Een jaar na het bloedige protest in Kiev: ‘Ik weet niet wat mijn leven gered heeft’

Een jaar geleden bereikte het protest in Kiev een dieptepunt. © Reuters
Naomi Skoutariotis
Naomi Skoutariotis Redactrice Knack.be

Het is een jaar geleden dat het protest in de Oekraïense hoofdstad Kiev een gewelddadig dieptepunt bereikte. De 26-jarige Aleksandr D. stond mee op de barricades en blikt een jaar later terug op de surreëele dagen. ‘We begrijpen eigenlijk niet waarom we geprotesteerd hebben op Maidan, het is erger geworden.’

Wat in november begon als een vreedzaam protest, omdat de toenmalige president Viktor Janoekovitsj weigerde om het associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen, escaleerde tot gewelddadige confrontaties. Volgens officiële cijfers stierven daarbij 105 mensen.

Naar aanleiding van die tragische verjaardag, wordt er in Kiev een herdenkingsweek georganiseerd voor de ‘Heavenly Hundred’, zoals de slachtoffers genoemd worden. Vrijdag zal de Oekraïense president Petro Poroshenko aan nabestaanden een eerbetoon uitreiken, op zondag sluit een witte mars de week af.

De 26-jarige Aleksandr D. woont in Kiev. Hij ging maandenlang bijna iedere dag betogen en vertelt nu, een jaar later, zijn verhaal: ‘We begrijpen eigenlijk niet waarom we geprotesteerd hebben op Maidan. Het is een jaar later en we merken geen verandering, het is erger geworden.’

De revolutie in het centrum van Kiev begon al in november 2013. Duizenden mensen kwamen op straat en bezetten het Onafhankelijkheidsplein. Waarom betoogde jij mee?

Aleksandr: ‘Op dat moment was de revolutie het belangrijkste in heel mijn leven. Ik geloofde dat ik een verschil kon maken, iedereen geloofde dat trouwens. We moesten er allemaal zijn zodat we misschien een beter land konden hebben. Het land waar we van dromen. Thuis blijven was onmogelijk: ik ben jong en als ik in dit land wil leven, moet er iets veranderen. Als je iets wilt veranderen, moet je het doen. Misschien zonder resultaat, maar dan heb je het tenminste geprobeerd. We hadden twee keuzes: thuis blijven en niet vooruitgaan, of tot het einde gaan. Dat was ook onze slagzin: “Samen tot het einde.” ‘

Een jaar na het bloedige protest in Kiev: 'Ik weet niet wat mijn leven gered heeft'
© Reuters

Tussen 18 en 20 februari 2014 escaleerde het geweld en bereikte het dodental een piek. Hoe herinner jij je die dag?

‘Het was net zoals vandaag (18 februari 2015, red.) een zonnige dag. Het was ook even warm. Het was een dinsdag en ik ging alleen naar Maidan, er waren enkele ex-leraren en andere kennissen van mij. In het parlement was er een vergadering en het gebouw werd volledig omringd door politieagenten, ter bescherming. Grote vrachtwagens blokkeerden de straten. Ik ontmoette er een meisje en enkele beginnende politici. Het was amper negen uur ’s ochtends. Nauwelijks een uur nadat de vergadering begonnen was, begonnen de agenten te schieten. Niet om te doden, ze schoten met plastic of rubberen kogels. Dat was niet zo vreemd, het gebeurde wel vaker. Maar ik zei nog: “Het is nog maar ochtend, dat is wel wat vroeg om al te schieten.”

Een half uur later gingen we naar het partijbureau van Janoekovitsj zijn partij. Mensen maakten molotovcocktails en gooiden ze door de ramen. Ik had geen brandstof, dus ik gooide stenen. Mensen sloegen met ijzeren kettingen op de auto’s. In de kelder van het gebouw waren er twee BMW 5’s, die stonden binnen de 20 minuten in brand. Toen we binnen waren, hebben we bijna alle documenten gestolen. Er waren erg veel documenten die bewezen dat Janoekovitsj corrupt was. Journalisten namen er foto’s van en publiceerden ze online.

