Europa in debat na de #MonsantoPapers: ‘Zijn wij dan geen zoogdieren?’

© Dino
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

In de commissies van het Europees Parlement wordt volop gedebatteerd over mogelijke acties na het uitlekken van de Monsanto Papers. Het Europees Voedselagentschap heeft lang genoeg verstoppertje gespeeld, is de algemene teneur, en Europa moet streng optreden.

Uit de zogenaamde Monsanto Papers, die onder andere Knack vorige week naar buiten bracht, blijkt dat wetenschappelijk onderzoek beïnvloed, zo niet vervalst, is door de chemiereus, om met name onkruidverdelgers als Roundup ongevaarlijk te verklaren. De hamvraag blijft of glyfosaat nu wel of niet kankerverwekkend is.

Het Europees Parlement vecht een verwoede strijd uit tegen de Glyphosate Task Force (GTF), waarin naast Monsanto nog 22 andere bedrijven zetelen, om volksgezondheid te laten voorgaan op economische winsten. De commissies landbouw, volksgezondheid, voedselveiligheid en milieu leggen Monsanto al ruim een jaar het vuur aan de schenen.

Lees alles over de Monsanto Papers hier.

Geheimhouding

Nog voor ze tot een advies kwamen, zat het er deze week in de Federale Adviescommissie Europese Zaken bovenarms op tussen Europees commissaris voor Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis en Bart Staes, Europees Parlementslid voor Groen.

‘De Groenen klagen altijd over het gevaar van glyfosaten en genetisch gemanipuleerde planten, maar wat doen ze tegen alcohol en tabak? De Europese wetgeving heeft glyfosaten ongevaarlijk verklaard, dat is wetenschappelijk bewezen. Voor mij geldt de wet, geen stemmingmakerij’, zei Andriukaitis. Daarop wilde Staes weten waarom het Europees Voedselagentschap (EFSA) 82 van de 182 studies die glyfosaten verdedigen geheim houdt. ‘Vanwege de bescherming van commerciële belangen’, was het antwoord. ‘En die gaan voor op volksgezondheid?’ foeterde Staes.

Hij eiste ‘openbaarheid van de onderzoeken, raadpleegbaarheid én herhaalbaarheid van de proeven’. ‘Liefst 70 procent van de studies beantwoorden niet aan dat laatste criterium en zijn dus per se onwetenschappelijk. EFSA geeft trouwens zelf toe dat op lange termijn die producten schadelijk zijn voor zoogdieren en vogels. Zijn wij dan geen zoogdieren?’

Staes ergert zich blauw aan de ‘vertragingsmanoeuvres’ van het agentschap. ‘Eerst werd inzage in de 82 studies geweigerd. Dan mocht je in een geheime kamer in Parma de teksten gaan raadplegen onder strikte geheimhouding en zonder camera, notities of gsm. Toen bleek dat de antwoorden door de Glyphosate Task Force zelf, niet door EFSA, waren geschreven. Vervolgens een coup de théâtre: op de Meeussquare in Brussel mocht god en klein pierke de teksten gaan raadplegen. Er stonden vier computers maar driekwart van de bladzijden was zwart gemaakt. Productiegeheimen, ’t zou wat.’

‘Na overleg met EFSA kregen we een cd-rom met 100.000 bladzijden , meer mocht niet uit angst voor gerechtelijke vervolging. Ook daar meer zwarte dan leesbare bladzijden, zelfs van de ‘eerlijke laboratoriumpraktijken’. Vervolgens werd professor Christopher Poitier, de steller van het WHO-verslag over glyfosaten, erbijgehaald. Onvoldoende, zei hij. Ik heb het Andriukaitis in zijn gezicht gezegd: als EFSA niet toegeeft, stap ik naar het Europees Hof van Justitie om genoegdoening te krijgen. Openbaarheid van documenten, weet je wel.’

Particulieren zijn de zwakste schakel. Om die nu te gaan beboeten, dat gaat te ver, dat is onheus.

Marc Tarabella (Su0026amp;D/PS))

Lynn Boylan, Iers lid van de radicaal-linkse GUE-fractie, stelt nuchtere vragen bij het verweer van EFSA: ‘EFSA beweert dat het verschil in conclusies met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verklaard wordt door twee criteria: het aantal studies en het onderwerp ervan. EFSA heeft er er meer geraadpleegd, zegt het, en ook niet-gepubliceerde onderzoeken. Dat is met ongelijke wapens vechten. Maak die studies bekend, geef de namen van de onderzoekers, laat onafhankelijke controle toe.’

