De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft zondagavond de nederlaag van zijn partij toegegeven na de lokale verkiezingen. Hij had het over een “keerpunt” voor zijn kamp.
“Jammer genoeg hebben we niet de resultaten behaald waarop we hadden gehoopt”, aldus de president in de hoofdzetel van zijn AKP in Ankara. Hij beloofde ook de resultaten te respecteren. “We zullen zeker de beslissing van onze natie respecteren. We zullen vermijden koppig te zijn, in te gaan tegen de nationale wil en de macht van de natie in vraag te stellen”, aldus Erdogan, die ook stelde dat de democratie gewonnen heeft. “We zullen de resultaten van de verkiezingen binnen de organen van onze partij uitgebreid evalueren en op een moedige manier zelfkritiek formuleren.”
Volgens voorlopige resultaten verloor Erdogans partij in heel het land massaal stemmen. Waarnemers hebben het over een historisch slecht resultaat voor de islamitisch-conservatieve AKP. De voornaamste oppositiepartij CHP wint volgens staatspersagentschap Anadolu, met 90 procent van de stemmen geteld, in de meeste provincies en haalt ook de twee grootste steden Istanboel en Ankara binnen. De kandidaten van CHP hebben in beide steden al de overwinning opgeëist.
In Istanboel zou huidig CHP-burgemeester Ekrem Imamoglu na de telling van zo goed als alle stemmen met 51 procent van de stemmen winnen van AKP-kandidaat Murat Kurum. Imamoglu is de hoop van de oppositie. De kans is groot dat hij in 2028 de presidentskandidaat wordt van de oppositie.
De gemeenteraadverkiezingen zijn een test voor Erdogan en zijn partij, tien maanden nadat hij verkozen werd voor een derde termijn. Erdogan zei eerder deze maand dat deze gemeenteraadsverkiezingen de laatste verkiezingen zijn waaraan hij actief deelneemt. Hij is dus geen kandidaat meer voor de presidentsverkiezingen van 2028.