Er is een man wiens ogen ik voor de rest van mijn leven zal onthouden. Kun je je inbeelden hoe het voelt wanneer duizend mensen om je heen staan en mensen beginnen elkaar te duwen, te stampen, op het hoofd en op de rug te slaan. Het was enorm gevaarlijk en angstaanjagend. Ik geraakte uit de menigte en ging naar een plaats waar agenten waren. Die stonden op alle toegangswegen naar het parlement. Mensen gooiden hun molotovcocktails naar de agenten en naar de vrachtwagens, alles begon te branden: vrachtwagens, mensen, appartementsgebouwen, huizen. ‘

Kiev, Oekraïne
Kiev, Oekraïne© Reuters

‘Ik weet niet wat mijn leven gered heeft’

‘Er is een moment dat ik ontzettend veel geluk heb gehad. Ik weet niet wat mijn leven gered heeft. Ik ging terug naar het park aan het parlement, Marinski park. Hier zouden wat later de eerste doden van de dag vallen. Er waren gewonden en de mensen waren ontzettend boos, ze wilden echt iemand doden. Met een bende probeerden we om die kwade mensen tegen te houden: we zijn één land maar mensen vochten met elkaar. Om een of andere reden besloot ik naar de andere kant van de straat te gaan. Daar was een gevecht aan de gang met enkele agenten.

Nauwelijks tien minuten later renden er bebloede mensen voorbij, weg van het park. Toen hoorden we dat het geweld geëscaleerd was. Later zag ik de YouTube-beelden en besefte ik hoeveel geluk ik had. Er stierven veel mensen in dit gevecht. En het was nog maar ochtend.

Hierna gingen mensen terug naar het Onafhankelijkheidsplein en begonnen we voorbereidingen te treffen om onszelf te beschermen. Mijn vader was er ook: hij was ’s avonds gekomen omdat hij wist dat ik er was. We probeerden om nieuwe barricades te bouwen en spullen te redden uit uitgebrande gebouwen.’

‘Het was surreëel’

‘Het was een hete strijd. Ik herinner mij dat het een surrealistisch beeld was. De hoofstad van Oekraïne, in de 21ste eeuw: ik stond in het midden van de stad en alles stond in brand. Er waren overal mensen. Zonder hoofd, zonder arm, zonder been. Er was een gigantisch gevecht. Eerlijk, ik was in shock en ik wilde niet vechten want ik was echt bang. Ook ’s nachts bleven de activisten er hun taken uitvoeren. Ik ging af en toe naar de frontlinie, dat was zo ontzettend gevaarlijk, echt eng . Er stonden ook niet zo veel mensen aan de frontlinie en degenen die er stonden waren ofwel erg jong, erg dapper of erg stom. Je moet erg snel kunnen denken en handelen als je daar staat. Ik was er niet om mee te vechten, maar ik brak straatstenen en bracht ze naar de mensen die vooraan stonden. Ze gooiden stenen en molotovcocktails naar de agenten. We gebruikten ook vuurwerk.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Op een bepaald moment vluchtten mensen weg van het Onafhankelijheidsplein. We overwogen even om ook te vertrekken, dat was een heel belangrijk moment. Als we dan gevlucht waren, hadden we niet bereikt wat we nu bereikt hebben. We zouden niet gewonnen hebben. Alhoewel overwinning misschien een groot woord is. Daarvoor zijn er te veel doden gevallen.

Uiteindelijk ging ik ’s ochtends rond vijf uur naar huis, we hadden geen kracht meer. Dat was normaal, mensen wisselden de hele tijd van wacht.

‘De scherpschutters zaten overal en schoten op iedereen’

Er waren ontzettend veel doden op de hoofdstraat. Voor de rest zijn mijn herinneringen van 19 februari vrij wazig. Op 20 februari ging ik met enkele vrienden naar het Onafhankelijkheidsplein. Dat was ontzettend eng, want er zaten overal scherpschutters op de daken. Zelfs op het dak van een hotel. Er was overal paniek, het was overal gevaarlijk. Ze schoten op iedereen. Ik geloofde, net als veel andere mensen, dat ik zeker niet geraakt zou worden door een scherpschutter. Maar velen hadden het mis.

Toen was ik wel niet altijd op plaatsen waar de strijd het hevigst was, soms begreep ik het niet meer. Enerzijds wilde ik er zijn voor mijn land, met mijn volk, voor de verandering. Anderzijds begreep ik niet waarom ik er naartoe zou gaan en mijn leven zou geven: zij hadden wapens en wij niet. Wij hadden wel zelfgemaakte wapens, maar daarmee kon je niemand dood schieten. En ik had geen goede bescherming. Toen voelde ik echt dat we alleen stonden. Politici waren er niet.

Een paar dagen later is onze corrupte president gevlucht, maar dat was geen blijde gebeurtenis. We voelden ons niet echt ‘winnaars’, iedereen weende. We konden niet begrijpen hoe dit bij ons kon gebeuren en waarom mensen zo hard zijn.’