‘Het draait om geheimhouding’, weet Boylan. ‘Er is in de Europese Verdragen duidelijk gestipuleerd dat zoiets mag, ’tenzij het openbaar belang in het gedrang komt’. Dat is hier duidelijk het geval. De leider van de pesticidecel geeft trouwens doe dat de geheime studies cruciaal zijn. Welaan, toon ze dan, desnoods aan een beperkte groep van het EP die namens het hele parlement kennis neemt van àlle informatie”.

‘We wachten al veel te lang’, vindt Staes. ‘Dat EFSA 82 studies verdonkeremaant bewijst dat er wat aan de knikker zit. Het gaat immers om een politieke beslissing. Mij lijkt het vanzelfsprekend dat we de industrie niet haar eigen onderzoek laten betalen, maar dat van onafhankelijke controleurs. Dat bouwt in elk geval een rem in op opgeschoonde resultaten.’

‘Zelfs als er niks verkeerd gebeurd is, dan nog is de indruk gewekt dat ze veel te verbergen hebben. En dat pikt de gewone man niet meer. Perceptie is alles’, zegt Boylan.

Geen rode loper

In de landbouwcommissie ging de Waal Marc Tarabella (PS) van de socialistische S&D-fractie nog verder. ‘We moeten nagaan of de monopolisering van de chemische productie volgens onze antitrustregels wel kan. Er zijn nog drie grote concerns die ruim 70 procent van de wereldmarkt in handen hebben: Bayer-Monsanto, Dow-Dupont en Syngenta ChemChina.’

Zijn fractiegenoot, de Fransman Eric Andrieu, knoopt daar politieke gevolgen aan vast. ‘We moeten niet blijven wachten tot er schandalen losbarsten om actie te ondernemen. Europa moet geen rode loper meer uitrollen voor de grote multinationals. Europa moet tonen dat het een bolwerk vormt om de gezondheid van onze medeburgers te waarborgen. Doet Europa dat niet, dan tekent het zijn eigen doodvonnis.’

Politici moeten niet op de stoel gaan zitten van wetenschappers.

Jan Huitema (ALDE/VVD)

Merkwaardig genoeg staat N-VA-Europarlementslid Mark Demesmaeker, die in de ECR-fractie zetelt, op één lijn met de socialisten. ‘Laten we niet rond de pot draaien. Glyfosaat ìs giftig. Maar lees de verpakking van Round-Up. Het gaat om de combinaties met andere stoffen, die gevaarlijk zijn. En met volksgezondheid mag je geen risico’s nemen, zoals met DDT of asbest vroeger. Bij gerede twijfel moet je het product verbieden.’

Daarvoor dient het voorzorgsprincipe, vindt Hilde Vautmans (Open VLD) van de liberale ALDE-fractie. ‘Hoe voorzichtig moeten we zijn? Welke grensmarges kunnen we aanhouden? Daarvoor is gedegen wetenschappelijk onderzoek nodig. We blijven de huidige teksten hanteren tot effectief blijkt dat Monsanto knoeit met de resultaten of wetenschappers uitkoopt om hun stelling te bevestigen.’

‘Politici moeten niet op de stoel gaan zitten van wetenschappers. Wetenschap moet in dezen leidend zijn. vult Jan Huitema, ook liberaal in het Europees Parlement, aan. ‘Zolang het onderzoek naar Monsanto loopt in de VS, wachten we beter af. Blijkt dat enkele studies onbetrouwbaar zijn, dan dienen we onze houding te heroverwegen. Het is natuurlijk een zwak punt dat EFSA alleen producten an sich onderzoekt, nooit in een gemengde samenstelling. Maar voorlopig houden we het bij het fiat dat zowel EFSA als ECHA (het Europees Scheikundig Agentschap, nvdr.) hebben gegeven aan de glyfosaten.’

Hamsteren voor twintig jaar

Tom Vandenkendelaere (CD&V) die in de Europese EVP-fractie zetelt, hangt dat principe ook aan, maar stelt vast dat het thema enkel in België zo heftig leeft. ‘Ik vind het wel goed dat federaal minister van landbouw Borsus en Vlaams minister Schauvliege (Willy en Joke, respectievelijk MR en CD&V, nvdr.) het gebruik van verdelgingsproducten met glyfosaat te verbieden.’ Dat verbod bleef wel beperkt tot particulieren en ook Vandekendelaere beseft dat het ‘verstandiger zou zijn de verkoop te verbieden.’ ‘Maar dan tref je 90 procent van de gebruikers, de beroepsland- en tuinbouwers. En die hebben een licentie om verantwoord om te gaan met die producten. En wat voor zin heeft het als alleen Vlaanderen de distributie zou opheffen ? De mensen lopen de grens over, de zwarte handel zal toenemen.’

