not all cops are bastards ’, verklaart Béal. Op de achtergrond staan haar collega’s te grinniken.
We vroegen de politie van Briançon om een reactie, maar die wenste geen commentaar te geven.
Sommige hulpverleners wensten anoniem te blijven. Voor hun welzijn is gebruik gemaakt van pseudoniemen.
Dit onderzoek werd gerealiseerd met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.