Kiev, Oekraïne
Kiev, Oekraïne© Reuters

‘In plaats van één strijd, voeren we er nu twee’

‘We begrijpen eigenlijk niet waarom we geprotesteerd hebben op Maidan. Het is een jaar later en we merken geen verandering, het is erger geworden. We weten wel dat we langer moeten wachten om verandering te zien, maar het systeem is nog altijd hetzelfde. Slecht dus. We gingen naar Maidan voor verandering, de grootste motivatie was het geloof dat we een ander land zouden hebben. Maar in in plaats van één strijd, voeren we er nu twee: de strijd met onze politici, tegen het corrupte systeem. En de strijd in onze achtertuin, met Rusland.’

Een jaar later lijkt het erop dat de revolutie geen vruchten afgeworpen heeft. Is er nog hoop?

‘We voelen de revolutie niet. Agenten nemen nog steeds geld aan, je kunt nog steeds rechters omkopen. Waarschijnlijk zien we het resultaat pas over enkele jaren. Het is misschien logisch dat we niets merken want dan is de oorlog begonnen. Iedereen deed er alles aan om ons leger en de soldaten te helpen, dat was het enige waar mensen aan dachten en denken. De revolutie werd vergeten omdat er een nieuwe vijand aan de deur stond.

Er is oorlog, onze munt is gedevalueerd. En Maidan? Voor sommige mensen zijn het doodnormale dagen. Voor anderen, zoals mij, zijn het moeilijke dagen. Ze bezoeken het Onafhankelijkheidsplein, ze brengen bloemen en kruisen. Ik probeer te werken want ik kan er niet niét aan denken. Waarom ik mijn ogen sluit? Mensen zijn bedroefd, moe ook. Ik ook. Ik wil iets positief zien in mijn leven, maar er is enkel slecht nieuws. Maar we zijn niet depressief, ergens blijven we een beetje hoop koesteren.’

Misschien zal een nieuwe generatie politici iets veranderen. Er waren af en toe politici op Maidan. Ze waren niet bekend, maar ze waren er wel. Waarschijnlijk hebben ze niet genoeg macht om iets te doen, maar in mijn ogen blijven ze goede mensen. Ik denk, ik hoop, dat zij de nieuwe macht zullen zijn. Misschien niet helemaal en niet meteen sterk, maar het is een deel van de bevolking dat zal opstaan en hopelijk ooit iets kan veranderen.’

En de revolutie?

‘Mensen denken eraan, herinneren het zich, ze praten overhet voortzetten van de revolutie. Misschien zal dat wel gebeuren, als ons land en onze levens niet veranderen. Maar eerst moet de oorlog in ons land gestopt worden.’ (lees verder onder de foto)

Van 17 tot 22 februari 2015 wordt er in Kiev een herdenkingsweek georganiseerd voor de slachtoffers van de protesten in Kiev.
Van 17 tot 22 februari 2015 wordt er in Kiev een herdenkingsweek georganiseerd voor de slachtoffers van de protesten in Kiev.© Reuters

Amnesty International: ‘Geen gerechtigheid’

Een jaar na het bloedige neerslaan van de protesten op het EuroMaidan blijven slachtoffers van het politiegeweld nog steeds wachten op gerechtigheid, zegt Amnesty International. In het rapport ‘Ukraine: A Year After Maydan, Justice Delayed, Justice Denied’ documenteert Amnesty het falen van de overheid om het geweld van de veiligheidstroepen te onderzoeken.

De organisatie noemt het gebrek aan vooruitgang in het dossier bijzonder betreurenswaardig, en kenmerkend voor het falen van het Oekraïens strafrechtelijk systeem. ‘Het buitensporig en onnodig gebruik van geweld tijdens de protesten moet dringend onderzocht en bestraft worden’, zegt Karen Moeskops, directeur van Amnesty International Vlaanderen.

‘Er heerst al lang een cultuur van straffeloosheid voor de Oekraïense politiediensten en die moet doorbroken worden. Er moet gerechtigheid zijn voor iedereen: niet alleen voor wie gedood werd, maar ook voor wie mishandeld werd. Indien er niets verandert, zal gerechtigheid voor de slachtoffers van EuroMaidan uitblijven en zal de vicieuze cirkel van straffeloosheid, die de mensen juist deed protesteren, niet doorbroken worden.’ (IPS/NS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content