‘Ik liep dit weekend een Aveve-winkel binnen’, geeft Staes mee als anekdote. ‘Ettelijke mensen stonden er gewoon Roundup te hamsteren. Dan ben je weer vertrokken voor twintig jaar.’ ‘Na enkele jaren blijven ze met overschotjes zitten, de houdbaarheidsdatum is overschreden’, weet ook Tarabella. ‘Die resten gieten ze gewoon in de riolen. Dat vergiftigt het oppervlaktewater. Particulieren zijn de zwakste schakel. Om die nu te gaan beboeten, dat gaat te ver, dat is onheus.’

Er is wél een alternatief

Tarabella gelooft, in tegenstelling tot de bedrijven die glysofaat produceren, dat er wél alternatieven zijn. ‘Na het pesticideverbod hebben de boeren zich zeer snel aangepast. De oplossing was vooral een dubbelcultuur, gemengde aanplantingen. Die hielden het ‘onkruid’ – voor mij is dat een kruid als een ander – weg, en leverden vaak een veel hoger rendement op dan de monocultuur met giftige besproeiing.’

Ook Demesmaeker, die zes jaar schepen van milieu in Halle was en ooit nog Groene vingers presenteerde op tv, ziet andere mogelijkheden. ‘In Halle zijn we geleidelijk omgeschakeld naar het stomen van de grond in het openbaar domein. Het werkt, geen glyfosaten meer nodig.’

Ook afbranden is een optie, ‘maar dat tast de ondergrond aan, doodt alles. Je kunt onkruid zelfs mechanisch verwijderen, maar dat is erg arbeidsintensief. Anderzijds: de landbouw heeft geen toekomst als de boeren blijven vasthouden aan milieubedreigende producten.’

Onderzoekscommissie

Maar hoe moet het nu verder met de glysofaten? De socialisten pleitten eerder op Knack.be al voor een parlementaire onderzoekscommissie. ‘Die kan dan nagaan of het geviseerde bedrijf inbreuken heeft begaan of falend beleid heeft gevoerd in de toepassing van de wetgeving die de EU hanteert. Het is al gebeurd met de Panama Papers en met Dieselgate’, zegt Marc Tarabella. Om de oprichting van een commissie op de agenda te zetten, moet een kwart van de Europese Parlementsleden dat willen. ‘Geen probleem’, zegt Tarabella.

‘Je kunt niemand dwingen om te verschijnen voor zo’n commissie en Monsanto zal een oproep allicht naast zich neerleggen’, voorspelt Vautmans. ‘Het zou dan wel halvelings schuld bekennen en dat zit hen niet lekker.’

Natuurlijk kan het Europees Parlement weinig meer doen dan hoorzittingen houden en adviezen overmaken aan de Europese Commissie.

Tom Vandenkendelaere (EVP/CDu0026amp;V)

Demesmaeker ziet niet veel brood in een commissie. ‘Wat we nodig hebben, is transparantie en onmiddellijke actie. Ik schrijf binnen de milieucommissie mee aan een resolutie over hoe het verder moet gaan. Initiatiefrecht hebben wij niet, dat ligt bij de Commissie.’ ‘Natuurlijk kan het Europees Parlement weinig meer doen dan hoorzittingen houden en adviezen overmaken aan de Europese Commissie’, weet ook Vandenkendelaere. ‘Het gaat om politieke druk. Maar publieke veroordelingen tasten wel het imago aan van een bedrijf, daar zijn ze als de dood voor.’

‘Ik heb wel het gevoel dat de geesten rijp zijn voor duidelijkheid. Wie gezond verstand heeft, vraagt nu ook in de landbouwcommissie om opheldering, en zo nodig vervolging. Maar ja, niet iedereen heeft gezond verstand’, zegt Boylan.

Maar de verdeeldheid in de EU blijft, stelt Staes vast. ‘Tot drie-, viermaal toe is een meerderheid gestrand op de onwil van grote landen als Frankrijk, Duitsland en Polen. Protest in het Europees Parlement, heeft wel geholpen. In plaats van een verlenging van de toestemming om glyfosaat ongehinderd te gebruiken voor de duur van vijftien jaar, tot 2031 dus, werd dat eerst teruggeschroefd naar zeven jaar. Onder impuls van de EVP is dat negen jaar geworden. En weggestemd. Om uit de onverdeeldheid te geraken heeft de Commissie dan beslist een verlenging van 12 tot 18 maanden toe te staan. De tijd dringt dus, volgend jaar moeten de knopen doorgehakt zijn.’

Demesmaeker wil nog één raad meegeven: ‘Lees grondig de gebruiksaanwijzing. Voor het gebruik van glyfosaten heb je droog weer nodig en moet je het juiste tijdstip uitkiezen, in het voorjaar voor de planten hun zaad verspreiden. Bij regen spoelen giftige stoffen weg en komen ze in de watercyclus terecht. Altijd een foute boel.’

Partner Content